‘I’ll play one more song and then I’ll quit’ sprak David Freel, zanger/gitarist van Swell halverwege het optreden, als antwoord op een vraag uit het publiek of de geruchten van een split waar waren. Eerder die avond nam voorprogramma Taxi to the Ocean niet eens de moeite van het podium te stappen voor hun toegift, want terwijl frontman Just Posthumus zijn gitaar neerzette, riep de constant olijk rond springende bassist Joost Oskamp zélf al om een ‘Zugabe!’ Een band die vastbesloten is het helemaal te maken en één die zich er droevig bij neergelegd heeft dat het nooit meer wat wordt: 13 mei in de Helling was een vreemde in de avond.
Terwijl Taxi to the Ocean het podium opstapte, kwamen de mannen van Swell net aanrijden in hun toerbusje. De zaal was nog slechts gevuld met vrienden en kennissen van de Utrechters, maar dat weerhield hen niet van om enthousiast te beginnen. Muzikaal zat het dik in orde, met strakke, vakkundige uitvoeringen van het materiaal van hun uitstekende nieuwste CD 'Sunday Longplay'. De band zelf leek zich hier goed van bewust te zijn, gezien de zelfverzekerde blikken in de zich langzaam vullende zaal. De uitstraling, de nummers, de tong van de bassist: alles wees erop dat hier een band stond met een pracht van een toekomst in het verschiet. Of alleszins een band die een pracht van een toekomst verdíent. Terwijl ze van het podium af stapten, deden ze dat met een blik die verried dat ze alweer zin hadden in het volgende optreden.
Het eerste beeld van Swell toen ze, nadat ze na de soundcheck nog even een biertje waren gaan halen, het podium betraden, sprak al direct boekdelen. Waar binnen Taxi to the Ocean de krullebollen en lange haren zegevieren, waren dit mannen op leeftijd die al redelijk wat haarverlies hadden moeten ondergaan. En waar Just Posthumus het publiek enthousiast groette, begonnen David Freel en de zijnen te spelen alsof er geen publiek was en er ook nooit een publiek geweest was. Wat niet eens zover van de waarheid af staat. Want vijftien jaar aan de weg timmeren leverde de band slechts een handjevol fans op, een klein aantal platenlabels die hen tekenden en weer dumpten en, zo bleek vanavond, een hoop cynisme. Het publiek behagen leek bijna een nachtmerrie voor ze. Toch deden ze dat, gek genoeg, door de prachtige, hartverwarmende, hypnotiserende, afstandelijke maar toch ook weer zeer emotionele -kortom: zeer intrigerende- liedjes.
De ritmesessie was strak, de akoestische gitaar hard en scherp en Freels zang bleef constant ingetogen en droog, waardoor je telkens wenste dat hij eens zou uithalen, maar je wist dat hij dat nooit zou doen, en dat dat eigenlijk ook maar het beste was. De enige, zeldzame tierelantijntjes kwamen van de tweede gitarist en toetsenist. Kortom, de mannen deden hun ding en dat is na al die jaren nog altijd een volstrekt uniek, ongrijpbaar ding. Muziek om met de ogen dicht op te wiegen, muziek om bij te zweven. Maar deed je je ogen weer open, dan zag je weer die mannen die gewoon hun werk deden, als waren ze loodgieters. Zodra de job naar hun idee gedaan was, stapten ze dan ook onmiddellijk weer van het podium, het publiek, ineens weer op de grond gesmakt, verbouwereerd achterlatend. Na enig aarzelen kon er nog wel een toegift vanaf: een nummer dat voor ongeveer één derde uit feedback en mompelen in de microfoon bestond. Waarna Freel's woorden ‘Yeah, I quit’ volgden en ze weer weg waren. Waarschijnlijk was dit dus Swells laatste optreden in Nederland en het publiek was zo verontwaardigd over het abrupte einde, dat het wel degelijk verdiende applaus uitbleef. Maar Freel kon het waarschijnlijk al lang niet meer interesseren. En zo lijkt er weer een indiepop-grootheid gestorven. Op naar de volgende.
Swell en Taxi to the Ocean
Gezien: Tivoli De Helling, donderdag 13 mei 2004.
Swell en Taxi to the Ocean spelen nog één liedje
Opkomst en ondergang in de indiepop
Op 13 mei in De Helling stierf indiepop-grootheid Swell een trieste dood met een ongeïnspireerd en tóch prachtig optreden en leek Taxi to the Ocean nog altijd hard op weg naar een glorieuze toekomst. Een bizarre avond, al met al.