Feest der herkenning bij Nada Surf

De boodschap is duidelijk: weg met alle droeftoeters

Tekst: Casper Sikkema / Fotografie: Martijn Zuidweg, ,

Ja, ze speelden hem. Weer. En ze zullen ze hem de volgende keer ook wel weer spelen. Waarschijnlijk met een grote glimlach en oplichtende drumstokjes. Nada Surf moet het namelijk niet van de verrassing hebben. Wel van lieve, opgewekte mensen. En de herkenbare liedjes. De boodschap is duidelijk genoeg: lang leve het opgewekte bestaan!

De boodschap is duidelijk: weg met alle droeftoeters

Het Nada Surf publiek fotografeert elkaar in onverholen optimistische poses, heupwiegt gelukzalig mee. Het podium staat bij het laatste nummer vol met Happy Kids. Logisch ook: met ‘Concrete Bed’ als opener ("To find someone you love/ You gotta be someone you love") behoeft Nada Surf geen ingewikkelde introductie. Voordat het zover is verzorgt Bell X1 het voorpogramma. Deze band heette vroeger Juniper en had toen nog een andere zanger. Zijn naam: Damien Rice. Inmiddels zong drummer Paul Noonan al drie albums vol, mocht Bell X1 met hun oude makker en megaster Damien mee op tour en is de band vooral in thuisland Ierland groot. Tussen het luid converserende Tivolipubliek door klinkt de poprock degelijk. Met een enkel ruiger uitstapje zijn het vooral prima popsongs waarbij de sleutelwoorden ‘Saybia’ en vooral ‘hardop pratend Tivoli-publiek’ het zicht enigszins beperken. Toen Nada Surf in 1996 het complexe highschoolbestaan vervatte in een handzaam en ironisch lied over populariteit en zelfverloochening, vonden de meeste bezoekers van vanavond het pure kindergeluk nog bij Telekids. Keurig met de tijd meegegroeid serveert Nada Surf nu liedjes die zo als soundtrack voor de hippe tienerserie The O.C. geschreven kunnen zijn. Want, kunstig verscholen achter de eeuwige zoektocht naar liefde en begrip, schuilt vaak niet veel meer dan een grote, gapende leegte. Wel een leegte waarbij het met de handen in de lucht of heupwiegend prima toeven is. Als je daar van houdt. Met name op de eerste twee albums, toen Nada Surf overigens ook al kort door de bocht kwam, was de Weezerachtige opgewektheid nog prima te verteren. Van jonge jongens op gitaren accepteer je tenslotte net wat meer clichés dan van dertigers met een regelmatig bestaan, vrouw en kinderen. Misschien komt het daardoor dat de spiegel, ons door frontman Matthew Caws voorgehouden, een spiegel lijkt waarin alle oneffenheden zijn weggeretoucheerd en het onbegrepen leven zo onbegrepen blijkt dat iedereen het begrijpt. Tussen al dit wederzijdse begrip moet de geëngageerde diepgang komen van een mineurig lied over de kwade invloeden van Fox. U weet wel, diezelfde zender waar The O.C. wordt uitgezonden. Een verwarrend moment. Gelukkig zijn er ook bij Nada Surf een aantal dingen gewoon simpel en goed gebleven. Nog steeds speelt de band strak en enthousiast. Het wat meer ingetogen indiepopgeluid, al ingezet op het vorige album, heeft met ‘Always Love’, ‘See These Bones’ en ‘I Like What You Say’ een paar uitstekende vaandeldragers waarmee de set aan spanning en kwaliteit wint. En als dan, net als zes jaar geleden, ook vanavond een leuk meisje uit het publiek op het podium de vertaling van ‘Fruit Fly’ mag verzorgen en ‘Stalemate’, ook volgens beproefd concept, overgaat in ‘Love Will Tear Us Apart’ speelt Nada Surf een gewonnen wedstrijd. Dat ‘Popular’ wordt afgeraffeld en de set toch een paar duidelijk inzakmomenten kent, zal niemand ze nadragen. Want hee, om echt gelukkig te worden, moet je het vooral zijn. Toch?