Organisator Roots in the Park ziet een markt voor zijn festival

“Dit festival is verfrissend, verrassend en veelzijdig”

tekst: Mathijs de Groot ,

Op 6 juli zal in het Julianapark de eerste editie van Roots in the Park plaatsvinden. Hét festival voor liefhebbers van jazz, soul, blues... maar vooral rootsmuziek, zegt Sjef Athmer, oprichter van het muziekproductiebedrijf Rock ’n Roots, en brein achter dit muziekfeest. Maar waarom nog iets toevoegen aan de al druk bezette Utrechtse festivalagenda? Wat brengt Roots in the Park voor nieuws? 3voor12/Utrecht belde met Athmer om het een en ander uit te zoeken.

Is er nog wel behoefte aan een nieuw festival? Is de lijst nog niet lang genoeg?
“Die behoefte is er volgens mij zeker en de reden daarvoor is vrij simpel. Op het ‘culturele pallet’ van Utrecht ontbreekt een echt rootsfestival. We hadden ervoor kunnen kiezen om een eenvoudig bluesfestival te organiseren, maar we wilden dit festival, Roots in the Park, hedendaagser maken door verschillende stijlen te mixen en klassiekers te combineren met jonge talenten.
Bovendien vind ik dat de rode draad van dit festival, Amerikaanse rootsmuziek, op een bepaalde manier wordt ondergewaardeerd. Festivals hebben wel eens een soulband of wel eens een folkband, maar het is nooit een gevlochten geheel. Dat slaat terug op het ontbreken van zo’n opzet.”

De combinatie is dus meer een marktgerelateerde keuze dan een persoonlijke?
“Precies, daarbij speelt mijn achtergrond met Rock ’n Roots wel ook een grote rol. Met Rock ’n Roots boeken we veel artiesten in die sferen: blues, soul maar ook ska of rock ’n roll. Het is een combinatie tussen die achtergrond en onze constatering dat zo’n festival eigenlijk ontbrak. Zo willen we ons onderscheiden van de normale bluesfestivals.”

De laatste jaren zijn niet de makkelijkste geweest voor de muziekindustrie. Verkeert de markt waarin jij je als concertorganisator bevindt in zwaar weer?
“Ik kan niet constateren dat er grote problemen zijn. Je merkt dat bepaalde artiesten ook in deze tijd hun publiek weten te behouden. De headliners Beth Hart en Gov’t Mule hebben allebei een groep met hardcore fans. We hebben als het ware om hen heen geprogrammeerd om wel een breder publiek aan te spreken. Vooral de jonge generatie is belangrijk, zij houden de markt vitaal door platen te kopen en concerten te bezoeken. Acts als John Mayer enThe Black Keys vinden hun weerslag bij hen en promoten de bluesmuziek.”

Waarom het Julianapark?
“We wilden sowieso graag binnen Utrecht blijven. Je ziet vaak met grotere festivals dat de organisatie een kale vlakte buiten de stad kiest. Dat wilden wij specifiek niet. We wilden het echt in de stad, maar wel goed bereikbaar voor mensen die van buiten de stad komen, zowel met de auto als met het openbaar vervoer. Dan ga je wegstrepen en kom je op deze locatie uit. Bovendien is het Julianapark sfeervol en biedt het extra mogelijkheden door de vijver, waarop we wellicht nog iets met een podium kunnen doen. Al die overwegingen bij elkaar opgeteld maken dit de beste locatie.”

Er waren wat problemen met de locatie. De wijkraad en omwonenden van het Julianapark waren niet blij met jullie komst en hebben ook stappen ondernomen naar de gemeente Utrecht. Zijn die problemen inmiddels uit de lucht?
“Ja, er heerste vooraf wat angst bij de omwonenden. Daar kwamen we tijdens de voorbereidingen achter. Het had vooral te maken met eerdere festivals die in het Julianapark hadden plaatsgevonden. Maar dat waren festivals met een hele andere opzet, dan heb je het over hiphopfeesten en een oktoberfest. We hebben met de gemeente en omwonenden overlegd en moesten een en ander verduidelijken, parkeerbeleid, dat soort dingen. Nu is echter alle kou uit de lucht.”

Is die locatie ook gunstig voor buitenlandse bezoekers? Verwacht je die?
“Ik heb geen verwachtingen, het komt zoals het komt. Ik weet uit ervaring dat, zoals ik eerder al zei, onze headliners een vaste groep fans hebben. Daarvan komen er ook wel wat uit het buitenland. Ik herinner me nog een concert dat we organiseerden van Chuck Berry in de Heineken Music Hall. Hij speelde toen met Mick Jagger. In totaal waren er zo’n 27 nationaliteiten bij elkaar. Dat was dan een uitschieter, maar het geeft wel aan dat fans bereid zijn een afstand af te leggen. Beth Hart en Gov’t Mule hebben ook een connectie met elkaar als artiest en spelen zo nu en dan samen. Daardoor sluiten de doelgroepen aan en dat prikkelt fans, ook uit het buitenland.”

Roots in the Park heeft als nieuw festival nog geen reputatie opgebouwd. Beperkte dat de mogelijkheid om bepaalde artiesten te boeken?
“Dat we als beginnend festival deze twee headliners hebben weten te strikken, is uitzonderlijk. Het gaat om meerdere puzzelstukjes die op elkaar aan moeten sluiten. Beth Hart hebben we echt moeten overhalen omdat zij vanuit Scandinavië moet invliegen, dat was productioneel nogal een opgave.
Het moet als het ware een goede balans tussen reputatie en voorwaarden zijn. Wanneer we alleen maar lokale bandjes zouden hebben geboekt, zou de kans zeer klein zijn dat onze headliners zouden komen, dat is dan gewoon niet op z’n plaats. Maar het vulde elkaar aan. Met Ben Caplan (foto) zijn we ook erg blij. Zijn solotour deed het erg goed, dus we zijn trots om ook hem te kunnen presenteren.
Ik verwacht dat de combinatie van lokale acts en de grote namen het goed zal doen. Wij hebben geprobeerd die brug te slaan tussen verschillende genres. Ik kijk er met een zeer goed gevoel naar uit.”

Te zien: 6 juli, Julianapark Utrecht: Gov’t Mule, Beth Hart, Otis Taylor Band, Ben Caplan & The Casual Smokers, The Excitements, The Epstein, Moreland & Arbuckle, Maison du Malheur.