Tivoli wederom inktzwart bekeerd door 16 Horsepower

Zonder lach toch voldoening

Mike B, ,

De louterende treurnis in de klaagzangen van David Eugene Edwards is een tijdloos fenomeen, zo blijkt tijdens een optreden in een uitverkocht Tivoli. In minimale bezetting wordt het publiek weer maximaal gefascineerd.

Zonder lach toch voldoening

In een stampvol Tivoli mag Stuurbaard Bakkebaard het publiek alvast opwarmen. Zo op het eerste gezicht lijkt het een logische combi met 16 Horsepower: Drie man, met ook contrabas, akoestische gitaren en vervormde stemmen als opvallende punten. Maar qua stijl gaat het om uitersten, waarbij de drie voormalige straatmuzikanten zoals gewoonlijk uitblinken in prettig gestoorde klanken met gekte zoals tubavocalen en megafoons. Wat met de dynamiek en dansbare grooves in een aangenaam maar niet overdonderend optreden resulteert. 16 Horsepower was al een tijdje niet meer in Utrecht te zien, en werd na een sublieme eerste Europese tour in 1997 bekender en maakte later ook grote indruk op Lowlands, en daarna wat minder op Pinkpop. De band rond David Eugene Edwards (zang/ gitaar/ banjo/ bandoneon) blijkt nu gereduceerd tot een driemans oerbezetting met alleen oude getrouwen Pascal Humberts op elektrische en contrabas en Jean Yves Tola op drums. 16 Horsepower werkt ook altijd met veel dynamiek en verwerkt dat deze keer ook in de setopbouw. Om alvast aan de sfeeromslag te wennen wordt een veel te lang durende introtape van monnikenzang in mineur ingestart, waarna een ‘kleine’ setting met minidrumstel (snare + bekken) voorop het podium begint. Na een klein half uur van akoestische uitvoeringen van recente nummers gaat drummer Jean Yves verder op het complete potten en pannenstel en wordt de lading opgevoerd. Vreemd genoeg met vrijwel uitsluitend nummers van de eerste twee volledige platen (Sackcloth & Ashes en Low Estate). Dat is in eerste instantie even wennen zonder de extra viool- en gitaarpartijen, maar na een paar nummers blijkt minder ook meer te zijn: met name de duistere duwende baspartijen en de finesses in Davids klaagzangen komen nu sterker naar voren dan ooit. En veel oude nummers hebben een nieuw, soberder arrangement gekregen. Het drietal speelt met maximaal gebruik van dynamiek ook nog eens ontzettend strak en intens. Het zweet parelt van de voorhoofden en als David sporadisch zijn ogen opendoet en met wilde blik heen en weer kijkt wordt je onwillekeurig meegezogen. Voor vrolijkheid moet je ergens anders zijn. 16 Horsepower straalt altijd het gevoel uit dat het leven één groot tranendal is, waarbij mensen zondaars zijn met een geheimzinnig verleden. Da’s ook niet zo vreemd als je bedenkt dat David de zoon van een priester is en zichzelf ook een soort muzikale priester vindt. Desondanks is hij geen grote prater, laat staan preker. Pas na een uur richt David zich af en toe met een “thank you” tot het laaiend enthousiaste publiek. Wat later komt er zowaar iets meer tekst: “I love this city. You’ve got beautiful trees. I love trees.” Door de muziek denk je dan onwillekeurig “om je aan op te knopen soms?”. Vreemd genoeg is er ondanks de ingetogen presentatie, het sobere en donkere licht en het toch wat eentonige repertoire voldoende reden om laaiend enthousiast te worden. Al was het maar door prima uitvoeringen van prachtnummers als ‘I Seen what I saw’ en ‘Low Estate’. In tegenstelling tot vorige concerten gaat David meer ‘los’ met nerveus wiebelende voeten tijdens intense slidesolo’s, en hij dreigt zelfs af en toe van zijn eeuwige barkruk af te stappen op heftige momenten. En gek genoeg maakt dat meer indruk dan de eerste de beste gitarist die in een rockbandje met zijn gitaar staat te zwaaien. Eigenlijk verdient de band een prijs voor ‘heftigste band met banjo en bandoneon’. Wie het zoekt vindt loutering en extase in de heftige klanken van 16 Horsepower. Mocht je het gemist hebben: volgende keer snel een kaartje kopen. Want waarschijnlijk wil iedereen die deze show zag er dan weer heen. 16 Horsepower & Stuurbaard Bakkebaard Gezien: Tivoli maandag 12 juli 2004.