Janne Schra voelt zich thuis in Het Paradijs

Een zaterdagavond met mooie muziek en zachte klanken van Janne’s Italian Family

Tekst: Anne-Marie Kok & Willem Stolk / Foto's: Anne-Marie Kok ,

Op zaterdag 19 oktober staat er een mooi affiche op de rol bij Metropool. Een dubbeloptreden bijna, Janne Schra en Maaike Ouboter. Maar de praktijk was anders. Maaike was nog wel naar Metropool toegekomen, maar moest toch erkennen dat ze te ziek was om op te treden. Gelukkig was in de grote zaal gelijktijdig The Greatest Show on Earth, alwaar (in de woorden van Janne) een ‘engel’ op het programma stond, Roos Blufpand. En zo was er een nieuw voorprogramma gevonden!

Na een lichte teleurstelling bij de bezoekers bleek Roos een waardig vervanger. Ze start onbevangen en maakt grapjes tussen de nummers door. Ogenschijnlijk een beetje zenuwachtig, maar gelukkig staan drie van haar bandleden vooraan in het publiek en zingen soms zelfs mee. Ze zingt vier nummers: waaronder 'Goddelijke Man' en 'Mamma', stuk voor stuk ingetogen liedjes die in het theater niet zouden misstaan. Haar opgewekte performance valt in goede aard.

Na een korte pauze komt Janne Schra op. Ze knikt naar het publiek en begint te zingen. ‘Swimmer’ van Room Eleven, haar oude band. De klank van haar stem is mooi en helder, maar het lijkt of ze even tijd nodig heeft om haar draai op het podium te vinden. Na een paar liedjes oogt ze meer ontspannen en zoekt contact met het publiek. Ze vraagt de mensen naar voren te komen, mee te klappen. Met haar mooie lach maakt ze makkelijk contact met het volle Paradijs, de kleine zaal van Metropool.

De muziek is afwisselend, van Fado-achtige klanken in het begin tot country bij ‘Eyes on the Prize’. Een lied dat ze overigens alleen moet zingen, terwijl dat op haar plaat een duet is. Later vraagt ze wie de jaren ’90 meegemaakt hebben? Ja, velen! Ze vertelt dat ze fan was van TLC, en dan vooral van het rapstukje in ‘Waterfalls’... en dat wil ze voor ons zingen en rappen! Met veel bijval uit het publiek tot gevolg. Verder wisselt ze af tussen nummers van haar laatste plaat, van Room Eleven en van Schradinova. ‘Listen’ speelt ze klein, met alleen de gitaar van Angelo. 'Take Off' speelt ze juist erg rocky. Hierbij helpt ze de bassist die wisselt van contrabas naar een elektrische bas. Voor het nummer ‘Storm’ gaat de band af en vertelt ze het verhaal van haar moeder die in 1969 besloot geen kaarten te kopen voor een festivalletje in de buurt van New York, wat later Woodstock bleek te zijn. Sinds die tijd wil haar moeder overal bij zijn, bang dat ze iets mist.

Janne heeft een bijzondere schare muzikanten meegenomen naar Hengelo, waaronder de strijkers van het Red Limo-strijkkwartet. Daarnaast had ze gitarist Angelo de Rijke en drummer Bram van den Berg naast zich staan. Haar ‘Italian Family’, zo vertelt ze, die ze altijd al zo graag wilde hebben. Voor dit nummer vraagt ze vrijwilligers voor de rol van Carlo en Sergio, maar dat worden een Carla en Sergio…. wat ze vervolgens gewoon doorvoert in de tekst…Ze heeft de lachers op haar hand. Ook bij ‘Beat the Devil Out’, waar ze doet alsof ze (pang, pang) iemand neeschiet, haar vaste toneelstukje.

Janne weet de toehoorders te boeien, gevangen te houden met haar muziek. En niet alleen met haar muziek, ook haar innemende persoonlijkheid werkt als een magneet op het enthousiaste publiek. Na het laatste nummer zegt ze "We hebben het gehaald! Cd's signeren doen we direct na het optreden. O ja, je hart luchten mag ook. Bij mij of Carlijn." En ja, we hebben het idee dat we haar alles kunnen toevertrouwen.