Griekse toestanden voor Wreckyard

Over programmeurs, een promotor met hybris en een punkrock-machine

Tekst: Jurjen Karelse Foto's: Marieke Waalwijk, ,

Een kans die Wreckyard niet kon laten lopen: in de Amsterdamse Melkweg in het voorprogramma van de Grote Griekse Naam C:Real spelen, en een dag later ook nog in Antwerpen staan. Het liep echter niet helemaal zoals gepland. Leadzanger en bassist Jurjen vertelt...

Over programmeurs, een promotor met hybris en een punkrock-machine

Programmeurs zijn voor bands schuwe wezens. Vanuit de schaduw kunnen ze in de ogen van ons muzikanten ogenschijnlijk wonderen verrichten. John van Luijn, programmeur van de Melkweg, is exemplarisch voor zijn soort. Op meer dan een dozijn van onze e-mails - varierend van bescheiden verzoeken tot regelrechte smeekbedes om een keertje in een voorprogramma van een "grote" band terecht te komen - hebben we niets vernomen. Gezien de aard van het beestje, programmeurs omringen zich vaak met promotors, boekers en productiemedwerkers, is het ons ook niet gelukt om hem in zijn natuurlijke omgeving te confronteren met onze bloed, zweet en tranen. Dit natuurlijk allemaal in de ijdele hoop dat hij ons als simpele stervelingen toe zou laten tot het pantheon van bands dat de Melkweg heeft mogen betreden... Het is dus niet verwonderlijk dat Wreckyard volmondig JA zei, toen ik ruim vijf maanden gelden gevraagd werd door een Griekse kennis om met band in de Melkweg het voorprogramma te vormen van het in zijn thuisland stadionfahige C:Real. De beste man had kennelijk de juiste heidense rituelen verricht om het vertrouwen van de immer schuwe John te winnen. In mijn ogen een haast onmenselijke vaardigheid die enig respect afdwong. De Griekse kennis, we noemen hem voor het gemak maar meneer K, had het plan opgevat om voor Grote Griekse Bands in Europa concerten te organiseren en te promoten. Hij was ervan overtuigd een gat in de markt gevonden te hebben en zijn connecties binnen de Griekse gemeenschap zouden ervoor zorgen dat geld en aanzien hem ten deel zouden vallen. Binnen een zeer korte tijd was kantoorruimte, KVK, website, sponsoring, band en contact met de Melkweg een realiteit. John stemde in met verhuur van The Max, meneer K was goed gehumeurd en werkte als een mier. Ik probeerde K in gesprekken nog een beetje af te remmen met pseudo-intellectuele buzzwords als grassroots, 80/20, doelgroep en promotieplan. Er is toch zeker niets mis met het oude adagium "bezint eer ge begint"? Bij Meneer K was het echter zo dat tomeloze (wellicht door geneesmiddelen gesponsorde) geestdrift de oplossing was voor alle twijfel en elk praktisch probleem. Hij noemde grote namen, gaf aan belangrijke mensen en bedrijven te kennen en beloofde gouden bergen. Een zekere nattigheid diende zich spoedig aan... Deze nattigheid begon ik te voelen toen onze drummer drie weken geleden één van de financiers op één van zijn handelsmissies tegenkwam. Die wist hem met bulderende lach te vertellen dat het niet zo goed ging met de voorverkoop. Naar schatting waren er nog maar 150 kaarten verkocht in Amsterdam en 300 voor het tweede concert in Antwerpen. Een stuk minder dan den aantallen die ik van meneer K te horen had gekregen. Als band denk je fuck it, er zal vast wat ruis op de lijn zitten. We hebben een contract met eisen en gage getekend, onze riders (techniek en catering) opgestuurd. Het is de friggin' Melkweg en de Petrol Club, dus plankgas richting Amsterdam en Antwerpen. We vroegen Thijs Alofs en Gert-Jan Bos als respectievelijk soundguy en lichtman, schaften een wireless syteempjes aan ter voorbereiding op het grote podium van de Melkweg en planden twee extra repetities in. Op donderdagmiddag volgde het ritueel van bus volladen en TomTom programmeren. Comeback Kid uit de stereo en vroeg op weg. In ieder geval geen stress want dat is killing voor je spel en de sfeer "on the road". Aangekomen bij het hotel, we zouden immers de volgende naar Antwerpen doorreizen, ditchen we onze spullen en gaan we vanwege de hoge minibarprijzen weer richting bus en richting Melkweg. Daar lokaliseren we al snel de vriendelijke huistechnicus die ons weet te vertellen waar onze gear naartoe moet, waar de backstage is en dat hij weldra twee stagehands naar ons toe zal sturen. De stagehands blijken van het type tilgrage goedgeluimde roadie met veel tatoeages. De Melkweg heeft zijn zaakjes voor elkaar en wij voelen ons als een vis in het water. De reacties van de bandleden van de hoofdact deden nog meer nattigheid vermoeden. Onze olijke Twentse halloohs, en heyo's werden steevast met een strak gezicht beantwoord. Was er misschien sprake van troubles in het Griekse kamp? Alleen de knappe Griekse zangeres bleek ons te willen begroeten, het handje was echter niet al te stevig en al snel werd het gesprek te cliché om enige betrokkenheid te doen vermoeden. Nog steeds onbevreesd gingen we richting kleedkamer om rockjumps te oefenen, tommetjes te stemmen en stembanden los te maken. Tijdens de soundcheck viel mijn oog op meneer K die The Max, capacitiet 1500 man, binnen kwam wandelen. Hij had net op tijd het laatste stukje van de door de hoofdact vereiste backline bij een verhuurbedrijf gefixt. In aandoenlijk Engels accent wist hij me te vertellen dat het keyboard in kwestie heel belangrijk was omdat de band zonder deze het podium niet zou betreden. Voor een band die zonder backline uit Athene komt overvliegen was hij op zijn zachtst gezegd een beetje laat met het regelen van het één en ander. Wederom meer nattigheid. Onze soundcheck hield het gelukkig droog en verliep voorspoedig dankzij bekwame technici en een kraakhelder monitorgeluid. Na de soundcheck verscheen de financier met bulderende lach weer ten tonele en gaf te kennen dat meneer K met de band naar het hotel was gegaan. Toen deze ons wederom wist te vertellen wat meneer K niet had gedaan, er waren slechts 26 kaarten in de presale verkocht en er was nog niet betaald was voor het eten, sprong de leiding definitief. Naderend onheil zijn we als band niet vreemd en vervult ons tegen beter weten in met een vreemd soort van vrolijkheid. Met een zucht prikten we met z'n allen 15 minuten voor showtime eindelijk de luchtbel van een stampvolle Melkweg door en begaven ons richting podium. Met onze goede voorbereiding, subliem podiumgeluid, sympathieke crew, een band in zijn element, eigen soundguy en lichtman vormden we een heuze punkrock-machine. De fans en kennissen die waren komen opdagen beschermden ons vanaf de voorste rij tegen de lege zaal daarachter. Het was een goede show. Na het allerlaatste slotakkoord lopen we voldaan en tevreden het podium af. We bouwen onze spullen af en maken plaats voor de hoofdact. Die blijkt echter nergens te bekennen. In de wandelgangen horen we dat de manager van C:Real letterlijk het mes tegen meneer K's keel heeft gezet. Hij wil extra geld zien en wel een dikke 1000 euro, anders komt er geen show vanavond. Het idee om die paar fans die 35 euro per kaartje hadden betaald in de kou te laten staan omdat je als band gewend bent om voor stadions te spelen, vond ik decadent en staat lijnrecht tegenover onze opvatting hoe je met je muziek en je fans om zou moeten gaan. We besluiten de merchandise-stand toch te bemannen, want hey er zijn toch maar mooi 50 man, en strijken onze t-shirtjes recht. Links van ons zien we twee ongeopende dozen met 300 haastig gedrukte C:Real tourshirts die nooit en te nimmer gedragen zullen worden. De financier komt even langs en zegt met bulderende lach dat hij zelden zo snel een BV'tje heeft zien ploffen. Meneer K komt tevens aanlopen en met zijn immer gelaten uitdrukking vertelt hij dat de hoofdact uiteindelijk wel gaat spelen, maar dat hij met deze laatste briljante zet eindelijk kan verklaren dat hij blut is en nu officieel 30.000 euro door de plee heeft gespoeld. Terloops vertelt hij ook dat de kans bestaat dat we alsnog voor de hotelkamers moeten dokken en dat de show in Antwerpen vanwege obvious reasons niet door zal gaan. De hoofdact heeft haar licht, geluid en choreografie goed voor elkaar, maar grossiert in gedateerde manieristische ethno-pop met dito live-presentatie. Jammer dat The Max op onze fans en vrienden na leeg bleef en dat de pormotor zijn huis zal moeten verkopen, maar wat dondert het ook. Wreckyard heeft een prima set gespeeld en aan het eind loopt de stagehand met één van onze shirts als superroadie onze spullen in te laden. De technici en personeel van de Melkweg zijn klaarblijkelijk geamuseerd door de klucht tussen promotor en hoofdact die zich die avond heeft afgespeeld. Voordat we in de bus stappen accepteert het hoofd van techniek onze cd met daarop in grote letters Alkaline Trio en de missie om deze als offer aan John te brengen. Wie weet kunnen we alsnog, maar dan zonder Griekse toestanden, eens het podium van de Melkweg betreden.