Backwater is “verslaafd aan adrenaline, testosteron en angst om af te gaan”

Interviews met de finalisten van het Geheim van Utrecht – deel 4

Rogier Westerhoff, ,

Aanstaande vrijdag vindt de finale van het Geheim van Utrecht plaats. De finalisten dit jaar zijn phinx, Ruby Q, Bitter Lemon, Land of Airplanes en Backwater. 3VOOR12/Utrecht stelt deze week iedere artiest dezelfde tien vragen. Vandaag is Backwater aan de beurt. Sleutelwoorden van het interview: motivatie, realiteitszin en humor.

Interviews met de finalisten van het Geheim van Utrecht – deel 4

Door het ‘Geheim van Maartensdijk’ en achtereenvolgens de regiofinale van het Geheim van Utrecht in de Bilt te winnen, plaatste Backwater zich voor het Geheim van Utrecht. Verder speelt de band in september op het ‘Rock Am Turn’ festival in Duitsland. Boze tongen beweren, dat de band teveel lijkt op de ‘American Rock’ van bands als Nickelback en Creed. Maar tot op de tanden bewapend met techniek en gedrevenheid hebben de vier mannen het ondertussen maar wel mooi tot de finale geschopt. In de Stairway to Heaven spraken uw reporter en fotograaf met frontman Menno Fink en bassist Kees Ligtelijn. 1. Wat voel je als je muziek hoort ? Menno: “Inspiratie, zin om zelf te spelen. Vaak zet ik mijn muziek puur op ‘random’, zodat ik zelf alle onverwachte stukjes kan gebruiken voor eigen ideeën” Kees: ”De baslijn. Ik neurie de hele dag baslijnen mee van nummers die ik heb gehoord. Bassist zijn hoort bij mij.” 2. Waar geniet je het meest van in het leven? Kees: “Afwisseling. Voor mij moet het altijd beter, meer, harder en zachter tegelijk. Ik vind ook dat je die instelling moet hebben als je in een band speelt. Ik wil zo ver mogelijk gaan, dan kun je in ieder geval later zeggen dat je het hebt geprobeerd. Het zou toch vreselijk zijn als je als ouwe lul spijt hebt dat je je passie niet hebt gevolgd toen je er de kans voor had.” Menno: “Vrijheid om te bepalen wat je wel en niet kan doen. Dat je bijvoorbeeld in de trein stapt zonder je zorgen te maken over hoe laat je weer terug moet. Ik wil geen kantoorbaan. Ik doe nu wat ik het liefst doe: in mijn eigen studio werken. Dat is mij heel veel waard.” 3. Hoe en door wie worden de nummers gecomponeerd? Menno: “Ongeveer de helft ontstaat uit jammen, de andere helft komt van ideeën als gitaarthema’s of riffs. Als het na een aantal keer niet goed voelt, laten we het liggen. Ik denk dat één op de drie ideetjes uiteindelijk een concreet nummer wordt.” Kees: ”Als een nummer in de schets klaar is, trekken we het vervolgens ook weer helemaal uit elkaar. In een groepsproces leggen we alle partijen op de pijnbank. Als iets niet goed is, vervangen we het door iets anders. Je kan best zeggen dat we soms wel eens van een groene appel een blauwe peer maken.” 4. Wat voel je als je muziek maakt? Kees: “Van alles tegelijk: adrenaline, testosteron en tegelijkertijd ook angst om af te gaan. Al die lichaamseigen stoffen zorgen bij mij voor een trance. Een verslavende mix waar ik tijdens een optreden niet uit wil komen.” Menno: ”Live op het podium voel ik me als een kind in de Efteling. Op weg naar het spookhuis: ik durf er niet in, maar ben toch zo benieuwd wat er gebeurt als ik het wel doe.” 5. Waarom doen jullie mee met een bandcontest? Menno: “Om meer op te treden en zo meer mensen te bereiken. En ook om te leren van je fouten.” Kees: ”Optreden in een wedstrijd is goed voor je bandmoraal. Als je wint, ben je helemaal blij en gedreven om het de volgende keer nog beter te doen. Als je verliest, ben je pisnijdig en ga je nog harder werken om de keer daarop wel indruk te maken. In beide gevallen wordt de kwaliteit van je muziek en podiumpresentatie verbeterd.” 6. Hoe schat je jullie kansen in het Geheim van Utrecht te winnen? Kees: “Eens even rekenen: 20 procent (lachen).” Menno: “50 procent: ja of nee (weer lachen).” Kees: ”Het niveau is heel hoog. Het is een eer om met al die goede bands te spelen. Ik denk dat het een beoordeling op de vierkante centimeter wordt. En je hebt ook nog zoiets als een vorm van de dag.” Menno: ”Het wordt hoe dan ook close. Ik zou het wel als een verlies beschouwen als we vierde of vijfde worden. Maar goed, of we nou winnen of niet, we staan toevallig mooi wel even in Tivoli.” 7. Wat vind je van jury’s? Kees: “Uit eigen ervaring weet ik dat jurylid zijn heel zwaar is. Het is niet leuk als je meer mensen ongelukkig moet maken dan gelukkig. Ik heb respect voor de jury, want ‘someone’s gotta do it’.” Menno: ”Er wordt veel gezeken over jury’s. Als je niet van jury’s houdt, moet je niet meedoen met een wedstrijd. Hoe hoger je komt, hoe hoger het niveau van de jury’s is. Die mensen zitten daar niet voor niets, hun oordeel betekent daadwerkelijk iets. Voor ons is het zaak dat we de kritieken van het juryrapport in het ‘Backwater-straatje’ plaatsen om zo als band te groeien.” 8. Wat zijn jullie plannen voor het volgende jaar? Menno: “We krijgen steeds meer het gevoel dat ‘het kan’. Wat ‘het’ dan is, is moeilijk te zeggen, maar er borrelt iets. We willen proberen om ook in het buitenland te spelen. We spelen dit jaar op het Rock Am Turn Festival in Duitsland en hebben daar zelfs nog een extra regulier optreden aan vast weten te plakken.” Kees: ”Ik ben hard bezig met het regelen van optredens in Nederland, België en Duitsland. Dat moet mogelijk zijn. In Duitsland vinden ze het vaak tof dat er een voor hen ‘buitenlandse’ band speelt. En zo is dat volgens mij ook in andere landen.” Menno (lachend): ”Nederlandse bands vinden Duitse bands helemaal niet tof!” 9. Wat of wie zijn je inspiratiebronnen? Menno: “Mensen die een doel hebben en daar helemaal voor gaan. Iemand die in het diepe duikt. Daarmee bedoel ik dus ook de meeste artiesten. Ik heb bijvoorbeeld ook respect voor mensen die aan Idols meedoen.” Kees: ”Ik ben een muzikale vuilnisbak. Ik geniet van alles wat me iets doet. Vaag? Ach, kijk in mijn cd-kast en je vind Meshuggah naast Claude Debussy.” 10. Wat is jullie geheim? Menno: “Door met deze vier mensen te spelen, stijgen we boven onszelf uit.” Kees: ”Afgrijselijk hard werken. En al de mensen die ons steunen. We hebben twee roadies en een websitebouwer die alles voor niks doen. En onze fans steunen ons ook door dik en dun. Deze mensen zijn we heel veel dank verschuldigd.”