Wodka, grijsgrauwe woonflats en dronken worden met Slagmalsklubben

Een verslag van de Russische tour van Nobody Beats The Drum

Tekst en Fotografie: Nobody Beats The Drum, ,

Van 11 tot en met 14 september tourde Nobody Beats The Drum door Rusland. Voor 3VOOR12/Utrecht deden ze daarvan verslag.

Een verslag van de Russische tour van Nobody Beats The Drum

Van 11 tot en met 14 september tourde Nobody Beats The Drum door Rusland. Voor 3VOOR12/Utrecht deden ze daarvan verslag. Donderdag 11 september 2008: Woepiewoep! Op naar St. Petersburg, Rusland. Een reisgezelschap van 4: NBTD en onze manager Gijs. En zoals het een professionele band zoals die van ons betaamt, lieten wij ons geheel in stijl naar het vliegveld brengen: door een van onze moeders. In dit geval die van Sjam. Op het vliegveld aangekomen kwamen we meteen al een hoop potentiële geheim agenten tegen. We hadden weinig tijd, dus ik heb alleen degenen die echt een gevaar voor de samenleving vormen gecrompomised. Gelukkig had ik daarvoor mijn van afstand explodeerbare portemonee en mijn radioactief bestuurbare mobiele zak-GSM bij me. Niks aan het handje dus. Blapperdeblap, inchecken, alles. Toch altijd even eng om vier jaar aan in apparatuur geïnvesteerde spaarcentjes op een karretje te zetten, en dan maar te hopen dat ze dat allemaal weer veilig voor ons in Rusland afleveren. De vlucht was met het vliegtuig. Niks meer, niks minder. Zo van omhoog op het begin, en dan weer omlaag op het einde. Meteen bij aankomst kwam ons eeuwige dilemma weer om de hoek kijken. Alex, een Russische jongen die ons namens Dutch Punch op kwam halen van het vliegveld, had, net als zovelen voor hem, niet verwacht dat we 80 kilo aan apparatuur bij ons zouden hebben. Zijn plan om een tocht van 3 kwartier met de metro en bus te maken viel daardoor even in het water. Met een beetje afdingen en passen en meten kregen we onze zooi, met een taxi, waar we moesten zijn: ‘Club Giboedov’. Een oude atoomkelder midden in een St. Petersburgse woonwijk. Daar kwamen wij in contact met ons eerste glas Russisch bier: nr. 8, ongefilterd, noemde ze dat. Best lekker. En toen nog eentje. Ook best lekker. Na wat communicatieproblemen met de stagemanager en wat klassiek Nobody Beats The Drum geknutsel wisten we een mooi setupje te maken met alles wat we aan tafels en andere dragende objecten wisten te vinden. De club vulde zich ondertussen rustig op. Na een paar uurtjes wachten en nog wat prettige ontmoetingen met nr. 8 was het dan zover. Ons eerste optreden op Russisch grondgebied sinds onze reïncarnaties. De geluidsmonitoren waar we om hadden gevraagd maar niet gekregen hadden, bleken niet nodig te zijn. Het geluid in de zaal stond zo herpes hard dat we vanaf het podium genoeg konden horen. En na het optreden hoorden we vervolgens bijna niks meer, behalve een flinke piep in onze oren. Prettig. Maar de Russen vonden ons vet en daar doe je het toch om. Schreeuwen, dansen, springen. Hoppeta. Na het optreden wisten Sjam en Jori nog even op slimme wijze extra gonorroe dronken te worden, door onze cd’s voor wodka te verkopen. ‘Vet slim!’ hoor ik je zeggen. En dat klopt. Rond een uurtje of laat sleepten we ons naar ons hostel, dat door een lief meisje werd gerund en het meest afgeragde appartement was dat ik sinds lange tijd heb gezien. Wat even slim is om te onthouden: Russen kunnen nog wel eens de lakens verpakken in een kussensloop. Denk daar even aan zodra je weer eens in Rusland bent. Dat scheelt direct contact met de beschimmelde matrassen en kussens. En met de schimmel. (Rogier) Vrijdag 12 september: Na een paar uurtjes rust onder 2 jassen en een tafelkleed werd ik wakker in het hostel. Ik vloekte wat op mijn stijve nek, veroorzaakt door een aantal lappen die dienst hadden gedaan als kussen. Later begreep ik dat mijn "kussen" juist het beddengoed wàs. Heel vreemd allemaal. Alex, de jonge vrijwilliger die ons op het vliegveld had ontvangen, stond niet lang daarna in onze kamer om ons rond te leiden door St. Petersburg. We hebben de hele dag door de stad gesjouwd en ik zal niet in details treden, maar het samenvatten in enkele woorden: grachten, kerken, paleizen, koffiehuis, pijn aan m'n benen. Een indrukwekkende stad. Nog even eten met Natasha, de organisator van het Dutch Punch Festival die ons naar Rusland heeft gehaald en toen de nachttrein in, op naar Moskou. (Sjam) Zaterdag 13 september: Ik slaap altijd wel goed in een nachttrein. Dat ritme van die sporen wiegt me in slaap. Jammer dat ik eerst door de telefoon van het Russische meisje onder mij in de coupé wordt gewekt, en later door een conductrice, type Mevrouw Bulstronk. Misschien ook maar goed, want toen waren we al bijna in Moskou of eigenlijk Mockba. De hele dag ben ik bezig geweest met het oefenen van het Russische alfabet, en het viel me mee hoe moeilijk het was. Op een gegeven moment kon ik aardig wat lezen. Ja, als een kind van vier, dat wel, maar toch. Na aankomst direct naar de club onder de hoede van een nieuwe vrijwilliger: Kiril. Ontbijten, soundchecken, de stad in. Naar het Rode Plein natuurlijk. Nog even een uurtje slapen en douchen in het hostel (waar we betaalden met een gesigneerde cd, ideaal!), en weer naar de club. Het spelen is te gek. Geluid niet super, maar het publiek wel. Heel enthousiast. Na ons speelt het Zweedse "Slagmalsklubbe". Normaal gesproken zes, maar vandaag vier maffe Zweden die we al kenden van "deBeschaving". We ontmoeten ze vlak voordat ze op gaan: "After the gig, let's get REALLY, REALLY drunk! You can start NOW, don't listen to our set, it sucks!" Really Drunk zijn we inderdaad geworden. Rogier kon de door de club gestookte GrapeWodka net aan. Of eigenlijk njet. Vanuit de club gingen we naar het vliegveld. Ik ben nog nooit zo idioot door een douane gekomen. (Sjam) Zondag 14 september: Tja. Moeilijk te zeggen waar deze dag begon en gister eindigde, aangezien er geen nacht tussen zat. Vanuit de club waar we speelden moesten we direct door naar het vliegveld, waar om 10 uur 's ochtends onze vlucht naar huis stond gepland. Van de eerste paar uren in de ochtend kan ik me zelf niet heel veel meer herinneren dan een backstage wc en vervolgens een bank, waarop of naast ik beide in laveloze toestand een paar uur heb doorgebracht. Rotspul, die wodka. Mijn helden Sjam, Jori en Gijs hadden onze taxi al ingeladen toen ze mij naar beneden droegen. Na een tocht dwars door de buitenwijken van Moskou en haar pittoreske grauwgrijze woonflats kwamen we aan waar we moesten zijn. Een leuke nieuwe ervaring voor ons alle vier. Stomdronken op een vliegveld om acht uur 's ochtends. De Russen hebben een heel goed inchecksysteem. Ze gebruiken zo weinig mogelijk loketten, waardoor je na twee uur wachten nog maar een kwartier hebt om langs de douane te komen, waardoor iedereen gestresst voor begint te dringen en de helft van het vliegtuig te laat is, en het vliegtuig vervolgens gewoon nog een uurtje blijft wachten tot iedereen binnen is. Da's dan wel weer vriendelijk. Het vliegen met een Russisch vliegtuig is verder niet zo heel anders dan met een Nederlands toestel. Je stijgt op, vliegt een stukje en landt weer. Geheel in stijl werden wij weer van het vliegveld opgehaald: door Jori’s moeder. Jori had namelijk haast. Hij moest 's middags alweer op het Domplein in Utrecht aanwezig te zijn om te spelen met zijn andere bandje. En Sjam, Gijs en ik waren ook de slechtste niet, dus we zijn even gaan kijken. En sjesses. Wat heb ik daarna goed geslapen, heel gek. (Rogier) Aan de linkerkant een foto-impressie, klik voor een filmpje op de link aan de rechterkant.