Op 26 september verschijnt hun tweede album ASMAR, opgenomen in Egypte met muzikanten uit de Sudanese diaspora. De zes nummers zijn geworteld in traditionele melodieën, maar krijgen een frisse, hedendaagse groove. Voor Mo heeft het project een heldere missie: talen en ritmes samenbrengen tot één gedeelde stem voor vrede en liefde.
“In Sudan probeert de overheid alle verschillen plat te slaan onder een islamitisch regime. Muziek in je eigen stamtaal is niet acceptabel. Maar talen zijn onze rijkdom. Met ASMAR wil ik ze juist samenbrengen.”
De nummers weven Arabisch, Nubisch, Masalit, Fulani en andere talen samen tot een polyfone boodschap. Elk ritme draagt een dynamische voorstelling met zich mee: de vluchtende gazelle, de klapwiekende vogel, de arbeider die het land bewerkt. “In Afrika komt muziek altijd voort uit het dagelijks leven. Het zit in hoe mensen lopen, werken, lachen, bidden. Je leert het niet uit boeken – je groeit ermee op, je voelt het.” Muziek is geen aparte kunstvorm, maar een manier van zijn. Alles heeft een ritme: van de beweging van een hert, of het geluid van water, tot de cadans van een werkdag. Het gaat om vibes, om samen voelen. Daarom is muziek maken iets heel normaals. Iedereen doet het, iedereen kan meedoen.