Mono viert tienjarig bestaan met tweede album Populism

Postpunkers verrassen met gevarieerde set

Tekst: Sander Grem Foto's: Daniel Baggerman, ,

Zondagavond presenteerde Mono de langverwachte opvolger van No Can Dance (2004), Populism in Rotown. Verfijnde popsongs schuurden rakelings langs de hoog opgetrokken gitaarmuren van oude en nieuwe postpunk songs. The Cuties waren zo lief om te openen voor het Rotterdamse viertal.

Postpunkers verrassen met gevarieerde set

Er hangt een feestelijke stemming in Rotown. Het is zondagavond, en The Cuties zijn voorprogramma van Mono, die een cd presentatie houden van hun langverwachte album Populism. Elke bezoeker krijgt een exemplaar bij zijn entreekaartje. Er zijn volop t-shirts te koop van beide bands. Er is zelfs een mc die iedereen in de stemming brengt. The Cuties bestaan sinds 2004, en noemen zichzelf een ´all girl summer fun´ band. Ze spelen zoete meisjespop, waar een hoop ironie bij komt kijken. En toch ga je twijfelen over die ironie als je ze gezien hebt, want ze lijken net zo groen als ze zich voordoen. Toch zijn de composities verrassend goed en de nummers zitten doordacht in elkaar. ”Stop staring at my tits”: zingen de meiden, en ze blijven er lief bij kijken. Af en toe een scheurende gitaar, of een krijs à la Kat Bjelland van Babes In Toyland, die de songs uit elkaar laat barsten, zou The Cuties goed doen. Helaas blijft die uit. In de zomer gaan ze de studio in om hun eerste album op te nemen. De meeste bezoekers van deze avond komen natuurlijk voor het Rotterdamse viertal Mono. Velen keken lang uit naar de release van Populism, de opvolger van No Can Dance uit 2004. De Rotterdammers, die dit jaar versterkt zijn met Jos Hoevenaars op gitaar, hebben veel tijd genomen om hun nieuwe plaat te schrijven en op te nemen. In augustus 2005 werd een deel opgenomen, de rest van het album volgde in maart 2006. Vorige zomer werden de nummers afgemixt en nu ligt het tweede album van de postpunkers in de winkel. Maar zijn het nog wel postpunkers? In ieder geval laat Populism een veel breder geluid horen dan No Can Dance. Waar No Can Dance louter bestond uit nummers die voortkwamen uit een lange tijd van optreden en spelen in de oefenruimte, zijn de songs op Populism van te voren helemaal uitgewerkt door Bart Hoevenaars, voordat Mono de studio inging. Geluidsman Remko Schouten, die gewerkt heeft met Voicst en Bettie Serveert, bood zich aan als producer vanwege de melodieuze wending die Mono aan het maken was. Op Populism staan verfijnde, melodieuze songs als Smile, Barbarella, Evolution No.9 in prachtig contrast met meer beukende songs als Flood The Sea, Add It Upp, en Here’s Looking At You. Toch komt het veelzijdige Mono tijdens de cd presentatie over als een band die nog zoekende is naar zijn nieuwe geluid. Mono begint de set hard. Alsof ze letterlijk ‘luid en duidelijk’ willen maken dat ze geen popband zijn geworden. Maar dat Mono nog steeds een snoeiharde punkrockband is, waarbij de gitaarmuur een heel belangrijk gegeven moet blijven. Waar het einde van La Comedie Humaine op cd met de nodige nuance wordt gespeeld, beuken de heren zich nu naar een verwoestend hard einde. Waar het kan, laat Mono alle remmen los met als gevolg dat ze hier en daar, misschien heel bewust, uit de bocht vliegen. Het breekbare pianoliedje Smile, dat bij een eerder optreden bij Live In Your Livingroom, prachtig uit de verf kwam, valt nu vooral op vanwege de totaal andere wereld die Bart Hoevenaars schetst. Het is zeer gewaagd, maar in verhouding tot de rest van de liveset, lijkt het bijna alsof er even een andere band aan het spelen is. Dat Mono de kwaliteiten heeft om de verfijnde melodie en de gitaarmuur aan elkaar te knopen, bewijzen ze met Point Of No Return, en met het hoogtepunt van de avond; Barbarella. Mono levert met Populism een prachtige plaat af met een heel eigen karakter. Bovendien maakt het een moedige stap door te zoeken naar de uithoeken van hun muzikale mogelijkheden. Dat ze nog moeten zoeken om de nieuwe sound ook live waar te maken, is niet meer dan logisch. Rotterdam heeft met Mono een potentiële topact binnen de stadsgrenzen.