Midden op de middag, tussen de zonnebrand en de eerste biertjes door, dompelt Janet Livv het Vestrock-publiek onder in een bad van zwoele R&B, lo-fi electronica en een stem die voelt als een warme deken. Ze maakt lichtvoetige electropop met een rafelig randje. Haar stem, scherp, helder en net een tikje ijl, doet denken aan La Roux in haar gloriejaren. Grote kans dat Janet zelf bij die naam de wenkbrauwen optrekt, maar de vergelijking is raak.
In 2023 doorkruiste ze al het land tijdens de Popronde, en dat podiumritme is duidelijk hoorbaar: Janet staat er als een pro. Geen geforceerde cool, gewoon iemand die weet wat ze doet.
Bij L’orne geen vrolijke festival-vibes of luchtige meezingers. Dit is de donkere kamer van Vestrock, gordijnen dicht, wierook aan, en dan langzaam kopje onder.
Wat volgt is een set die balanceert op de rand van shoegaze en gothic, met een flinke portie noise als breekijzer. Donkere, slepende opbouwjes sluipen onder je huid terwijl de gitaarlagen zich opstapelen tot een angstaanjagende muur van geluid. Dromerig, ja, maar dan wel de soort droom waar je zwetend uit wakker schrikt.
L’orne klinkt als een soundtrack voor een horrorfilm die je net niet durft af te kijken. Spannend, beklemmend en intens. Geen muziek voor iedereen, zeker niet voor de vooral erg jonge festivalgangers deze zondagmiddag.