Interview met DeWolff

Binnenkort in Gebouw-T (5 april) en op Klomppop (9 mei)

Agnes van den Herik ,

DeWolff is bezig. Druk bezig en heeft geen tijd om stil te staan. Toch vinden ze een paar minuutjes om te praten over de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar, optredens in Australië en het terug halen uit de dood van The Band drummer Levon Helm. Wij hadden een interview met DeWolff: Pablo van de Poel: zang/gitaar, Luka van de Poel: Drums, Robin Piso: Orgel.

In ruim vijf jaar hebben jullie veel gedaan, meegemaakt en ontwikkeld op onder andere muzikaal gebied. Hoe gaat het vanaf nu verder met DeWolff na het album DeWolff IV?
 
Pablo: “Ja, dat is een goede vraag. We zijn begonnen met die psychedelische bluesrock. Wanneer ik nu terugluister naar bijvoorbeeld het album Strange Fruits and Undiscovered Plants, dan vind ik ‘m niet zo cool klinken. Toen zijn we met het tweede album meer de epische kant opgegaan. Wat meer duistere melodieën of hoe je dat ook noemt, een meer duister sfeertje. Toen kwam het laatste album ‘DeWolff IV’, een rockopera. Waren we super trots op. Dat was eigenlijk waar we op Orchards/Lupine mee waren begonnen maar dan nu veel verder uitgewerkt. Het beste en het mooiste wat we daarmee konden doen, hebben we voor mijn gevoel gedaan. Maar nu, de laatste paar maanden zijn we alle drie weer terug gegaan naar het beluisteren van rock ’n roll-nummers, southern rock en Neil Young bijvoorbeeld. Luka: “Gewoon niet te ingewikkelde muziek, meer het gevoel op de voorgrond.” Pablo: “Eigenlijk simpele, sexy muziek.”
Robin: “Muziek waarbij je vanaf de eerste noot die je hoort denkt: ‘oh dit is een heel fijn nummer.’ En niet dat de muzikale complexiteit het nummer vet maakt.” Luka: “Een mooie sound, het gevoel in de muziek dat het lekker maakt.”  
 
Nemen jullie ook invloeden uit jullie andere projecten, zoals Catawba River Fox en Orgel Vreten, mee in de uiteindelijke sound van DeWolff?
 
Luka: “Voor mij is DeWolff het enige dat ik doe, dus geen andere projecten. Af en toe doe ik wat voor een goede vriend bijvoorbeeld, maar DeWolff is hoofdzaak voor mij. Wel ga ik dit jaar naar het conservatorium te Amsterdam. En verder luister ik bijna fulltime muziek waar ik wel m’n inspiratie uit haal!” Robin: “Ik denk dat het bij mij juist andersom werkt. Hetgeen ik bij DeWolff doe neem ik een beetje mee in wat ik met Orgel Vreten doe. Ik ben wel een stuk beter gaan spelen sinds ik met Orgel Vreten ben begonnen, omdat het daar vooral gaat om de solo’s en de Hammond zelf. Niet om het nummer of bijvoorbeeld de zang. Ik heb veel met Thijs Schrijnemakers gespeeld, hij speelt al langer orgel, en heb zeer veel van hem geleerd. Dus de vaardigheden die ik heb opgedaan neem ik wel mee, niet het genre.”
Pablo: “Ik heb een hele tijd geluisterd naar southern rock, net name naar Leon Russell. Toevallig kwam er iets op mijn pad waardoor ik Catawba River Fox kon gaan starten. Dat was heel erg leuk en is nog steeds leuk. En binnen deze band kon ik direct deze southern rock-invloeden kwijt. Het is dus niet zo dat ik iets vanuit Catawba River Fox meeneem naar DeWolff.
Maar deze invloeden beginnen nu ook door te sijpelen in wat we verder met DeWolff willen gaan doen. De volgende plaat van DeWolff komt pas in 2014 uit. We zijn bezig met het schrijven van de nummers. Ook hebben we een taperecorder gekocht en zijn we wat dingen in mijn studio Electrosaurus Southern Sound Studio aan het opnemen. Het klinkt echt heel gaaf. Dus waar we het net over hadden, rock ’n roll, vette riffs, maar in tegenstelling tot de eerste plaat ook echt vet opgenomen. Dat je vanaf de eerste noot denkt: ‘wow!’ Het is dan ook allemaal analoog opgenomen. We hebben nu een stuk of acht à negen ideeën in verschillende mate uitgewerkt. Sommige nummers zijn ook echt af, andere zijn nog in een pril stadium. Bij de vorige plaat hadden we een gedeelte al bijna een jaar klaar voordat de plaat uitkwam. Het lijkt mij nu het mooist om zolang mogelijk door te blijven schrijven en ook op te nemen. We kunnen nu gewoon in de eigen studio opnemen en dan aan het eind beslissen wat we wel gaan gebruiken en wat niet.” Luka: “Binnen een half jaar kan er ook heel veel veranderen. Wanneer je dan iets terugluistert kan het zo zijn dat je denkt: wat we daar op hebben genomen slaat nergens meer op, laten we het anders doen of een heel ander nummer opnemen.” Pablo: “Zoals we het in het verleden deden, binnen de studio, ben je klaar met je nummers en ga je opnemen. Je bent dan niet meer bezig met: misschien moet het helemaal niet zo maar juist zo. Je hebt het gevoel dat het al allemaal vaststaat. En vervolgens zit je eraan vast en wanneer je het beluistert kan het wel eens zo zijn dat je het liever anders had gewild. Je kunt er dan eigenlijk niets meer aan veranderen en nu willen we dat voorkomen door het een organisch ‘ding’ te laten zijn.” Robin: “En praktisch gezien moet je zo’n studio ook huren. Dan zit het toch in je achterhoofd dat het nu moet het gebeuren en ga je ook niet zo makkelijk een nummer schrappen of aanpassen. Dat kan nu juist wel. Zeer prettig.”
 
Terugkijkend op de afgelopen vijf jaar: wat zijn de ontwikkelingen geweest? Waar zijn jullie in gegroeid of hebben jullie van geleerd?
 
Robin: “Zes jaar spelen we samen” Luka: “Volgens mij eigenlijk pas sinds vorige maand!” Pablo: “Zes jaar?” Robin: “Ja ik zeg altijd vijf jaar, maar we hebben het een paar dagen terug uitgerekend en toen kwamen we uit op zes jaar” Pablo: “Vanaf 2008” Robin: “Nee vanaf november 2007, in 2008 kwam de EP uit!” Pablo: “Eind 2007 dus dan is het vier jaar, sowieso geen zes.” Robin: “Dat is dus ruim vijf jaar tot nu toe!” Pablo: “Hoe kom ik dan op vier jaar?” Luka: “Omdat je een beetje dom bent en in ieder geval niet kan rekenen!” Pablo: “Eén omdat ik dom ben, twee omdat het best moeilijk is en vier…! Nee, ik denk dat we een heel interessant traject hebben afgelegd. Alle plekken waar we hebben gespeeld en voor hebben gerepeteerd om beter te worden in wat we doen en om te groeien. We zijn eigenlijk begonnen als een soort psychedelische bluesrock band gewoon omdat dat hetgeen was wat we deden wanneer we samen speelden. Toen zijn we meer muziek gaan beluisteren. Ik kende The Beatles niet echt en dat ben ik toen intensief gaan luisteren. Hier heb ik dan ook weer wat invloeden van meegenomen. Uiteindelijk kwam dan het punt dat we de rockopera zijn gaan schrijven. Nu hebben we het idee dat dat heel leuk was om te doen, maar diep vanbinnen vinden we dat DeWolff eigenlijk toch echt een rock ’n roll-band is. Het is goed zo’n ontwikkeling of die uitstapjes. Beter dan dat je altijd maar hetzelfde blijft doen. Door te experimenteren groei je als band en voelt het goed dat je weet dat je naast het basic rock ’n roll ook andere dingen kan.
En verder, tja hoogtepunten vind ik moeilijk te benoemen.” Luka: “Een aaneenschakeling van dieptepunten is het eigenlijk!” Pablo: “Wat het relatief gezien uiteindelijk toch weer tot een hoogtepunt maakt. Nee, grapje. Ik denk dat Lowlands en Pinkpop daar zeker bij horen.” Robin: “Maar ook bijvoorbeeld een optreden in het Paard van Troje staat me nog bij. Toen mensen ineens vanuit het niets gingen zitten en opsprongen bij de drumsolo van Luka. Of dat het publiek ineens nummers gaat meezingen, dat vergeet je niet. Dat zijn allemaal hoogtepunten voor mij. Het gaat dan niet eens om de grootte van het evenement waar je speelt. Al die spontane dingen blijven je bij.” Luka: “Maar ook in de studio nummers opnemen. Het creëren vind ik hoogtepunten.” Robin: “En dat we in Australië mogen optreden is onwijs. We treden een aantal keer op, maar doen ook veel interviews en spelen voor de radio bijvoorbeeld. Onszelf een beetje bekend maken daar. Dan terug naar Nederland en hopen dat we nog een keer worden uitgenodigd!”
Pablo: “Eigenlijk alles wat we doen ervaar ik niet als vervelend. Ook onszelf ‘promoten’ niet, zoals we dat bijvoorbeeld in Australië doen.” Robin: “Ik zou het juist als vervelend ervaren wanneer je niets hoeft te doen en alles vanzelf gaat. Een hitje scoren en je hand ophouden voor het geld en verder niets. Dan ben je het volgens mij heel snel moe.” Luka: “Juist het harde werken ergens voor en ervoor zorgen dat mensen je gaan waarderen voor wat je doet is bijzonder.”  
 
Jullie mogen als waardering voor jullie harde werk een festival organiseren. Het budget is nog even onbeperkt. Welke namen mogen we verwachten?
 
Allen: “Jonathan Wilson, Father John Misty; qua muziek heel goed en een ontzettend grappige man, Wolfpeople, Tame Impala, Neil Young en Crazy Horse, The Rolling Stones, Tom Waits…”
 
Met wie zou je dan samen op het podium willen staan en mee optreden?
 
Pablo: “Met Neil Young of Jonathan Wilson. Maar ga je voor de grote bekendheid en reclame, dan toch maar de Rolling Stones! Miljoenenpubliek!” Robin: “Ja, die kunnen ook wel een Hammond orgeltje gebruiken!” Luka: “Ik denk dat het voor mij Pablo en Robin worden! Maar met Levon Helm zou ik ook wel op willen treden. Hij was de drummer van onder andere The Band en bespeelde naast drums ook andere instrumenten. Maar hij is helaas vorig jaar overleden. Hij is in ieder geval een groot voorbeeld voor me geworden.” Robin: “Joh, het budget is ongelimiteerd. We maken gewoon een tijdmachine of halen hem terug uit de dood. Moet kunnen toch?”
 
Hebben jullie idealen die jullie willen nastreven of een wens die een keer uit zou moeten komen?
 
Robin: “Iedereen kennis laten maken met onze muziek is een grote droom van mij.” Pablo: “Mijn wens is om de hele wereld over te reizen en in mooie zalen spelen. Gerespecteerd worden in dat wat je doet. We hoeven geen stadion act te worden zoals The Black Keys nu is, maar dat we in een bepaalde kring een grote naam hebben. Bijvoorbeeld dat we een status krijgen zoals Wolfmother nu heeft.” Luka: “Verder een mooie studio kunnen opbouwen en heel productief kunnen blijven, dat zou ik te gek vinden.”