Als je weleens een biertje drinkt in Café de Stad is de kans groot dat je daar aan de hoek van de bar Robert van Eijden hebt zien zitten, achter een Witte Trappist. En als hij niet aan de bar zit is hij mogelijk de DJ van dienst, waarbij hij zich bedient van de naam Oxysept. Als De Stad gesloten is slaapt Van Eijden, bezoekt hij concerten (onlangs nog Strand of Oaks in De Helling), werkt hij als freelance tekstschrijver/journalist voor diverse bladen en media, waaronder TivoliVredenburg, of schrijft hij columns voor Playboy. In april verscheen zijn debuutroman Boek (256 blz.).

Van Eijden beschrijft in Boek (256 blz.) hoe een ingrijpende gebeurtenis zijn overzichtelijke leven - volgens schema’s en systemen - bedreigt en hem dwingt een daad te stellen. In zijn recensie in Nieuwe Revu noemt voormalig 3voor12/Utrecht-redacteur Casper Sikkema Boek (256 blz.) “met fucking veel afstand het beste boek dat dit jaar zal verschijnen”.

In Boek (256 blz.) komen veel klassieke en soms ook obscure liedjes uit de popgeschiedenis langs. Een mooie aanleiding om Van Eijden te vragen om zijn tien beste nummers aller tijden te selecteren. Dat was makkelijker voor ons om te vragen dan voor hem om te doen, gezien het feit dat hij zesenhalf duizend favoriete nummers heeft. Na een aantal rondjes in zijn kamer te hebben gelopen kwam hij tot de volgende selectie.

Boek (256 blz)

AC/DC - Powerage

‘Ik zal even een plaatje opzetten. Hebben jullie weleens van AC/DC gehoord?’ Oorspronkelijk wilde ik in mijn boek flink wat van de 256 bladzijdes uittrekken om mijn liefde voor AC/DC (in de bezetting met Bon Scott) in woorden te vatten. Dat heb ik uiteindelijk achterwege gelaten omdat collega-auteur Meindert Talma zoiets al heeft gedaan in zijn roman Kriebelvisje. Eigenlijk maar beter ook, want het was me toch niet gelukt. ‘Het zijn geen satanisten, die het bloed van jonge meisjes drinken. Misschien dat ze zo nu en dan een zwarte onderbroek dragen, maar dat is het dan ook, weet je.

A Flock of Seagulls - I ran

Ah... De eighties! Wat een ellende. Elke dag tien kilometer fietsen naar de middelbare school die om fucking TIEN OVER ACHT begon en waar mijn klasgenoten een dialect spraken waarvan ik slechts de helft verstond. Drinken deed ik toen nog niet, dus het enige wat me op de been hield waren mijn TDK-cassettebandjes met opgenomen uitzendingen van De Dikvoormekaarshow, en muziek natuurlijk. I Ran van A Flock of Seagulls is een typisch jarentachtignummer van een band met typisch jarentachtighaar. Wegrennen wilde ik zelf toen ook, maar ik wist nog niet waar naartoe.

Matthew Sweet - Girlfriend

Ah... De nineties! Wat een feest. Nirvana. Pearl Jam. Soundgarden. Nachtenlang roken en drinken met je houthakkersshirt aan en niemand had nog een mobieltje. Als ik in mijn stamcafé Route 66 in het Groningse stadje G. zat en mijn drinking buddies wilde bellen, kreeg ik van uitbater Atilla (nomen est omen) een groot grijs telefoontoestel met draaischijf en krullend snoer overhandigd. Tussen alle grungebands door bracht Matthew Sweet zijn derde album Girlfriend uit, een plaat vol perfecte powerpop. De werktitel was overigens Nothing Lasts, en dat gold helaas ook voor de nineties.

Drs. P. - Sneker café

De meeste grappig bedoelde liedjes zijn als een nijlpaard op een luchtbed: het ligt er te dik bovenop. Humor is een serieuze zaak en iemand die zich daar zijn hele carrière rekenschap van heeft gegeven, is Drs. P. Daarbij is deze krakende zanger – net als Ol’ Dirty Bastard – gezegend met een uitzonderlijk gevoel voor taal en metrum. Er is niemand in het Nederlandse taalgebied die zinnen als De gevel is niet pretentieus, Toch leeft men er vrij flegmatiek en Zocht passend emplooi in een tropische stad net zo vanzelfsprekend kan laten klinken als Be-bop-a-lu-la. Leeft ie eigenlijk nog?

Neil Young - Hitchhiker

Iedereen die weleens een paar noten van mijn band Henk van Nazareth heeft gehoord, weet dat ik mij als gitarist geregeld overgeef aan Neil Young-epigonisme. Om nu niet weer met een geijkte jarenzeventigklassieker aan te komen zetten, heb ik voor dit lijstje iets van hem uit het laatste decennium gepakt. In Hitchhiker kijkt ome Neil terug op zijn leven & werk aan de hand van de drugs die hij heeft gebruikt – originele invalshoek, onnavolgbaar goed uitgevoerd. Let ook op de paranoïde productie van Daniel Lanois. Ah, nu klink ik als een muziekjournalist... Kan ik nog ergens het woord urgentie kwijt?

Youth Lagoon - Mute

Ik hou niet van vreemde nummers. De meeste vreemde nummers doen niets anders dan zwelgen in hun eigen vreemdheid. ‘Doe dat lekker thuis bij de centrale verwarming, en kom maar terug als je een normaal liedje met coupletten en een refrein bent, vreemd nummer!’ zeg ik altijd tegen dit soort nummers (ik ben vaak alleen). Mute van Youth Lagoon is echter andere koek. Het is erg vreemd, maar ook erg goed, vooral het tweede gedeelte. Eigenlijk is het een soort rockballad, maar dan vertaald naar nu. Ik draai Mute graag ’s nachts hard op mijn koptelefoon. En trouwens ook overdag.

Ol' Dirty Bastard feat. Method Man & Raekwon - Raw Hide

De beste kunst wordt gemaakt op de grens van gekte en genialiteit. Helaas is die grens een heel dunne lijn waar je maar al te makkelijk overheen kukelt. Ruwe gekte, zonder enige stilering dus, is volkomen oninteressant – niets zo vermoeiend als een gesprek voeren met een verwarde man op het terras van Kafé België. Raw Hide bevindt zich echter nog net aan de goede kant. This that shit that’s gonna get you hiiiiiiiiiiigh, om de Ouwe Vieze Bastaard zelf maar eens te citeren. Of zoals Shakespeare (ook geen prutser) zou zeggen: There’s obviously Method Man in his madness.

Joni Mitchell - Let the Wind Carry Me

Het is best vermoeiend om een goede smaak te hebben. De laatste keer dat ik Let the Wind Carry Me in het openbaar draaide, op 16 april 2015 in TivoliVredenburg, voorafgaand aan een concert van James Taylor, kwamen er vijf mensen na elkaar bij mijn dj-meubel vragen van wie dit mooie liedje was. Van Joni Mitchell, zei ik vijf keer. ‘Echt waar? Ik ken alleen maar liedjes van haar waarop ze klinkt als een overspannen berggeit,’ was steeds (ongeveer) het antwoord. ‘Ja, die nummers draai ik dus nooit,’ zei ik. Het was een leuke avond, en dan moest het concert nog beginnen.

 

Strand of Oaks - Heal

Over Joni Mitchell gesproken... Onlangs kreeg ik als beloning voor een avond dj’en in café De Stad de lp Heal van Strand of Oaks (op vinyl dus – daar is uitbater Egbert erg streng in). Ik had nog nooit van Strand of Oaks gehoord en zette de volgende middag blanco JM op, het eerste nummer van kant twee. Een uur later had ik het acht keer gedraaid en aan de rest ben ik nog steeds niet toegekomen. Wat een prachtige ode aan Joni Mitchell, dacht ik, tot ik er zojuist al googelend achterkwam dat het over Jason Molina gaat. Nou ja. Zoals ik al zei: wat een prachtige ode aan Joni Mitchell.

Isley Brothers - Summer Breeze

Wat is een muzieklijstje zonder cover? Een stom muzieklijstje. Dus. Je compositie Summer Breeze noemen en dat het dan ook voelt als een zomerbries – dat kunnen alleen de hele groten. Ik geloof dat het ook nog een zomeravond was toen ik dit nummer voor het eerst hoorde. Het origineel van Seals and Crofts is trouwens ook een puik stukje softrock (tegenwoordig ‘yachtrock’), maar de gitaarsolo van Ernie Isley in de versie van de Isley Brothers tilt dit nummer naar een heel ander, zeg maar gerust etherisch niveau. En net als de zomer is het elke keer weer jammer dat het eindigt. Repeat!

Op Spotify staat een playlist met (bijna) alle nummers en/of artiesten die in Boek (256 blz.) worden genoemd.

En check ook het cult-album Beter Wordt Het Niet dat Van Eijden in 2012 uitbracht onder de naam Henk van Nazareth (nog 192 exemplaren te koop bij de artiest). Meer werk van Van Eijden vind je op www.maarwatishet.com en www.maarhoewashet.nl.