Waar we serieus na moeten denken over het kopen van een nieuw kussen, of het laten repareren van een druppende kraan, rekenen we de aankoop van alles wat we nodig hebben voor de muziek simpelweg onder onze vaste lasten. We lopen over straat met onze leren jassen, cowboylaarzen, lange haren en versleten spijkerbroeken. ‘Normale’ mensen halen soms hun neus voor ons op, want ze kunnen zich niet voorstellen dat er iets goeds uit onze handen kan komen. We scheren ons niet netjes elke dag, de laarzen zijn niet gepoetst. En die gitaarkoffer? Die zal wel vol zitten met drugs… Als we een doos pannenkoeken-mix halen bij de Albert Heijn, is er altijd wel een dame die haar tasje wat steviger vast houdt en ons uit haar ooghoeken in de gaten blijft houden.
Mensen die op straat staan te leuren met flyers en leuke aanbiedingen slaan ons over, want we zullen wel geen geld hebben. De ik-verkoop-kaarsen-voor-het-goede-doel-knul spreekt de meneer achter ons aan, want die ziet er keurig en vriendelijk uit met z’n attaché-koffertje en keurige kapsel. Mooie meisjes maken vooral geen oogcontact, want ze hebben altijd van hun ouders geleerd dat ze met een nette jongen moeten thuiskomen, niet met een junk.