Ponytail brengt Bat Cave in beweging

Autorace vliegt net iets teveel uit de bocht

Tjeerd van Erve ,

Woensdagavond was er in de Bat Cave in 013 sprake van een avond van uitersten. Voorprogramma Autorace wist het merendeel van de Bat Cave tot wanhoop te drijven met zijn dissonante lofi. Daarna zette Ponytail diezelfde mensen in vuur en vlam met een mix van postpunk, Afrikaanse ritmes en hoge jodels. Voor de tweede keer in Tilburg, en hopelijk snel weer terug.

Autorace vliegt net iets teveel uit de bocht

Woensdagavond was er in de Bat Cave in 013 sprake van een avond van uitersten. Voorprogramma Autorace wist het merendeel van de Bat Cave tot wanhoop te drijven met zijn dissonante lofi. Daarna zette Ponytail diezelfde mensen in vuur en vlam met een mix van postpunk, Afrikaanse ritmes en hoge jodels. Voor de tweede keer in Tilburg, en hopelijk snel weer terug. AUTORACE De avond wordt geopend door het Arnhemse Autorace. Lofi uit de lage landen. Ze spelen een ontstemde en aandoenlijke set van ruim dertig minuten aan korte en slordige liedjes. Het geheel klinkt als een mix van de vroege Pavement, Trumans Water, Breeders en de vroegere platen van Sebadoh. Bands die door ondergetekende zeer bemind worden. Toch is de mix van deze briljante bandjes geen garantie voor succes. Autorace klinkt te rommelig. De dissonante zang, gitaren en zeurderige Casio zijn net iets te geforceerd vals om nog als eerlijk over te komen in plaats van gewoon slecht. Toch is Autorace niet alleen slecht. De nummers zijn indien goed gespeeld eigenlijk best aanstekelijk, en laten potentieel mooie liedjes horen. Nu is de hoop echter dat dit een off-day was, en niet de live standaard van Autorace. Er is namelijk niets zo erg als slecht gespeelde lofi. PONYTAIL Gelukkige maakt Ponytail het doorstaan van het voorprogramma vanaf de eerste seconde de moeite van het wachten waard. Voor de aardig gevulde Bat Cave speelt Ponytail een energieke en vrolijke show. Postpunk op 78 toeren, met invloeden uit de wereldmuziek en een erg grote dosis vrolijkheid. Gedurende de hele set blijft de frontvrouw van Ponytail op en neer hupsen, alsof ze bezig is met een aerobics oefening. Tegelijkertijd slaat ze de hoogst mogelijke tonen in een Afrikaanse jodel uit. Af en toe komt er een stukje tekst voorbij dat uit volle borst wordt meegezongen door het hupsende publiek. Dit tot vermaak van Ponytail, die er vervolgens nog een tandje bovenop gooit. Na een klein uurtje hupsen en hopsen op de meeslepende primaire muziek van Ponytail is het voorbij. Geen toegift, want ze hebben alles gespeeld wat ze hebben. Toch gaat iedereen met een voldaan en goed gevoel naar huis. Dat kan ook niet anders, na een concert van Ponytail.