Afgelopen vrijdag 19 april werd de Rob Acda Award weer uitgereikt in het Patronaat in Haarlem. Ellij mocht aan het einde van de avond de hoofdprijs mee naar huis nemen, terwijl Close to Fire wegliep met de publieksprijs. Flying Nemo werd tweede en won een optreden tijdens het Young Art Festival in Beverwijk. De dames van Lilith kwamen daar strak achteraan en kregen voor hun derde plaats een voorprogramma plekje in Podium Victorie. Wie aanwezig was weet dat het voor de jury geen makkelijke avond moet zijn geweest. De wisselvallige techniek zorgde ervoor dat de muziek van sommige bands af en toe verdween in een troebele zee van geluid. Ondanks dat was het een avond vol frisse, vette en vooral verrassend goede muziek.

Als eerste is het de beurt aan Ellij. Zij hebben de taak om de avond te openen. De zeskoppige band doet denken aan een moderne versie van Talking Heads. Wat direct opvalt is het brede scala aan instrumenten en effecten die op het podium staan, waaronder twee drumkits. Het zal voor menig geluidsman dan ook een flinke opgave zijn om een band met twee drummers goed te mic’en en dat is terug te horen in de zaal, de band klinkt als één grote brij. Op de muziek van Ellij zelf is weinig aan te merken. Het zit technisch erg goed in elkaar en de band is duidelijk op elkaar ingespeeld. De leadzang van bandleider Ruben Bausch is bij vlagen wat wisselvallig. Hij is duidelijk nog zoekende naar zijn eigen geluid. Tijdens het vierde nummer van de set, “Baby Lion”, lijkt alles ineens bij elkaar te komen. Bausch lijkt vanaf dan helemaal gesettled en klaar voor het grote publiek. Met prachtige visuals van Hannah Bruynzeel en een goed uitgedachte set neemt Ellij aan het einde van de avond de geheel verdiende hoofdprijs dan ook mee naar huis.

 

Na Ellij betreedt Counter-Sound het podium. Zoals de naam misschien al doet vermoeden speelt Counter-Sound recht-voor-je-raap trashpunk. De heren weten de zaal dan ook gelijk wakker te schudden. De band doet wat je van ze verwacht en dat is tegelijkertijd hun valkuil. Ze zijn weinig vernieuwend en klinken als de dertiende punkband in het dozijn. De geoliede motor van de band vinden we in de drummer. Het is een wonder dat slagwerksadist Bram Boereboom er geen twintig stokken doorheen heeft geslagen. Het leek er af en toe zelfs op alsof hij ieder moment zijn drumstel dwars door het podium zou slaan. Ondanks zijn gewelddadige benadering van de drums sloeg hij geen tel mis en alleen daarom al is de band het bezoeken waard, vooral als je van een goeie bak herrie houdt.

De ladies van Lilith mogen daarna met hun frisse en knapperige grungy punkrock de zaal vermaken. Als het op songs aan komt is Lilith overduidelijk de beste van de avond. Hun catchy punkliedjes blijven direct in je hoofd hangen en werden na het optreden nog door menig bezoeker nageneuried. Zangeres en gitarist Maaike van der Voort heeft een dijk van een stem en is ontzettend toonvast. Helaas lijkt het podium alleen nog wat te groot voor de dames en blijft de show redelijk tam. Pas aan het einde van de set lijken ze los te komen en de show toch nog tot een explosief einde te brengen.

Na een snel ombouwrondje is het de buurt aan de mannen van Flying Nemo. De muziek van de heren is nog het beste te omschrijven als tropische surfreggae, maar de band leent van meer genre’s en doet dat met wisselend succes. De uitstapjes naar hiphop, punk, rock en af en toe zelfs gypsy lijken in het begin het sterkste punt van de band, maar voelt al snel teveel als van de hak op de tak. Het geheel komt hierdoor vooral tegen het einde van de set een beetje op losse schroeven te staan wat na zo’n sterk begin jammer is, want de presentatie van de band is fantastisch en ze krijgen dan ook de hele zaal aan het dansen met hun chille, zomerse muziek.

Nummer vijf op het programma is Operation Hurricane. Het is van begin af aan duidelijk dat zanger en gitarist Jurriaan Kurpershoek wel van een showtje geven houdt. Met een intro die je meestal alleen bij grote stadionbands ziet probeert de band het publiek vanaf het eerste moment te imponeren. Technisch gezien speelt de band erg goed en de nummers zitten goed in elkaar. Helaas lijken ze soms te veel bezig te zijn met indrukwekkend overkomen, waar de muziek uiteindelijk onder lijdt. Ook het publiek lijkt weinig geboeid en praat volop door de band heen.  De heren hebben duidelijk talent en als ze zich iets meer zouden focussen op de muziek, ook de potentie om door te groeien naar een ideale liveband.

Publieksfavoriet Close To Fire mocht de avond afsluiten. Vanaf moment één zingt het publiek de liedjes mee en het is duidelijk dat de band een blik aan fans heeft opengetrokken. Telefoons met zaklampjes gaan de lucht in en de zaal begint te dansen. De band speelt zeer toegankelijke britpop en daar zit hem ook gelijk de crux. De nummers zijn vrij formulair en klinken alsof ze rechtstreeks uit het songwriting handboek zijn geplukt en daardoor is de band eigenlijk een beetje saai. Live is het wel een totaalplaatje: ze hebben een goede presentatie, spelen vrolijke nummers en zijn strak op elkaar ingespeeld en het is dan ook overduidelijk dat de band mikt op het grote publiek.

Tijdens de Rob Acda Award 2019 werd wel weer eens duidelijk dat er veel aan het opbloeien is in de Nederlandse muziekscene. Een overvolle vijver waar getalenteerde vissen enthousiast het podium op springen en daar worden wij heel erg blij van.