'Ik werk tegenover Paradiso, dé poptempel van Nederland. Ik zeg al jaren: Ooit. Someday.' Dat someday vrijdag 26 januari 2018 mocht worden, kan Dési Ducrot nog niet helemaal bevatten. Ze beleeft de avond in hogere sferen. 'Deze dag was eigenlijk heel raar. Vanmorgen ben ik gewoon naar mijn werk gegaan, mijn gewonemensenbaan, maar ik mocht gelukkig eerder weg. ’s Avonds in m’n eigen gewone huis m’n gewone jurk aangedaan en dan ineens sta je hier, je album release in Paradiso', aldus Ducrot zelf. Ze omschrijft haar release als een 'droomrelease' en die beschrijving blijkt behoorlijk accuraat.

De aanloop naar deze avond is echter allesbehalve dromerig verlopen. Een paar dagen geleden was Dési nog goed ziek en ze heeft 48 uur niet gepraat. De laatste rehearsal werd gecanceld. Dit doet niets af aan het feit dat Dési en de vijfkoppige band die bij haar hoort, er duidelijk zin in hebben. Er is ook genoeg belangstelling voor deze release, want de kleine zaal van Paradiso is bomvol en de sfeer zit er goed in.

De spanning bij de band is wel te merken. Ze duiken vol overgave in de eerste tonen, maar het mist wat overtuigingskracht. Wanneer er na drie nummers een kleine break is en Dési het publiek toespreekt, lijkt het ijs gebroken. Ducrot vertelt hoe het nummer Mud op SoundCloud werd opgepikt door haar producer en dat vanaf daar het balletje is gaan rollen. Ze kan zowel sterk als zacht zijn. Het is duidelijk dat we hier niet alleen te maken hebben met een powervrouw, maar ook met iemand die als voorbeeld kan fungeren in de toekomst. Ze heeft een geheel eigen geluid en stijl ontwikkeld en haar teksten zijn zo eerlijk dat ze goud waard zijn. Mud en I Deserve It zijn hier voorbeelden van.

Dési Ducrot maakt een interessante mengeling van geluid. Ritmes en melodieën worden gebracht door de elektrische of akoestische gitaar, afgewisseld met het prachtige spel van toetseniste Judith Rijsenbrij. Ineens klinkt er dan een heerlijke diepe baslijn, of de bekende klank van de dobro of lap steel. Op een ander moment komt de band met een combinatie van elektrische drums en galmen de hoge gitaarsnaren. Het resultaat is opzwepende, doch lome muziek die niet echt in een hokje geplaatst kan worden. Veelal wordt country geroepen, maar er zit genoeg anders bij om het meteen weer uit dat hokje te halen. Pop, progrock en ook klassieke invloeden zijn terug te horen door het orkest bij Don’t Tell Me You’re A Poet.

Het geheel is misschien wel wat overweldigend. Er komt qua geluid veel aan bod. Dit doet misschien zelfs wel wat afbreuk aan de tekst en de stem van Ducrot. Dat het toch niet té overweldigend is, komt doordat elk nummer compleet aanvoelt en het geheel mooi uitgebalanceerd is. Het is nooit te veel. Daarnaast is goed nagedacht over de opbouw van de set; de opening is goed, vervolgens worden er wat rustigere nummers gespeeld, maar met de laatste drie nummers gaan de hakken uit en gaat het los.

Na afloop kan Ducrot alleen maar glimlachen. Ze roept dat er wel wat dingen fout zijn gegaan, zoals bij elke release, maar uiteindelijk is ze bijzonder tevreden. ‘Het voelde een beetje alsof je in je blote kont door het Vondelpark moest, maar eigenlijk was het heel leuk’, zegt Dési zelf. Ze prijst haar band en haar producer, Marg van Eenbergen, maar ook haar publiek. Dat het publiek zo enthousiast was, doet haar goed. ‘We zitten eigenlijk tussen commercieel en alternatief in. Het is nu op zoek gaan naar ons eigen publiek.’ Het lijkt erop dat ze vanavond in ieder geval haar publiek heeft gevonden.

In Too Deep is een album dat je op meerdere vlakken zal raken. Het zal je aanzetten tot bewegen, waarbij je net als het aanwezige publiek mee deinst. Het zal je ook vanbinnen raken wanneer de stem van Ducrot, die overigens helder en zuiver was ondanks eerdere problemen, weer eens scherpe zinnen ten gehore brengt. Naarmate de band deze nummers meer zal gaan spelen, zal In Too Deep hen steeds beter gaan liggen en kan het alleen maar nóg beter worden.

Meer van onze artikelen lezen? Dat kan!