Matthijs: “Dit is onze eerste EP. We zijn aan het van 2021 begonnen met schrijven en muziek maken. Eind vorig jaar was Left Aside onze eerste single als ‘proof of concept’ om vooral voor onszelf te bewijzen dat we een studio-kwaliteit geproduceerd iets konden maken. Toen dat was gelukt dachten we: ‘Dan gaan we nu gewoon lekker doorpakken.’ Uiteindelijk zijn hier zes nummers uitgekomen waar we super blij mee zijn.”
Het debuutalbum van de Deventerse metalcore band Reality Spill is nu te beluisteren. De band noemt het zelf 18 minuten herrie verdeeld over 6 tracks. In dit interview vertellen ze over het album, hun inspiratiebronnen en de toekomstplannen van de band.
Hoe is dit album tot stand gekomen?
Hoe hebben jullie elkaar hierin gevonden?
Kees: “We speelden samen bij een andere band. Matthijs had wat nummers geschreven en laten horen maar dit paste niet echt in het genre van de band. Ik vond het wel heel vet, dus toen zijn we het maar met zijn tweeën gaan doen en zo geschiedde.”
Jullie EP heet Gridlock, waar staat dit voor?
Matthijs: “Gridlock is het vaststaan van iets. In het verkeer is het een file die nooit kan oplossen en muurvast staat. Dat hebben we gepakt als metafoor voor de wereld. Het gros van de teksten gaat over een soort machteloosheid in een wereld die voor je gevoel steeds verslechtert, maar waar je zelf geen invloed op hebt om het te verbeteren.”
Wat betekent dit voor jullie persoonlijk?
Matthijs: “Voor mij gaat het vooral om het bredere plaatje. Ik geef veel om de natuur, het klimaat en de mensen om mij heen. Om alles om je heen te zien verslechteren voelt heel frustrerend. De meeste nummers zijn dan ook geschreven uit een soort boosheid richting de mensen die er wel wat aan zouden kunnen doen, maar dat niet doen.”
Kees: “Voor mij is het wat meer persoonlijk, dat je een uitweg wil vinden uit problemen. Waar het bij Matthijs meer gaat over de wereld, gaat het bij mij meer om de mensen om mij heen.
Dit komt bijvoorbeeld terug in het nummer One For All. Dit gaat over het feit dat er mensen zijn die alles van de wereld hebben gekregen en daar vervolgens niks voor terug geven. Een van de teksten in dat nummer is vrij vertaald ‘als de wereld voorbij is, wees dan maar blij dat je als laatste dood bent gegaan.’”
Jullie zitten hier met zijn tweeën. Hebben jullie ook alles met zijn tweeën gedaan?
Matthijs: “Ja we hebben alles met zijn tweeën geschreven en geproduceerd. Dit kwam vooral ook uit een soort persoonlijke interesse. We zijn eigenlijk vanuit niks begonnen, zonder opname ervaring en gaandeweg hebben we geleerd. Alleen de drums hebben we laten doen door een sessiedrummer. Dit was de drummer van de Canadese metalband Annihilator. Dit was wel een hele vette samenwerking.”
Was het moeilijk om alles zelf uit te vogelen?
Kees: “Vooral de vocals waren best wel een uitdaging. Uiteindelijk zijn we er samen achter gekomen wat voor ons de beste werkwijze is, maar we hebben geen idee of dat een gebruikelijke werkwijze is. We hebben een hele fijne wisselwerking met zijn tweeën.”
Matthijs: “We zijn het er altijd over eens welke take het beste is. Dan hoor ik al over mijn monitor: ja dit is hem en dan wil ik zelf net precies hetzelfde zeggen.”
Hoe gaan jullie dit live doen?
Matthijs: “We hebben inmiddels een drummer en een tweede gitarist erbij en daarmee hebben we een complete live band bij elkaar. We zijn nu druk bezig met repeteren want we willen niks liever dan dit op een podium neerzetten.”
Waar halen jullie je inspiratie vandaan?
Matthijs: “We worden veel vergeleken met de Amerikaanse metalbands wat ik op zich wel snap. Ik ben zelf opgegroeid met Megadeth, Metallica en Slayer maar we trekken inspiratie uit allerlei genres. We hebben best wel een moderne sound die je niet veel terugvindt in trashmetal big four bands om het zo maar te noemen. Ik haal veel inspiratie uit death en metalcore en er zit ook wel een vleugje blackmetal in. We maken eigenlijk de muziek die we zelf graag zouden willen horen.”
Kees: “Qua vocal stijl haal ik mijn inspiratie vooral uit de oude metalcore zoals Asking Alexandria, Attack Attack en Gojira ook wel een beetje, maar dat lukt nog niet zo goed. Dat is ook wel moeilijk, maar we komen er wel.”
Binnenkort is jullie eerste liveshow in het Burgerweeshuis, wat kunnen we nog meer van jullie verwachten in de toekomst?
Matthijs: “We willen vooral heel veel live gaan spelen. De show in het Burgerweeshuis was eigenlijk gepland op 3 maart, maar die wordt verplaatst naar een andere datum. Verder komen er ook nog wat festivals aan, maar daar kunnen we nu nog niet zoveel over zeggen.
Verder zijn we vooral bezig met het uitbreiden van onze sound. Het geluid dat wij maken, de moderne metal, is een sound die je niet veel hoort in Nederland en we zijn nu bezig om daar een unieke sound mee te bouwen. We zijn heel veel bezig met synthesizers en andere gekke technieken om weirde shit te maken en daar hebben we heel veel zin in.”
En zijn jullie ook bezig met nieuwe muziek maken?
Matthijs: “Ja we zijn nog steeds heel veel aan het schrijven en dat is meer geinfluenceerd door de vroege metalcore met cheesy synths en dubstep en drum-’n-bass invloeden. Dat is wel een beetje een andere sound, maar een die wel heel goed past in de demo’s die we tot nu toe hebben. We hopen over een aantal maanden dat ook naar buiten te kunnen brengen. We blijven sowieso niet stil zitten.”
Misschien een hele foute vraag, maar wat zijn jullie favoriete nummers van de plaat?
Matthijs: “Ja ik weet het wel, maar jij mag eerst.”
Kees: “Ja ik weet ook wel wat jij gaat zeggen, dus dan ga ik een andere zeggen. Ik ben het meest trots op Galleon. Ik heb alle baspartijen ingespeeld en dat was echt een moeilijke baslijn, dus ik ben er wel heel trots op dat dat gelukt is en dat ik die nu soepel kan spelen.”
Matthijs: “Ik ben het meest trots op One For All. Dat is de vierde track van het EP. Daar zit een hele vette tempo switch in, die gaat van een black metal riff naar een new metal groove. In de bridge zit een feature van Dion Legebeke, zangeres van de Damned Few. Die hebben we gevraagd van: dit nummer hebben we, kan je hier wat mee? Toen heeft ze dat ingezongen en dat is echt een van mijn favoriete momenten van de hele plaat.”