Nick Oliveri worstelt zich moedig door een door pech geplaagde set

Brekende snaren weten de sfeer in gezellig Extase niet te drukken

Maarten de Waal ,

Nick Oliveri, door elke rockliefhebber gekend om zijn bijdragen aan desertrockband Kyuss en het meer commercieel succesvolle Queens Of The Stone Age, maar ook als lid van Dwarves en gastoptredens bij een band als Turbonegro, timmert daarnaast al jaren aan de weg met zijn eigen project Mondo Generator en weet desondanks toch nog tijd te vinden om solo de wereld te doorkruisen onder de noemer ‘death acoustic’. In deze laatste gedaante staat dit nijvere en rusteloze baasje deze vrijdagavond in Extase, een kroeg die zich meer en meer aan het profileren is als een uitgelezen plek voor clubshows. Uit de berichtgeving leren we Nick kennen als een soms wat onvoorspelbare en grillige man, maar vanavond lijkt hij in een goed humeur te zijn, en houdt hij zich op het terras van Extase voornamelijk bezig met pogingen om een overwegend vrouwelijk gehoor te imponeren met stoere verhalen en gemoedelijk slap geouwehoer, onderwijl afwisselend bier en tequila in zijn keelgat keilend. Dat is allemaal heel gezellig, maar uiteindelijk moet er toch ook wat muziek gemaakt worden, en dus begeeft een behoorlijk aangeschoten Oliveri zich zo rond half elf eens naar de zaal. Als dat maar goed gaat…

Eenmaal daar aangekomen gaat hij uitermate energiek van start, maar is misschien wat te enthousiast, want bij het eerste het beste nummer begeeft reeds een van zijn snaren het. Een reservegitaar blijkt hij niet te hebben, dus moet er even vervangen worden, en dat duurt gezien zijn toestand misschien wat langer dan gebruikelijk. Daarmee is echter geen man overboord, en hij revancheert zich snel met de Queens-klassieker ‘Feel Good Hit Of The Summer’, waarvoor hij het halve publiek op het podium noodt om uit volle borst de tekst “Nicotine, Valium, Vicodin, Marijuana, Ecstasy and Alcohol” mee te brullen. Daarmee is het ijs, met dank aan de enthousiaste Belgen vooraan, definitief gebroken, maar dat is helaas niet het laatste dat breekt deze avond. We hebben het aantal gebroken snaren tijdens de set niet bijgehouden, maar het is om de seconde raak. Misschien springt de van huis uit bassende Oliveri wat al te onvoorzichtig om met de tere gitaarsnaren, misschien speelt zijn uitgelatenheid ook een rol – hoe het ook zij, dit optreden wordt er een met vele onderbrekingen. Oliveri is een vlotte prater, dat hadden we op het terras al mogen ondervinden, en hij vult de gaten in de set dan ook moeiteloos in met het ophalen van herinneringen en het tappen van moppen. Aangezien hij zijn setlist bij de vorige gig is kwijt geraakt, moet hij ook telkens ter plekke verzinnen op welk nummer hij zijn gehoor nu eens zal vergasten.

Een enigszins in het water gevallen optreden dus? Verre van. Wie Oliveri aan het werk ziet, voelt meteen dat hij te maken heeft met iemand die zijn hele leven opdraagt aan de muziek. Zijn felle, bijna agressieve gitaarspel heeft iets heel eigens, en hetzelfde kan gezegd worden van zijn zang, met name daar waar hij zich laat verleiden tot een geschreeuw waar het venijn en de strijdbaarheid vanaf druipen. Elk nummer dat hij ten gehore brengt, of het nu de Ramones-cover ‘Endless Vacation’ (Nick is eerst en vooral een punk, zowel in leefwijze als in muzikale voorkeur) of een song van Turbonegro is, weet hij tot een eigen lied te maken. Het beste is hij echter op dreef wanneer de songtekst handelt over een eigen ervaring, zoals het lied ‘Auto Pilot’ over een overleden vriend, of afsluiter ‘Four Corners’. Hopelijk blijft de pech van dit optreden hem desondanks bij zijn verdere tour bespaard – een man als Oliveri gun je wat geluk, zowel op het podium als daarbuiten.