De bezoekers nemen plaats op de rode banken. Het past eigenlijk maar net. “Nou dat begint lekker. Ben ik zo populair?”, grapt Erik de Jong, beter bekend als Spinvis. Naast hem op de gele kruk zit journalist Atze de Vrieze (o.a. voor VPRO’s 3voor12) die later wat vragen aan hem zal stellen. Verder staan er enkel een vinylspeler, wat boxen en een met olieverf besmeerd schildersdoek. Dit heeft hij zelf in elkaar geknutseld en werd zo de cover van het album Be-Bop-A-Lula.
Als een artiest een plaat maakt, wordt deze meestal gepresenteerd in de vorm van een live optreden. Maar over wat dit experiment behelst, vertelt De Jong: “De studio is mijn muziekinstrument en laboratorium. Wat ik daar met sampletjes in elkaar zet kan ik live niet nadoen. Dan wordt het een interpretatie: als de verfilming van een boek. Maar wat ik hier laat horen is het boek zelf.”
De Jong opent de kleurrijke hoes van de vinylplaat en onthult hiermee de semi-transparante gele schijf: “Als de zon.” Voor de optimale ervaring luisteren we de muziek integraal, eerst kant A en dan kant B. Klinkt logisch toch? De naald vindt zijn plaats tussen de groeven van de plaat en zo ook De Jong tussen de luisteraars in het publiek. “Kan het licht uit?”