Bierdouches en moshpits bij Truckfighters

Maar Zweedse stoners laten publiek te lang wachten op hardrockfeestje

Mathijs van Eeten ,

Het Zweedse Truckfighers staat vrijdagavond met een goedgevuld voorprogramma in de al even goedgevulde Jupiler Zaal van 013. De desert georiënteerde stonerrockers beloven er een heerlijk heet avondje van te maken en zetten ook zeker een knappe prestatie neer. Toch duurt het even voordat de avond echt op gang komt.

Terwijl buiten het kwik richting het vriespunt daalt, is het binnen in hartje Tilburg warm en behaaglijk. Achterin een zaal wordt gemoedelijk meegedeind op de muziek, terwijl het voorin juist krioelt van feestende jongeren. Honderden mensen zijn samen gekomen. Het regent bier en feestgangers worden op handen gedragen. Dat is niet omdat het carnavalsseizoen vandaag is begonnen; de uitbundige losbandigheid wordt veroorzaakt door drie zeer kundige idioten, op een podium in de Jupiler Zaal van 013. Ze komen ook niet uit Brabant, maar uit Örebrö, Zweden, en staan beter bekend als Truckfighters. Na een spetterende toegift aan het einde van de avond, kan de fanatieke helft van het publiek alleen maar smeken om meer, terwijl het trio het met een dankbare groet voor gezien houdt. “From now on we will play in Tilburg every time, thank you!” Toch moet er een hoop gebeuren voor het zo ver is.

"Best band that ever existed"
De driemansformatie Truckfighters is opgericht in 2001 en maakt sindsdien vrij consistent progressieve stonerrock. Truckfighters heeft inmiddels vijf albums uitgebracht, waarvan vooral de eerste twee hoge ogen gooiden onder critici. Josh ‘Queens of the Stone Age’ Homme prijst Truckfighters in een door de band gemaakte documentaire zelfs aan als "the best band that’s ever existed". Vooral het nummer Desert Cruiser van de eerste plaat springt eruit en is niet voor niets een bescheiden hit. Truckfighters stond in Nederland onder andere op Best Kept Secret 2014 en vorig jaar nog in de Effenaar in Eindhoven. De Zweedse wilden hebben inmiddels de reputatie een zeer energieke podiumact te zijn. Dat belooft dan ook wat voor de avond in 013, waarop nu ook delen van het nieuwe album V over het publiek worden uitgestort.

Denderende dynamiek
Het Oostenrijkse Witchrider, vriendenband van de Zweden, mag het publiek opwarmen met een van de Queens of the Stone Age geleend geluid. De band is een prima opener, vooral niet te zacht, met gefocuste bandleden die alle partijen netjes inspelen. De zanger is goed bij stem en geeft vooral op het laatst alles van wat zijn keel kan produceren. Alleen is de rek er dan al uit en komt de wat eenvoudige songstructuur bloot te liggen, vooral omdat er geen inspirerende podiumact is om dat te verbloemen.

Het publiek hoeft vervolgens niet lang te wachten op een logge binnenkomer uit het Noorden. We Hunt Buffalo is een stonerband uit Vancouver, Canada, bestaande uit drie gedrongen mannen, waaronder een maniakale bassist met een baard en een truckerspet die op de muziek rondwaggelt alsof hij dronken is. In 013 vibreren de lage tonen van de bass en drums de inhoud van je buik tot een zielig papje. De sound van de band werkt verslavend; op een of andere manier wil het maar niet vervelen. De bandleden gaan steeds creatief aan de loop met hun eigen muziekpartij, wat resulteert in een speels beukparadijs aan geluid. Zal We Hunt Buffalo de hoofdact naar de kroon steken?

Meesterlijke toegift
Het spandoek hangt en de lichten gaan uit. Het wordt wat stiller in de zaal. Dan stormt gitarist Dango met zijn wilde bruine haren het podium op, schreeuwt, rukt het shirt van zijn lijf en smijt dat het publiek in. De show kan beginnen. Na het eerste nummer al trakteren 'de fighters' het publiek op een korte drumsolo en even later hijst Dango zijn gitaar in zijn nek, waarna hij weer wild over het podium huppelt. Zanger Ozo en hij nemen het publiek steeds bij de hand. Ozo door te praten en te vragen om "some help over here" (meeklappen), terwijl Dango het vooral moet hebben van zijn gekke bekken en het bijna knuffelen van de voorste rij. De band ontvangt het publiek met open armen en dwingt zo veel sympathie af.

De Truckfighters vallen alleen steeds weer terug op wat Zweeds aandoende, zweverige psychedelica. Dat is lange tijd verwarrend, want steeds moet het publiek weer stoppen losbandig te zijn. Pas vlak voor de toegift zijn publiek en band zo aan elkaar gewend dat er met waardering naar de stille momenten wordt geluisterd en met dankbaarheid gemosht op het uptempo gedender waar Truckfighters in uitblinkt. Vervolgens is de toegift meesterlijk, beter dan de hele supportact bij elkaar. De Truckfighters sluiten af met Desert Cruiser en de halve zaal zingt mee met het refrein. Onder het luid gescandeerde "I'm running out of fuel" van het uitzinnige publiek verschijnt er een ontspannen lach op het verbaasde gezicht van Ozo; gelukkig, de avond is uiteindelijk dan toch geslaagd.