Metropolis verslag deel drie

Met Silence Is Sexy, The Liszt, Shit Disco, Shout Out Louds en nog veel meer!

Merie, ,

Metropolis is een typisch voorbeeld van een festival wat voor grote frustraties kan zorgen. Er gebeurt zo veel tegelijk dat je het onmogelijk allemaal kunt meemaken. Veel publiek koos dan ook eieren voor hun geld en zocht een rustig plekje in de schaduw. Anderen, waaronder de dappere verslaggevers en fotografen van 3VOOR12 Rotterdam, trotseerden de koperen ploert en pikten zo veel mogelijk lekkere hapjes uit het uitgebreide tapas-buffet dat Metropolis heet.

Met Silence Is Sexy, The Liszt, Shit Disco, Shout Out Louds en nog veel meer!

Op het hoofdpodium begon de dag met de donkere wavepop van Grote Prijs van Nederland winnaars Silence Is Sexy. Raar om deze band in het klaarlichte daglicht te zien spelen, maar toch bleef hun act stevig overeind. Ondanks de hitte hakten de zoals altijd in stemmig zwart geklede heren stevig in op hun instrumenten. Dit maakt de band die muzikaal ergens tussen Interpol, Editors en Slut in zweeft een stuk interessanter dan het wel erg saaie Interpol een paar jaar geleden op Metropolis. Het samenspel was hecht en de muziek bevat veel interessante wendingen die blijven boeien. Het blijft wonderlijk dat de staalborstel van gitarist Pim net zo effectief blijkt als een effectpedaal. Hij besloot zijn energieke optreden met het natgooien van de andere bandleden, wat - heel onkarakteristiek - zowaar een glimlach bij hen opleverde. Op het Popunie podium waren de winnaressen van de Highschool Music Competition, Mellow Yellow uitgebreid aan het soundchecken. Dat was jammer, want wij moesten door-door-door. Helaas dus maar drie nummers mee kunnen pikken, waaronder 'Ik had een droom', het verplichte nummer van de HMC. Jammer dat ze ervoor kozen uitgerekend dat nummer te spelen, omdat het toch wel wat afwijkt van hun verder Engelstalige repertoire. De funk-soul-pop van Mellow Yellow is ook misschien niet de meest originele, maar in frontvrouw Dinaira hebben ze in ieder geval een erg goede zangeres. Door-door-door dus naar The White Suicide R'n'B Collective die het in de blakende hitte voor elkaar kregen hun publiek voor het Oogst II-podium heftig op en neer te laten springen. Dat is niet zo raar, want hun punky powerpop heeft veel minder met Rhythm and Blues dan met onversneden punk te maken. Dat hier een stel ervaren muzikanten (uit Razor Crusades, Springrain, Travoltas en Cenobites) bij elkaar stonden te rocken was vanaf de eerste toon duidelijk. De som der delen werd zo retestrak en overtuigend meer dan het totaal. The Liszt uit Brabant/Limburg in de WPM-tent was al aan hun tweede optreden van de dag toe. Eerder stonden ze al op een festival in Nijmegen en na dit optreden moest de bus weer razendsnel ingepakt voor een volgende show. Daar was gelukkig niets van te merken. The Liszt speelde soms lang uitgesponnen stevige stonerrock. De band heeft een wat afwijkende opstelling, met zanger/gitarist Robert-Jan Gruijthuijzen (ex Supernatural) - wiens gruizige stem soms een beetje doet denken aan Kelly Jones van Stereophonics - aan de linkerkant van het podium en bassist Ro Herregraven (ex 7Zuma7) als stevig middelpunt. Gelukkig klonk de muziek ronkender en voller dan de tracks die we tot nu toe van hen mochten horen. Met name de gitaarpartijen ondersteund door pulserende bas trokken de muziek uit boven dat van een gemiddeld grungy bandje, het veelvuldig gebruik van stopwoorden 'Rock on' daargelaten. Mocht je The Liszt hebben gemist en toch zelf willen oordelen, dan kan je terecht op de luisterpaal van onze landelijke grote broer. Terug in de lange, stoffige parade van muziekfreaks naar Oogst I waar de metal-liefhebbers die nog niet aan de hitte waren bezweken zich konden laven aan de goede zorgen van de rockdokters en verpleegsters van het Rotterdamse Mindscan. Een groot deel van het Metropolis publiek bestond aan de zwarte bandshirts te zien uit metalheads, wat je je doet afvragen waarom er niet meer bands uit dit genre op het festival te zien waren. De band was in ieder geval dezelfde mening toegedaan en trokken meteen al gruntend van leer. Wat Mindscan anders maakt dan andere metal-acts is de combinatie van rochelende grunts, gothy dames-vocalen en een act met humor. Deze combinatie viel echter niet bij alle in het zwart gestoken puristen in goede aarde. Dat zou een reden kunnen zijn dat er weinig metal op Metropolis te zien is. Metropolis staat voor vernieuwing en dat is in de metal-scene niet altijd een aanbeveling. Misschien kan De Baroeg - aanwezig op de markt met een jubileum stand - volgend jaar een podium programmeren en het tegendeel bewijzen? Dat vernieuwing niet altijd een criterium is voor kwaliteit lieten Miss Mary Ann & The Ragtime Wranglers zien op het Popunie podium. Mellow swingende traditionele rock 'n roll met country-invloeden was de perfecte muziek om even bij af te koelen. Toch is het vreemd dat er op een festival dat zich afficheert met 'The best you've never heard' een band stond die al meer dan 10 jaar aan de weg timmert. Het wordt daarom tijd dat de grote rock 'n roll en rockabilly scene van Rotterdam buiten de eigen subcultuur treedt! Een band als deze heeft wat dat betreft echt iets te bieden voor een groter publiek dat ongetwijfeld - net als uw verslaggever - inderdaad nog niet van de band had gehoord. En dat is jammer, want zangeres Mary Ann heeft een ietwat hese, maar stevig zwoele stem die ook buiten de tiki-bar (die node gemist werd met deze warmte) gehoord mag worden. Gelukkig waaide het aan de achterkant van de REP-tent een beetje door zodat we hoopten dat er alsnog flink geswingd kon worden op de punkfunk van het Engelse Shit Disco. Helaas viel deze band een beetje tegen. Het concert was rommelig en het geluid stond niet echt lekker afgesteld waardoor de zang moeilijk te volgen was. Het kan dat de hitte ons parten begon te spelen want op de een of andere manier wilde dit concert helemaal niet boeien. Afkoeling was wat we nodig hadden! Na een paar (2 euro dure!) glazen water en de schaduw van het hoofdpodium waren we er weer helemaal klaar voor. Het Zweedse Shout Out Louds speelden al eerder in Nederland (Paradiso, 2005) en hadden daarmee verwachtingen gewekt. Het vijftal maakt op Britse leest geschoeide popliedjes zoals veel Scandinavische bands dat goed kunnen. Met een blonde Nina Persson lookalike achter de Moog was het beeld compleet. De verwachtingen werden jammergenoeg niet ingelost. De sympathieke band deed erg hun best, maar de songs van Shout Out Louds mist spannende hooks en stevige meezingers waardoor het geheel op zo'n groot festival-podium toch een beetje bleekjes wordt. In een kleinere club, waar je geconcenteerder kunt luisteren is dat ongetwijfeld heel anders. Het publiek vond het wel allemaal erg gezellig en danste voorzichtig mee. Nog net even het einde van het Haagse The Polar Exploration Ship op het Popunie podium meegepikt. Een band als deze die stevige diep in de het zuiden van de Verenigde Staten gewortelde piemelrock maakt had het misschien een stuk beter gedaan op het grote podium. De lome wietwalmen kwamen je als het ware in geluidsgolven tegemoet. Dit soort jaren zeventig rock is immers de klassieke festivalmuziek. Niet vernieuwend, maar kwalitatief goed. Hoort erbij! Voordat Bromheads Jacket zou beginnen in de REP-tent hadden we nog een kwartiertje over en vielen met onze neus in de verassende boter van de Canadese Hank and Lily. Dit duo (af en toe bijgestaan door een heerschap in matrozenpakje) ziet er niet alleen maf uit - zij in een hertenpakje compleet met gewei, hij met goggles, masker en cowboyhoed - ze maken ook maffe muziek, gebaseerd op hun eigen stripboeken. Een soort White Stripes met theatrale elementen en Betty Boop stemmetje, die het presteerden het publiek in de tent luidkeels de naam David Hasselhoff te laten meezingen! Een waar genoegen, dit eerbetoon aan de Hoffmeister. Maar of het nou muziek is die je lekker in je huiskamer gaat luisteren? Vrolijk gingen we door naar de andere tent voor het optreden van Bromheads Jacket. Net als eerder bij Shit Disco begon het optreden rommelig. De opbouw van de nummers spoorde af en toe niet met het tempo waarin ze afgeraffeld leken te worden. Maar na een paar songs kwam de band iets meer tot rust en won hun enthousiaste optreden ons over. De in plat Cockney gepraatzonge teksten maken dat Bromheads Jacket veel weg heeft van een combinatie tusssen Arctic Monkeys en The Streets. Van de laatste werd het nummer 'When you wasn't famous' letterlijk 'punked' gecovered. De charmante branie en humor van zanger Tim Hampton, die het niet kon hebben dat een security man voor hem op het hek klom en zo de aandacht van hem afleidde, deed de rest. Met een grote grijns op het gezicht verliet menigeen de tent. Op naar MySpace, waar je het volledige repertoire van de band gratis kunt downloaden. Moe, verhit en niet voldaan gingen we richting uitgang. Dat kan ook niet anders op een festival als dit waar je voor alles wat je ziet vijf andere dingen mist. Niet in alle gevallen The best you've never herad, maar goed genoeg om de uitdaging ook volgend jaar weer aan te gaan.