Ted Leo doet het zoals het moet

“Ik knik het ritme met m’n hoofd maar wordt niet enthousiast”

Arnoud van der Zijden, ,

Waarom zou je naar een concert van Ted Leo (Underground! Ondergewaardeerd! Powerpop! Icoon!) gaan kijken? Niet heel veel, maar toch nog aardig wat mensen hebben hier een antwoord op kunnen bedenken. En zijn vervolgens op 31 maart naar Rotown gegaan, waar hij en z’n band Pharmacists dat ons voor eens en voor altijd duidelijk maakten…

“Ik knik het ritme met m’n hoofd maar wordt niet enthousiast”

Dankzij een halsstarrige baas (een halfuurtje eerder weg? Dat kan ECHT niet zomaar!) kom ik ietwat verlaat aan in Rotown. Eerste twee nummers gemist, geen man overboord. Ik voeg me bij de plusminus 60 man publiek om te kijken wat Ted Leo & Pharmacists te bieden hebben. Ted Leo, zanger, gitarist en liedjesschrijver is na het uit elkaar gaan van zijn (voor sommigen legendarische, maar voor de meeste mensen vooral onbekende) band Chisel, sinds 1999 actief als solo artiest. Hij laat zich begeleiden door de Pharmacists, bestaande uit Dave Lerner op bas en Chris Wilson op drums. Zijn laatste full length Shake The Streets dateert van vorig jaar. Ted Leo’s liedjes zijn aan de ene kant traditioneel, melodieus en soms lekker melancholisch, aan de andere kant punky en springerig met onverwachte dubbige baslijnen of stampende drums. Het doet me soms een beetje denken aan Big Star en ook wel Thin Lizzy. Onderzoek op allmusic.com leert me dat ik er niet ver naast zit. Zij noemen ook nog Elvis Costello en The Kinks. Dan weet je een beetje waar je het moet zoeken. Dat Leo en band niet net komen kijken is duidelijk. De up-tempo liedjes worden strak gespeeld, kleine technische problemen worden professioneel opgelost en af en toe is er tijd voor wat interactie met het publiek, dat zich van z’n beste kant laat zien. (“how are you doing?” vraagt Leo. “Bush sucks!” schreeuwt iemand. Fijn. Alsof Leo en cs. dat zelf nog niet wisten...). Waar op Shake The Streets, die ik de laatste dagen geluisterd heb, een fijne balans is tussen de wat snellere en langzame nummers, en de melodieuze zang alles tot een mooi geheel smeed, voeren nu de snelheid en energie de boventoon. Ik knik het ritme met m’n hoofd maar wordt niet enthousiast. Nummer na nummer komt voorbij. Mooie gitaarlijntjes, goed geschreven liedjes, maar het blijft niet hangen. De energie komt niet echt over en door het hoge tempo komen de mooie, warme en melancholische kanten van de muziek niet tot zijn recht. Na het laatste nummer vraagt het publiek om een toegift en die krijgen ze. Ik beweer niet dat het niet goed was. Integendeel. Leo schrijft liedjes die echt goed zijn, die zowel herkenbaar als verrassend zijn. Hij en de behaarde/bebaarde Pharmacists spelen strak en ook met overgave. Precies wat je zou verwachten van een doorgewinterde indie rock outfit. En daar is het: het antwoord op de vraag waarom je naar Ted Leo & Pharmacists moet gaan kijken. Omdat je krijgt wat je verwacht. En daar is op zich niks mis mee. De show is over en het is tijd om naar huis te gaan.