Motörhead grijpt 013 bij de ballen

Danko Jones brengt 'keurige' rock 'n roll

Dyon Schlebos ,

Buiten vriest het dat het kraakt, binnen in de Dommelsch Zaal van 013 kraken de trommelvliezen vanavond. Want niemand minder dan het Engelse Buiten vriest het dat het kraakt, binnen in de Dommelsch Zaal van 013 kraken de trommelvliezen vanavond. Want niemand minder dan het Engelse Motörhead staat, met het in vergelijking lieflijke Danko Jones, het publiek ontzettend harde rock ‘n’ roll te voeren!

Danko Jones brengt 'keurige' rock 'n roll

Buiten vriest het dat het kraakt, binnen in de Dommelsch Zaal van 013 kraken de trommelvliezen vanavond. Want niemand minder dan het Engelse Motörhead staat, met het in vergelijking lieflijke Danko Jones, het publiek ontzettend harde rock ‘n’ roll te voeren!

DANKO JONES
Keurig op tijd begint het Canadese trio, vernoemd naar de bands zanger Danko Jones, om de al bijna volgestroomde Dommelsch Zaal te vermaken. En dat vermaken kun je wel over laten aan frontman Danko Jones. Melige (seksgetinte) grappen en grollen met vervolgens zoals hij het zelf al verwoord: 'no bullshit in between tonight'. Cliché hardrock die flirt met de bluesy stijl van bands als Thin Lizzy en AC/DC. Jones speelt een prima set met oude klassiekers als Cadillac en First Date, maar ook een aantal nummers van het recent uitgebrachte album Never Too Loud. En dat is Danko Jones eigenlijk wel in een notendop. Het klinkt allemaal naar behoren, maar wel erg keurig. Hoewel de humor niet door iedereen in de zaal wordt gewaardeerd (banale grapjes over bijvoorbeeld orale seks worden na meer concerten van Danko te hebben gezien een beetje vermoeiend), staat hij er wel als frontman. Danko doet het vanavond aardig en brengt twee goede muzikanten met zich mee, maar het blijft toch echt het voorprogramma…

MOTORHEAD
Motörhead heeft geen introductie nodig. Dat blijkt wel wanneer het trio, waaronder een van de nog weinig authentieke rock ‘n’ roll helden zanger/bassist Lemmy, het podium opstapt. Motörhead is zo'n band waar het onwerkelijk lijkt te zijn dat je er live naar staat te kijken. Om Foo Fighters zanger Dave Grohl te quoten: "Fuck Keith Richards, fuck all those dudes that surrvived the 60's. Flying around on Leer Jets, living up to their gunslinging reputation, as they fuck supermodels in the most expensive hotel in Paris. It's like, do you know what Lemmy's doing? Lemmy's probably drinking Jack's and coke writing another record." En daar is waar het om draait bij Motörhead: no nonsense rock ‘n’ roll. Waar Danko Jones zich afvraagt of er wordt gezoend bij een eerste date in het nummer First Date, zingt Lemmy: "Rock out with your cock out!" tijdens Rock Out, afkomstig van alweer het twintigste album genaamd Motörizer. Dat is het verschil. Daar scheiden de jongens zich van de mannen. De mannen laten een diverse set horen, maar wat wil je ook met zoveel albums. Veel verschil in kwaliteit is haast niet te onderscheiden; nieuwe nummers bereidt met het oude recept. Maar zo hoort het en zo klinkt het ook gewoon het lekkerst. Het enige dat echt opvalt vanavond is de akoestische set waar een country versie van Whore House Blues wordt gespeeld, waarbij de drummer meetokkelt op de gitaar en tegelijk het ritme verzorgt met de voeten. Lemmy, wiens mondharmonica in zijn baard verdwijnt, staat er haast onwennig bij zonder Rickenbacker-bass om de nek, maar klinkt nog steeds geweldig. Dan terug naar elektrisch waar de twee laatste nummers voor weinig verrassing, maar niet minder vertier zorgen. Eerst het levenslied van Motörhead: Ace Of Spades, dat na achtentwintig jaar nog lang niet vastgeroest klinkt. Vervolgens als absolute afsluiter Overkill, waar alvorens Lemmy nog een keer roept waar het op staat: "We are fucking Motörhead and we play rock ´n´ roll!" en zo is dat.