Tot 31 december 2012 werkte ik fulltime als marketing manager, zoals je in het vorige deel van deze reeks kon lezen. Van de ene op de andere dag stopte ik. Op 1 januari 2013 lag ik nog bij te komen van een spetterend Oud & Nieuw-feest (één tip: trek nooit een witte broek aan met Oud & Nieuw), maar op 2 januari moest ik toch écht aan de bak.
Ik had plotseling 40 uur per week ‘over’ nu ik niet meer op kantoor verwacht werd. De kans om in het beruchte zwarte gat te vallen was dus levensgroot aanwezig. Voor je het weet zit je van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat onderuitgezakt op de bank naar tientallen afleveringen van How I Met Your Mother te kijken en is de weg naar de supermarkt er één van welhaast epische proporties. Dat moest ik koste wat het kost voorkomen.
Maar hoe kom je op gang als je onderaan een enorme berg staat? Of beter gezegd: als je nog niet eens weet hoe hoog die berg überhaupt is? Ik weet immers niet precies waar ik aan begin. Doordat ik al de nodige maanden voorbereidingstijd achter de rug had, wist ik precies wat ik wilde gaan doen op 2 januari: eerst eens beter worden in mijn nieuwe vak.
Daarom schreef ik me in voor een opleiding Songwriting aan de Berklee College of Music in Boston… en werd aangenomen. Anno 1993 zou ik ongetwijfeld meteen een enkeltje Boston hebben moeten boeken om aan de slag te kunnen gaan, maar in 2013 is er ook de mogelijkheid om precies dezelfde opleiding via het wereldwijde web te volgen. Dat laatste leek me wel een interessant experiment: zo kon ik in een vertrouwde omgeving (mijn huiskamer) liedjes schrijven en toch de noodzakelijke kennis opdoen.
Ik had in eerste instantie nog wat twijfels over of een online songwriting-opleiding niet lekker vrijblijvend zou zijn. Lang leve de lol en die liedjes kwamen dan vanzelf wel een keer. Met die gedachte werd in week 1 al meteen keihard afgerekend door mijn docent Neil. De boodschap was duidelijk: elke week verwachtte hij een nieuw liedje, met een deadline die omgerekend op zondag om 6:00 ’s morgens Nederlandse tijd lag. Een minuut te laat inleveren en je kon een F (het laagst mogelijke cijfer in het Amerikaanse schoolsysteem) bijschrijven op je cijferlijst voor die week. De druk lag er dus meteen goed op.
De opleiding volgde ik niet alleen, maar samen met zo’n 20 klasgenoten van over de hele wereld. Sommigen bleken al jaren professioneel muzikant, anderen jonge wonderkinderen. Voor iedereen gelden dezelfde regels. Lever je muziek op tijd in, zorg dat je anderen opbouwende feedback geeft op hun eigen muziek én zorg ook doordeweeks nog even dat je alle tussenopdrachten maakt.
De eerste weken waren nog goed te doen. Veel van de onderwerpen die behandeld werden, beheerste ik al of deed ik op intuïtie al goed. Maar enkele weken na de start schakelden we opeens naar een flink hogere versnelling: complexere songstructuren, een docent die een stuk kritischer werd en deadlines die zich opstapelden. De weekends waren zonder uitzondering ‘crunch time’, want de deadline van maandagochtend 6:00 moest gehaald worden.
Inspiratie kun je niet afdwingen, hoor je weleens. Daar was ik het altijd mee eens. Zeker toen ik, een paar weken onderweg in de opleiding, op een zondag om 5 uur ‘s middags nog steeds naar een leeg bladmuziekvelletje zat te staren. De deadline kwam met de minuut dichterbij. Muziek moest toch spontaan komen? Met de handen in het haar kroop ik in mijn eigen vorm van SOG: Songwriting Ontwijkend Gedrag. Alles om maar niet met die verrekte deadline geconfronteerd te worden.
En toch.. ’s nachts om 3 uur viel alles plots op z’n plek. Het liedje was af, tekst en muziek, en ik was er nog behoorlijk tevreden mee ook. Maar toen had ik nog maanden voor de boeg… Hoe dat afliep én over hoe ik het schrijven van liedjes aanpak, lees je alles in deel 3 van mijn blog. Over 2 weken op 3voor12, ook gewoon in hartje zomer!
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws, nieuwe muziek en aankomende optredens van Oliver Alexander via zijn website , Facebook-pagina , of Twitter