Frontman van het folkkwartet Thijs Kuijken heeft niet stilgezeten de afgelopen maanden. Niet alleen bracht hij met I Am Oak het nieuwste wapenfeit ‘Our Blood’ uit, maar ook leverde hij met folkfusie Black Oak (The Black Atlantic + I Am Oak) het debuutalbum af. Het eerstgenoemde is een aangrijpende ode aan de onlangs overleden vader van de zanger. De hoogste tijd voor Kuijken om de podia weer te bestijgen en ten gehore te brengen wat voor moois hij dit jaar heeft gecreëerd.

Het geluid van I Am Oak wordt voornamelijk gekarakteriseerd door het bijzondere stemgeluid van zanger Kuijken. Begeleid door het serene gitaarspel en de diepe, kalme bastonen maakt dit een fijne setting om bij weg te dromen deze zaterdagavond in de Jupiler Zaal van 013. De set wordt afgetrapt met ‘Famine’, een nummer waarin zowel het instrumentele samenspel als samenzang van de muzikanten harmonieus tot zijn recht komt.

Bassist Stefan Breuer is normaliter de komiek van de band, maar houdt zich dit concert opvallend stil. Breuer is vaak degene die de stiltes in de set opvult met droogkomische opmerkingen, maar dit keer laat hij dat over aan frontman Kuijken. Laat dat nou niet bepaald een podiumbeest zijn, maar met zijn vertrouwde zachte ‘g’ en Brabantse charme weet de Eindhovense zanger het publiek alsnog voor zich te winnen. De stille kracht pakt de zaal in met zijn verlegenheid die evenwel ongemakkelijk als ontwapenend is. De Jupiler Zaal is slechts halfvol, er is gedurende de set een flinke afstand tussen het podium en het publiek. Een aantal keer verzoekt Kuijken op een aandoenlijke manier met zijn zachte stem de aanwezigen om wat naar voren te komen. Met weinig resultaat, helaas. Dat komt ook deels door het feit dat in het midden van de zaal een aantal zitplaatsen is gecreëerd.

Overal in 013 hangen posters met het verzoek stil te zijn tijdens I Am Oak om het praatrumoer de band niet te laten overstemmen, maar dat verzoek blijkt niet echt nodig. Velen zullen ongetwijfeld gekomen zijn om te genieten van een rustig folkconcert in een singer/songwriter-setting, zoals ze op plaat van I Am Oak gewend zijn. Niets is echter minder waar. In bandformatie weet I Am Oak te verrassen met een voller en intenser geluid.  Op het podium lijkt I Am Oak compleet te transformeren in een andere band. Veel akoestische nummers die simpel en sereen aanvoelen op plaat, komen meer tot leven te wanneer ze op het podium ten gehore worden gebracht met een tweede gitarist, bassist en drummer. Dreunende drums en diepe bassen scheppen een extra dimensie aan het lieflijke folk-geluid waar I Am Oak normaal voor staat. Al zou er geroezemoes ontstaan in de zaal, de band weet dat toch wel te overstemmen.

Ongeveer halverwege de set wordt elektrische gitaar ingeruild voor een klassieke. Vervolgens verlaat de helft van de band voor even het podium. Alleen Kuijken en bassist blijven over, waarna ‘Curt’ wordt ingezet. Een iets minder bombastisch moment in de set, maar zeker niet minder aangenaam. Dit geeft gelijk de kracht van I Am Oak weer: hoe zeer de nummers ook worden gestript, ze blijven staan als een huis. Zowel met de plaat-sound als de band-sound. De zaal lijkt ervan te genieten. Gaandeweg het optreden heeft het publiek de ‘stilte graag’-posters braaf gehoorzaamd. Aan het eind van de set beloont men de band met een luid applaus, dat wordt ingeruild voor een toegift. I Am Oak komt nog even het podium op om folk-juweel ‘On Trees And Birds And Fire’ als allerlaatste te spelen.