At The Close Of Every Day doet de luisterkuil het zwijgen toe

Band raast als een winterse storm in juli door Cul de Sac

Tjeerd van Erve ,

At The Close Of Every Day draait inmiddels al weer een paar jaar mee in de nationale en internationale muziekscene. Noem het indie, noem het slowcore, hoe dan ook staat ze dinsdagavond in Cul de Sac om haar Troostprijstour af te trappen.

Band raast als een winterse storm in juli door Cul de Sac

At The Close Of Every Day draait inmiddels al weer een paar jaar mee in de nationale en internationale muziekscene. Noem het indie, noem het slowcore, hoe dan ook staat ze dinsdagavond in Cul de Sac om haar Troostprijstour af te trappen.

In de luisterkuil staat het drietal meteen als een huis. De set wordt geopend met een van de toppers van de voorlaatste cd (De Geluiden Van Weleer), het prachtige nummer Hulde Aan Ons Dorp. De boerderij wordt wederom afgebrand en de sfeer is gezet. At The Close Of Every Day brengt ruim een uur aan traag voortkruipende muziek die zich met iedere mineur dieper onder je huid wringt. Denk aan het langzamere, maar ook betere werk van Pedro The Lion en je hebt onze Nederlandse broeders. Eigenlijk omschrijft zanger/drummer Eggermans de eigen muziek het beste wanneer het titelnummer van de laatste plaat Troostprijs wordt gespeeld: “Even if we win, we win with our hands down.” Een donkere wolk van troosteloosheid waar zonnestralen van hoop doorheen te horen zijn, werpt zich dan ook over de Cul.

Onder die wolken, dreigend tussen aanbrekende storm en doorbrekende zon, vleit het publiek zich neer in absolute stilte, om die slechts gepast en terecht te doorbreken met applaus tussen de nummers. Luisteren naar At The Close Of Every Day is als baden in een warm buitenbad, waar de herfstbladeren al op drijven en koude, volle regendruppels neerstorten. De band brengt een dwarsdoorsnede van haar inmiddels vrij brede oeuvre, aangevuld met een enkele cover (The Church – Under The Milky Way in een prachtversie, net als Bang van Doe Maar. Als je niet beter wist, zou je haast geloven dat dit laatste nummer van At The Close Of Every Day zelf is). Alles is perfect in balans. De band laat zien tot de internationale top van het genre te behoren. Het niveau van de cd’s wordt live eenvoudig gehaald, zonder de indruk te wekken deze klakkeloos na te spelen.

Geen man in de zaal die dan ook niet overtuigd is van de kwaliteiten van de band als zij haar set met de cover Bang afsluit. Nog even wordt er hard geroepen en komen de mannen terug voor een extra nummer. Eentje maar, maar dat is ook genoeg. Niemand  die nog twijfelt aan deze heren, grif worden cd’s afgenomen en bevredigd wordt er huiswaarts gegaan. De Cul moet namelijk snel worden leeggeruimd om plaats te maken voor hard kletsend studentenpubliek dat haar verenigingsborrel komt nuttigen. Een groter contrast had een novellist niet kunnen bedenken, maar dat deert niet. At The Close Of Every Day heeft ons tijdelijk verlost van al onze zonde met een set die over je heen komt als een winterse storm in juli. Koud, pijnlijk, striemend en vooral onverwacht, maar met de wetenschap dat het zonlicht aan de andere kant van de wolken er zometeen door zal breken om warmte te brengen.