Stuurbaard Bakkebaard: anderhalf uur lo-fi pret

Schieten raak en fluiten Whistle Dixie

Bas Verbeek, ,

Geen onbekende meer in het land en zeker ook niet in Tilburg. Enkele maanden terug gaf Stuurbaard Bakkebaard nog een heerlijk concert in Cul de Sac, gisteren deed de band er een schepje bovenop in 013. Langer en nog meer avant-gardistische gekkigheid. Maar toch ook vooral geweldige liedjes met gevoel voor gevoel.

Schieten raak en fluiten Whistle Dixie

‘Whistle Dixie’ bracht Stuurbaard Bakkebaard tot the next level. Niet alleen feitelijk door nu ook een deal te sluiten om de plaat in het buitenland uit te brengen, maar vooral omdat het trio als nooit tevoren met sfeer en rake details ieder liedje tot zowel een heerlijke luisterliedje als humoristische kraker weet te maken. Op het podium is Stuurbaard een act met een cabareteske smaak van de charismatische frontman. In 013 schitterde de band gisteren en ook supporttrasher Ottoboy raakt de juiste snaren. OTTOBOY Vuilnisman begint one-man-trashband. Logisch. Ottoboy uit Hengelo zit in een hoekje van het podium en ziet er dan ook echt uit als een arbeider. Simpele spijkerbroek, warrig haar vanonder de pet en een ongeschoren gezicht. ‘Raw und Primitiv’ kunnen we volgens de albumtitel verwachten, het album maakt die belofte waar. Op het podium gaat hij nog meer op in zijn bluesy trashrockliedjes en zo krijgt de wat oppervlakkige sound op het album veel meer diepgang. Het publiek wordt echt vermaakt met constante rockabilly grooves, trashy, maar raak gitaarspel en pure zang. Soms een ballade over de liefde, maar vooral simpele gedachtes als ‘we eat, shit, drink and die’ of droogheid met ‘where the fuck is Ottoboy’. Dat alles nog vaak in pakkende composities ook. Als de artiest afsluit met een knappe improvisatie, gebaseerd op een zin die een bezoeker naar hem roept, kan het voor het publiek niet meer stuk. STUURBAARD Een paar maanden geleden nog in een afgeladen Cul de Sac, vanmiddag in een haast lege Sounds (instore optreden) en vandaag in de Kleine Zaal van 013, waar het niet veel drukker is dan een paar maanden terug. De kroegsfeer paste toen helemaal bij de warme lo-fi klanken van het Eindhovense trio. Wel bied deze zaal ruimte voor een podium waar Stuurbaard Bakkebaard nog wat extra spullen op kan zetten voor nieuw experiment. Maar of dat uitmaakt? In Sounds kwam de band ook tot zijn recht op een braadpan en akoestische gitaar en contrabas. Waar de band ook staat, de sfeer komt er toch wel. PLATTELANDSSMAAK Vanaf begin af aan blijkt Stuurbaard Bakkebaard wederom de droge, absurdistische, cabareteske, avant-gardistische groep. Of vooral: de charismatische frontman die expres onverstaanbaar uit zijn nekt lult en constant accenten in zijn zang en spel humoristisch aandikt. Het nieuwe album ‘Whistle Dixie’ biedt die mogelijkheden. Trashy rockliedjes met Amerikaanse plattelandssmaak, rokerige midtempo liedjes of Britse overdrevenheid. Dan kan de kroegsfeer wel ontbreken, de band trekt je gemakkelijk in hun enthousiasme en ga je moeiteloos op in het ding van Stuurbaard Bakkebaard. LACHSTUIPEN Behalve regelmatig lachstuipen die vanuit het publiek klinken, met hoofden op de dansbare riffs knikken en luisteren naar prachtsongs wordt er in het midden van het concert ruimte gemaakt voor iets nieuws. Drummer Marc mag de drumcomputer bedienen waar de meest knullige elektronische drumlijntjes uitkomen, de andere twee zingen en spelen gitaar en orgel. Wat eruit komt zijn intieme electro-akoestische versies van albumnummers en onbekend materiaal. Even later gaat de band in gewone setting verder met de droge oneliners, knappe liedjes, absurde sfeer en de ontstoken trompet (wc- en zwaar versleten bigbandgeluiden uit een koperen instrument). Dik anderhalf uur lang in totaal zonder een moment te vervelen.