Walker Diver schuift van roots naar rock

Het melodieuzere 'Junior Blues' rockt, maar wel veilig

Mike van Dooyeweert, ,

Walker Diver slaat met 'Junior Blues' nieuwe wegen in. Voor dit nieuwe album heeft 't Hooft een compleet nieuwe band om zich heen verzameld. Deze nieuwe bezetting lijkt van invloed te zijn geweest voor het verschuiven van roots-country naar meer rock georiënteerd materiaal.

Het melodieuzere 'Junior Blues' rockt, maar wel veilig

Walker Diver is een band die in de Nederlandse alt-country scene inmiddels een naam opgebouwd heeft. De band, in 2001 begonnen als solo-project van singer-songwriter Stefan 't Hooft (ex-Mitch), slaat met de nieuwe cd 'Junior Blues' nieuwe wegen in. Voor deze nieuwe plaat heeft 't Hooft, tegenwoordig ook docent songwriting aan de ROC-opleiding Pop en Sounddesign, enkele nieuwe muzikanten om zich heen verzameld. Walker Diver staat erom bekend rock-georiënteerde countrynummers af te wisselen met roots-songs. 't Hooft omschreef 'Junior Blues' in de Utracks uitzending van 2 mei 2007 als melodieuzer dan voorganger 'White Knuckle Ride' (2004), ook laat de band zich op het nieuwe schijfje meer van zijn rock-kant horen. De roots nummers zijn op 'Junior Blues' zeker nog aanwezig (denk bijvoorbeeld aan het ook op hun My Space te horen nummer ‘Don't Mind Me, Baby’ en afsluiter ‘Mary, Mary’), maar minder prominent dan op de debuutplaat 'White Knuckle Ride'. Je kunt zelfs spreken van een wat meer catchy geluid: de melodieën op 'Junior Blues' hebben alles in zich om zich sneller in het hoofd van de luisteraar te nestelen. De nummers van Walker Diver zitten muzikaal nog steeds goed in elkaar en de teksten van 't Hooft (onder andere over de veranderingen die het vaderschap met zich meebrengt en jaloezie) zijn wederom spitsvondig te noemen. Wellicht dat Walker Diver met deze cd zelfs een breder luisterpubliek kan aanspreken: 'Junior Blues' kan met een meer poppy geluid een prima opstapje zijn voor mensen die pure roots nog iets te ver vinden gaan. De vergelijking met R.E.M., zoals diein het verleden vaak wordt aangehaald, is niet heel gek gevonden. Nummers als de openingstrack 'Fugitive' brengen gedachten aan de oude R.E.M. naar boven. 'Junior Blues' heeft net als 'White Knuckle Ride' wel één nadeel: de liedjes klinken nog steeds ietwat veilig. De nummers zouden af en toe wat gedurfder mogen klinken, zodat ze wat meer zou opvallen. Ook uit het stemgeluid van 't Hooft (dat vaak vergeleken wordt met dat van Michael Stipe van R.E.M.) valt iets meer te halen. Maar het moet gezegd worden: met 'Junior Blues' is verdacht weinig mis.