Haal je paard van stal, zet je iPod aan en galoppeer op ‘The Medicine Show’ richting het Kralingse bos om daarna bij een kampvuurtje met een fles van het één of ander je verdriet te verdrinken of gekleed in een te grote onderbroek en cowboylaarzen een hillbilly dansje te doen. Met deze verrassende muzikale ode aan het ruwe countryleven van de negentiende eeuw weet Spigt haar publiek op bijzondere wijze te verrassen. Port lijkt verruild voor bourbon. En het past haar, want de ruw geslepen stem, waar verdriet en levenslust elkaar afwisselen, in combinatie met indringende gitaarakkoorden, frivole banjoklanken en een melancholische viool die tevens onderwerp is van typische Texas home porch sound, nemen je mee naar de steppe van je ziel. Ook Tom Petty’s ‘Face in the crowd’ is getransformeerd tot het beeld van een slenterend paard over weidse graslanden.
‘The Medicine Show’ is niet direct wat je bij Frédérique Spigt verwacht, alhoewel het lijkt alsof ze nooit anders heeft gedaan. Het nodigt uit om de barbecue aan te steken en met een stukje stro in je mondhoeken op een schommelstoel plaats te nemen. Afwisselend van uptempo terug naar de krochten van je bestaan. Titels als ‘Ride the last trail’, ‘Blue corn moon’ en ‘I’m no good’ vermoeden exact wat het is: het is onvervalste countrymuziek.