“Te gek dat jullie er zijn!”, roept Ricky De Sire terwijl we wachten op Niek Hilkmann. “Echt te gek en zo.” Eenmaal compleet en nadat onze gastheer ons koffie, bier en chocolade heeft aangeboden, wil Niek ons graag mee terug nemen naar de geboorte van de artiest en steekt Ricky van wal: “Op mijn negentiende besloot ik popster te worden.” Een dapper besluit, des te meer omdat Ricky leerde spelen op straat waar hij minder bekende nummers van bekende artiesten vertolkte. “Ik wist eigenlijk helemaal niet hoe ik moest gitaar spelen of zingen, haha. Toen hoorde ik ‘Ik heb geen zin om op te staan’ van Het en ‘Doris Day’ van Doe Maar en dacht, die zijn een stuk verder.” Een jaar later schreef hij zijn eerste eigen nummer ‘De flat’ en ontdekte hij zijn talent voor tekstschrijven.
In ‘86 richtte hij zijn eerste band De Verboden Vruchten op, die helaas na anderhalf jaar weer het leven liet. “Zijn daar opnames van?”, vraagt Niek. “In die tijd hadden we geen geld voor cd’s of vinyl. We hebben er wel 13 viersporenopnames aan over gehouden. Alles wat ik later zou doen zat daar al in!” Zijn eerste plaat ‘Psychofoon’ noemt hij zelf mager. “Het was een overgangsfase. Ik was jong en wilde een cd maken, maar het was na het uit elkaar gaan van De Verboden Vruchten een gedoe om een nieuwe band te vinden. Er staan wel goede dingen op hoor.” Voor de tweede in zijn discografie nam hij contact op met goede vriend Harry Merry, die meespeelde op ‘Larissa’ en die later zou coveren als ‘Clarissa’. “Dat album mag je gerust vergeten. Ik luister er nooit naar, dat zegt eigenlijk genoeg!”, zegt hij al lachend.