Sleazerock van Nashville Pussy: veel show, weinig wol

Voorprogramma Black Rodeo laat publiek warmdraaien in De Helling

Tekst: Dirk Verhoeven / Fotografie: Tim van Veen, ,

Voorprogramma Black Rodeo bestaat uit beren van kerels die de luisteraars al grommend en grauwend in rauwe rock-sferen brengen. Vervolgens grijpt de hoofdact uit Tennessee het publiek meteen als een gevaarlijke panter naar de keel. Nashville Pussy heeft veel weg van een platte horrorfilm. Waar bloed bier wordt en gegil vervangen wordt door ‘Hell, yeah!’. Een beetje goor, maar wel lekker.

Voorprogramma Black Rodeo laat publiek warmdraaien in De Helling

De avond begint wat verwarrend. Afgaand op de posters verwacht de bezoeker te gaan kijken en luisteren naar achtereenvolgens Tokyo Dragons, Artimus Pyledriver en Nashville Pussy. De eerste twee blijken niet aanwezig. Wat we wel voorgeschoteld krijgen is Black Rodeo. De punkrockband uit Klazienaveen is als een rauwe biefstuk, waar de luisteraar flink zijn tanden in kan zetten. Met name het derde nummer, ‘Lonely At The Top’, waarin snoerharde gitaarsolo’s strak afgerond worden en zanger Marcel van Haaff erop los gromt, is beregoed. ‘I’m such a fuckin’ beast!’, schreeuwt hij later dan ook. Meer is niet verstaanbaar, maar het gitaarspel en de strakke drums, die net tegen het ritme aan lijken te zitten, maken veel goed. Als een stel jonge, enthousiaste honden draaien de bandleden van Black Rodeo het publiek warm voor de hoofdact. Een leuke activiteit in de pauze is T-shirts kijken. De fans van Nashville Pussy dragen vanzelfsprekend behoorlijk uitdagende teksten op het lijf. Voorbeelden zijn ‘Pussy Worship Now’, ‘In Lust We Trust’ en ‘I Love Pussy’ (voor) … ‘Nashville That Is’ (achter). Het podium wordt omgebouwd en een drumstel met daarop een panter met ontblote tanden wordt zichtbaar. Nashville Pussy komt op, zanger Blaine Cartwright met baseball-cap, zijn blonde vrouw en gitariste Ruyter Suys met de onontkoombare cowboyhoed. “What time is it?” schreeuwt Blaine. “It’s pussy time!”, de vrouwelijke bandleden op hun beurt. Een smerige sfeer is gezet en de eerste drie nummers donderen over het publiek heen. Niks geen adempauze. Na deze vlammende introductie hebben we eigenlijk alles al gehad: raggende gitaren, likkebaardende vrouwen en refreinen over elke vorm van de seksuele daad. Hoewel de variatie ver te zoeken is, is de show nog lang niet afgelopen. De sterke kanten van de sleazerockers komen het beste samen in ‘Come On, Come On’, een nummer van het nieuwste album ‘Get Some’. Veel gitaargeweld, strakke drums, geschud met huid en haar en meezingbare refreinen maken dit nummer tot het eerste hoogtepunt van de set. De blonde gitariste is trouwens een show op zichzelf. Zij kruipt met gitaar over het podium, duikt naar het publiek of keert deze wulps de kont toe. Haar man pakt er maar een fles Four Roses bij, het is per slot van rekening een koude maandagavond. “Soms waren haat en whisky het enige dat ik had”, roept Blaine en met een flinke slok leidt hij zijn meest bevlogen lied in, jawel, ‘Hate and Whisky’. Aan het einde van de show heeft Nashville Pussy ook nog een wijze les voor de luisteraars in petto: “Er zijn drie sleutelwoorden in het leven: ‘Keep On Fuckin’!’.” Alles wordt gegeven om deze drie woorden kracht bij te zetten. Zanger Blaine schreeuwt het uit en laat zich op het podium vallen, waarna zijn vrouw haar shirt omhoog trekt en een portie tiet laat zien. Al even onontkoombaar als de cowboyhoed. Nashville Pussy eindigt nog heftiger dan dat het begint en laat zien dat veel van hetzelfde niet altijd hoeft te vervelen. Zolang er maar een goede show neergezet wordt, waarin veel drank, seks en rock voorkomen. Aldus zanger Blaine, die een blik bier over zijn kale kop giet, om er vervolgens nog één te drinken aan de bar. Nashville Pussy & Black Rodeo Gezien: Tivoli de Helling, maandag 10 april 2006