Wegens tegenvallende kaartverkoop van de Oudegracht naar Tivoli de Helling verplaatst, maar daar kwam Helmet wel razendgoed uit de verf. Hun oersimpele doch hyper-opzwepende metal beïnvloedde midden jaren ’90 veel bands, maar bereikte nooit het grote publiek. In De Helling etaleerde Helmet weinig spannende nieuwe ideeën, maar wist wel anderhalf uur geolied beukend te bekoren.

Natuurlijk komen er wel vaker relikwieën uit de nog niet eens zo tot stof vergane muziekhistorie naar Utrecht, maar Helmet is toch van een andere categorie. Simpelweg omdat de band de bezoekers niet achterliet met een overheersend gevoel van weemoed. Sterker nog: de Amerikaanse metal-veteranen speelden bijna zo furieus en bruut als op ‘Strap It On’, en dat vijftien jaar later. Bijna, want zo genadeloos voorthamerend als de metal op het net een half uur klokkende debuut, was wel wat té eendimensionaal geweest voor een show van anderhalf uur.

En het was juist opvolger ‘Meantime’ die veel oren opende. Platenmaatschappijen vochten, begin jaren negentig driftig op zoek naar de nieuwe Nirvana, om het compromisloze viertal vast te leggen. De band zelf was wars van commerciële concessies en het was weinig opzienbarend dat hun meedogenloze aanpak niet tot grote verkoopsuccessen leidde. Meantime en het iets toegankelijkere, door Butch Vig geproduceerde, ‘Betty’ beïnvloedden wel legio bands. Je kunt de beproefde methode ‘gas erop-gas eraf-vól gas erop’ nu nog in veel nu-metal bands terughoren.

Drie jaar na Betty deed Helmet-voorman Page Hamilton wat vreemds. Hij verruilde op ‘Aftertaste’ z’n brute gegrom en spraak-zang voor iets wat voor echte zang moest doorgaan. Het deed de puristen pijn, maar de band kwam er redelijk mee weg. Na zeven jaar stilte trok Helmet vorig jaar die lijn door. Op het comeback-album gaat het gezang van Hamilton echter ook vergezeld van minder imponerende composities.

Live in De Helling maakt het nieuwe werk bovendien een matte indruk. Hoewel de vernieuwde band, wel met gitarist Chris Traynor, ongelofelijk strak speelt, pakken de recente nummers je amper bij de kladden. De stem van Hamilton lijkt ook niet bestand tegen al dat zingen en komt er maar moeizaam bovenuit. Wél bezondigt hij zich aan te langdradige anekdotes. Gelukkig resteert er zat stemband om geregeld de publieksgunst met een Helmet-klassieker terug te winnen. En wie klaagt er over intermezzo’s als band en publiek er na zo’n anderhalf uur nog geen genoeg van kunnen krijgen?

Bezoekers die Helmet midden jaren negentig al eens in Nederland aan het werk zagen, hielden toch voorzichtig rekening met een teleurstelling, maar ze kregen een superstrakke band die ook meer spelplezier uitstraalde dan destijds. Dertien lang gekoesterde oudjes dwingen met genadeloze staccato-riffs en die onweerstaanbaar meeslepende Helmet-groove opnieuw respect af. Subliem dubbel hoogtepunt is de weergaloze versie van ‘Wilma’s Rainbow’, waarna de band zonder adempauze kanonhard doorhakt met ‘In The Meantime’. Zoveel stouter dan menigeen had durven dromen. Hoewel een ‘Sinatra’ als afsluiter niet had misstaan, zei de kniesoor.

Gezien: Helmet, Tivoli De Helling, woensdag 8 juni 2005