Dizkuzz; in eigen beheer of via een label?

Majors versus Independent

Annet Brugel, ,

Dizkuzz organiseert forumdiscussies met/over de muziekbusiness. Deze keer is het Dizkuzz-thema; ‘hoe kan een artiest of band een plaat uitgeven?’ Rob Schouw (ex PolyGram/Universal, Warner Music en BMG), René van Lien (Feverdream etc. en één van de mannen achter Dying Giraffes Recordings) en Selwyn Slop (ex Incense, Burma Shave, Al Naafiysh en oprichter The Polar Exploration Ship) gaan de discussie aan.

Majors versus Independent

Dizkuzz is een vereniging die forumdiscussies met en over de muziekbusiness organiseert. In het eerste weekend van september gaat de discussie in Waterfront over de hoofdvraag ‘hoe kan een artiest of band een plaat uitgeven?’. ‘n Deel van het 3VOOR12/Rotterdam-team is daarbij aanwezig en doet verslag. De drie discussiepartners zitten achter een rechthoekige tafel, op het Waterfrontpodium. Prominent in het midden zit de man die de majors (de grote platenmaatschappijen) vertegenwoordigd. En hij heeft er de afgelopen negentien jaar behoorlijk wat ‘gehad’. Rob Schouw was marketing manager bij PolyGram International/Universal en Warner Music Benelux. Tot 2006 was hij BMG-directielid. Rechts van hem zit, een stuk minder overdressed, Selwyn Slop. Hij bracht met zijn bands Incense, Burma Shave en Al Naafiysh platen uit op de labels Suburban en Motorwolf. Met zijn in 2004 opgerichte band The Polar Exploration Ship is hij op dit moment in onderhandeling over een platencontract. Aan het andere eind van de tafel zit René van Lien. Hij is zanger/gitarist/componist van onder andere Feverdream. En runt daarnaast het label Dying Giraffes Recordings, dat onderdeel uitmaakt van Creative Commons. René zet zich in voor een eerlijkere markt voor zelfstandige muzikanten. De discussieleider, zelf werkzaam bij het Nationaal Pop Instituut, is Jasper van den Dobbelsteen. Al snel liggen de verschillen tussen de grote en de independent platenmaatschappijen op tafel. Rob Schouw benadrukt bij het begin van het gesprek al: “De kans op een contract bij een major is van zoveel factoren afhankelijk waarvan ‘geluk’ misschien wel grootste is.” René reageert daarop, en geeft aan dat, als je de factor geluk niet mee hebt, het helemaal niet erg is om muziek bij een independent label uit te geven. René: “Het heeft zo zijn voordelen om bij een klein label of in eigen beheer uit te geven. Hoe het product eruit gaat zien, en hoe het gaat klinken heb je dan meer in eigen hand. Die vrijheid heb je minder of niet, als je bij een major tekent.” Rob nuanceert de gelukmakende opmerking van Van Lien: “Ja, maar zo’n major stopt dan ook wel véél geld in promotie en verspreiding van zo’n band/artiest en zijn muziek. Daar mag wel wat tegenover staan. En hoeveel platen van Feverdream zijn er verkocht? Dat zijn vast kleinere aantallen. Daarvoor willen en kunnen wij niet werken. Daar zijn majors niet voor bedoeld. In zo’n geval kun je beter onder eigen beheer uitbrengen.” Het gesprek dreigt even in een vicieuze cirkel te raken bij de veronderstelling dat de verkoop van iedere betere band/artiest hoog op zou kunnen lopen, als een band/artiest het geld, de tijd, en het netwerk zou hebben van een major. De muzikanten nemen dat stelliger aan dan Rob. Maar al snel beamen de op het podium zittende muzikanten René en Selwyn die tijd niet te hebben. Bandleden hebben vaak volgepropte agenda’s. Er gaat veel tijd zitten in werk, repetities, acquisitie, live optredens en meer. Dat biedt weinig perspectief voor grote promotionele campagnes. De drie discussiepartners zijn het erover eens; een band kan dan wel een plaat uitbrengen, maar of het nou onder eigen beheer gebeurd of bij een major, er moeten altijd gedreven mensen van buiten de band zijn, die hun nek ervoor uit willen steken. Dus dat is iets om op orde te hebben, voordat er überhaupt aan de productie van een album/ep wordt begonnen. René van Lien brengt wederom een nieuw onderwerp aan het licht. René: “Ik heb meer vertouwen in een artiest/band die zich wat langzamer ontwikkelt, dan in de jonge, snel groeiende artiest/band. Dat is voor mij ook het verschil tussen wat er bij de majors en bij de onafhankelijke labels wordt uitgebracht.“ Rob is het daar mee eens: “De tijden zijn veranderd. Vroeger kwam een artiest, waar men in geloofde, bij een platenmaatschappij onder contract. Het eerste album was vooral bedoeld om de artiest te vormen en om ervaring op te doen. De artiest groeide pas echt bij het tweede en derde album. Nu is de markt sneller. Een artiest die nu bij een grote platenmaatschappij gecontracteerd wordt, moet de investering bij het eerste album al waar maken. Degenen die de muziek kopen, zijn vaak ‘kids’. Ze zijn sneller op het één uitgekeken en willen dan weer iets nieuws. Daar komt vaak nog bij, dat jonge artiesten, die bij een eerste album gescoord hebben, veel meer geld gaan vragen aan hun major. En wij weten uit ervaring, dat de kans erin zit dat zo’n tweede album toch wat minder kan scoren.” René: “Maar soms staat er veel druk op die jonge muzikanten. Dan is er snel een album opgenomen. Die moet gepromoot worden. En dan staat zo’n band/artiest nogal bleu op het podium.” Rob ontkent niet dat het gebeurd: “Ja, zo is de markt wel op dit moment.” Op de vraag uit het publiek of het niet slimmer is om je als artiest gelijk aan te bieden bij buitenlandse labels om je markt te vergroten, antwoord Rob: “De markt voor Nederlandse bands is in eigen land al niet erg groot. Uit die bands die scoren kiezen we de best verkopende en die promoten we met een flinke budget in het buitenland. Maar daar moet je opboksen tegen al die bands uit dat buitenland. Wat er in Engeland aan bands is, is echt ongelofelijk. En vaak is het bij jongere muzikanten zo, dat de Nederlandse bandleden wat minder doorzettingsvermogen hebben als bijvoorbeeld de Engelsen. Verder is je persoonlijke netwerk in het buitenland minder groot dan het netwerk dat je in Nederland hebt. Daar hebben mensen je al zien optreden.” Het discussiepanel is na het beëindigen van de Dizkuzz nog een tijd bezig om alle vragen één op één te kunnen beantwoorden. Ondanks de lage opkomst zijn de bandleden, artiesten en managers gretig in het in zich opnemen van informatie. Hoe muziek ook gedistribueerd of uitgegeven wordt, in de vorm van mp3’s of op cd’s. Wat maakt het uit? Zoek als band/artiest in ieder geval een vorm van muziekuitgave die bij je past. Zorg dat je goed geïnformeerd bent, een uitgebreid netwerk hebt of daar toegang toe hebt. En dat jij en je bandleden een ijzeren hebben is vanzelfsprekend, maar dat jij en je band één zelfde wil hebben is nog veel belangrijker.