Bellrays: weggeblazen en op de vingers getikt

Swingend optreden met grimmige sfeer

Tekst: Judith Heemskerk ,

Soul, funk en garage-rock, de formule voor de band The Bellrays. Deze band met een al redelijke status in de States, zocht het podium Hedon op in Zwolle, voor een show dat in ieder geval genoeg gespreksstof opleverde.

Swingend optreden met grimmige sfeer

Het is niet druk in poppodium Hedon vrijdagavond. Hoewel men eerst nog kan denken dat de magere opkomst komt door het voorprogramma (The Bloody Honkies; een band waarvan een onbekende Ruud dit weekend zes keer geneukt heeft en waar de sound toch nog wat eigener van mag worden) blijkt later dat dit bezoekersaantal voor dit keer toch wel het maximum is voor The Bellrays. Wie weet dat men daarom wat langer wacht tot men met het optreden begint, maar dit levert bij sommige bezoekers die weer met de trein naar huis moeten toch een wat gespannen gezicht op. Want lang duurt het zeker, voordat de band het podium bestijgt. Als dan bijna iedereen is verhuisd naar het gezellige kroegje met de gezellige en prachtige, doch ietwat oncomfortabele bankjes, klinken de eerste klanken uit de zaal. ‘Sh*t’, moet iedereen gedacht hebben, want zo snel als de wind, vliegt iedereen met zijn drankje de zaal weer in.

The Bellrays, de band uit Riverside Californië, met hun ongewone stijl, dat moeilijk is te definiëren is ditmaal te bewonderen in Hedon. Want wat voor stijl heeft deze band nou eigenlijk; is het rock, funk, soul of eigenlijk toch jazz? Volgens The Bellrays is het heel simpel, er moet niet gecategoriseerd worden. Nee, de muziek moet voor zichzelf spreken. Zo stellen ze op hun Myspace: ‘High Octane Rock and Roll! Biography schmiography! Who cares about where they came from or what they did before or how many records they put out. Stats are not what music or this band is about. If you have an open mind and want something challenging in your life then this is where you want to stop and listen. Just take it in and make up your own mind. You want somebody to tell you what it is go to Kelly Clarkson's website instead. You tell us what we're about and then tell your friends whether you like it or not.’ Dus met dit gegeven staat het publiek klaar voor wat in de verste verte niet lijkt op gezemel van Clarkson, maar wat volgens dit statement moet leiden tot een wereldse ervaring.

En daar staan ze dan, de bandleden van The Bellrays. De band die voornamelijk gedragen wordt door de stembanden van zangeres Lisa Kekaula – dit keer gehuld in een simpele zwarte jurk met zwarte stilletto’s. Nog maar net begonnen en de band probeert met redelijk stevige rocknummers hun statement van wereldse ervaring waar te maken. Sterker nog, het rockt als de hel. Van de verkoudheid van de zangeres, dat fans weten te vertellen, is dan ook geen enkel spoor meer te bekennen. Kekaula schreeuwt, brult, maar streelt eveneens met haar stem de oren van het publiek. Hoewel het publiek dat bij het voorprogramma van Bloody Jonkies haast allemaal bij de bar in de zaal stond, staat het nu wat dichterbij het podium. Vanaf de eerste noten swingt het overgrote gedeelte mee op super harde, maar bovenal zeer strakke rock van deze band. Veel van de mensen kunnen het lijf niet stilhouden, hoewel het door de grote van de opkomst bij vele zeer ingetogen blijft.

De menigte weet zijn lijf niet meer stil te houden, onder andere door de bassist van de band. Bassist Bob Vennum weet het publiek namelijk een fantastische funky beat te geven, evenals drummer Craig Waters, die zeer divers blijkt te zijn. Zo speelt de drummer alles zo uit de losse pols, van jazz, funk, soul tot echte rock ’n roll. Gitarist Tony Fate daarentegen is wat meer bluesgeoriënteerd en weet op de juiste momenten een zeer prachtige en vooraal goed getimede ‘bluesy’ sfeer te creëren. Al met al enorm goede muzikanten met een breed spectrum dat juist The Bellrays zo aantrekkelijk maakt. Om maar te zwijgen over het gezicht van The Bellrays. De prachtige dame, met ietwat pondjes meer, heeft een prachtige sexy uitstraling op haar ietwat te hoge en te dunne naaldhakjes in haar zwarte outfit. Als ze haar stem laat gelden blijkt het ogenschijnlijk lieve, sexy dametje een strot te hebben als haar haar: onbedwingbaar, vol maar vooral prachtig, sterk en soms ietwat zwartgallig. Kekaula dwingt met haar stem respect af, zoals eigenlijk alleen Aretha Franklin of Tina Turner kon. Nu is er een opvolger van deze twee vrouwelijke diva’s. Sterker nog, ze heeft ze opnieuw uitgevonden en geeft er met haar band een zodanige draai aan dat het nog beter is dan ooit. Het is grof als het moet, maar kan eveneens zeer ingetogen zijn voor de liefelijke “Christmas songs”.

 Kekaula is echter niet snel tevreden, zo lijkt het. Want als de band een aantal nummers heeft gespeeld vraagt de zangeres: ‘What day is it today?’ In koor roept het publiek: ‘Friday!’ ‘No really, Friday?’, antwoord Kekaula. ‘I don’t know which day it is, it could be Wednesday for all I know. You’re sure?’ ‘Yeah!’, wordt er geschreeuwd. Toch is de zangeres met het prachtige Afro-kapsel niet overtuigd. Nee, als het vrijdag is, dan moeten we ook maar eens een vrijdag brul laten horen, zo stelt de diva. Kekaula probeert het publiek hiermee wat losser te krijgen. Waarschijnlijk is het voor de bandleden toch een koude douche om voor een haast lege zaal hun prachtige nummers ten gehore te brengen. Ook al klinkt er na ieder nummer (hier is weinig tijd voor doordat het volgende nummer haast naadloos op het eerdere nummer aansluit) een luide goedkeurende brul van het publiek, toch staat vooral Kekaula met een wat ontevreden gezicht op het podium. De overige bandleden lijken het wat meer naar hun zin te hebben en stralen dit dan ook uit, maar bij de zangeres in kwestie kan er geen glimlach vanaf. Hierdoor krijgt het geheel een beetje een futloos uiterlijk. Dit moet niet verkeerd begrepen worden. Immers, de muziek is fantastisch, het swingt de pan uit, de stem van Kekaula is zeker live net zo goed als op cd, de band is strak, reten strak en de muziek ‘really lifts you up!’ Toch krijgt het optreden in de toegift een wat donker karakter. De band laat het publiek erg lang wachten tot ze besluiten terug te komen. Als de band dan een tweetal nummers laat horen, besluit Kekaula het publiek midden in een derde Christmas Song aan te spreken. ‘Wat zijn jullie rustig. En ik zie het overal. Jullie staan daar maar met je handen in je zakken en je biertje in je hand. Maar weet wel, je mist nu het echte leven. Het leven is hier.’ Er klinkt luid gebrul uit de zaal, van een enkeling. Een paar anderen kijken verbaasd om zich heen. Wat zei ze nou? Bedoelt ze nou dat zij het echte leven is en dat ze dus vindt dat ze bij iedere scheet die ze laat een staande ovatie wil hebben? Bedoelt ze nou dat ze alleen tevreden is met een zaal waar de damp opreist van de zwetende lichamen? Als ze het podium dan verlaten daalt er bij sommigen duidelijk een wat negatieve sluier over hen heen. Ja, de muziek was prachtig, maar was die laatste opmerking nou nodig? Meende ze dat nou echt? Of is dit een imago van haar? Kortom, de juiste boodschap had hij niet, want mensen dachten niet meer na over een optreden dat kwalitatief geweldig was. Nee, de muziek was gedegradeerd tot een vraag of de wereldse ervaring van The Bellrays afhankelijk was geworden van het publiek, of dat de muziek juist de wereldse ervaring zou zijn en dat het publiek dan wel zou volgen. Velen konden het alleen nog maar hebben over de haast arrogante attitude van de zangeres met de strot, dat een beetje jammer is.

Rest nog maar te zeggen, dat de muziek van The Bellrays absoluut het zien en horen meer dan waard is. De muziek klonk fantastisch, de zang van de nieuwe Aretha Franklin was overweldigend, maar de energie ontbrak. Misschien was ze het vergeten, want het enige dat bij sommige op de lippen bleef branden was het volgende: Ook al staat er maar één iemand in de zaal, met zijn biertje in de hand of zijn handen in zijn zakken, speel alsof er duizenden fans staan in de zaal en dan komt die wereldse ervaring ook wel.