Allereerst mag Nana Adjoa, de bassiste van Sue the Night, het podium betreden. Normaal treedt ze op in een vijfkoppige formatie, maar vanavond is ze alleen in het gezelschap van een gitarist. De twee spelen twintig minuten lang dromerige, in galm verzopen dreampop/indiefolk liedjes. Het tempo is traag en de zang is indrukwekkend, maar helaas heeft Adjoa te kampen met een ietwat ongeïnteresseerd publiek. Het is een gemoedelijke, prettige opener van de avond en een fijn contrast met de twee concerten die erna volgen.
Terwijl buiten de hagel met bakken naar beneden komt, stroomt de grote zaal van het Patronaat langzaam maar zeker vol. Mensen van verschillende leeftijden hebben het weer getrotseerd om naar het concert van Sue the Night te komen kijken. Maar eerst wordt het Haarlemse publiek getrakteerd op maar liefst twee opvallende voorprogramma's, die overduidelijk direct geselecteerd zijn door Sue the Night zelf.
Nana Adjoa
Severin Bells
De avond gaat verder met de Haarlems/Amsterdamse psych garagerock van Severin Bells. Voor de buitenstaander wellicht een opvallende keuze in het programma. Diverse collega's werden tijdens de popronde zeer overtuigd door het kunnen van de 'supergroep', maar ook hun show lijkt niet probleemloos te verlopen. Het publiek lijkt namelijk ook niet écht geïnterreseerd in de slepende, hypnotische gitaarrock van dit viertal. Jammer wel, want de band heeft een bepaalde oprechte nonchalance die hun muziek erg authentiek maakt. Het geluid werkt ook nog eens moeilijk mee. De lage frequenties in de basgitaar verdrinken de zang en het gitaarwerk grotendeels. Hopelijk krijgen we snel de kans om de band te zien in een setting waar ze wel op waarde geschat worden door het aanwezige publiek.
Sue the Night
En dan is het eindelijk tijd voor het hoofdprogramma. Sue the Night is deze avond op verschillende vlakken echt een verademing. Allereerst scheelt het gigantisch dat het publiek nu eindelijk aandacht lijkt te tonen voor wat er op het podium gebeurt. En dat is goed te begrijpen, want de groep heeft voor het concert een toffe lichtshow weten te regelen met een soort lichtgevende zuilen bij elke individuele muzikant. Het is een relatief simpele, maar zeer effectieve truc. Tekenend voor de mate van professionaliteit waarmee de band zich presenteert.
Sue the Night is ook een verademing omdat haar stijl niet per se direct terug te linken is naar een specifieke invloed, zoals je zo vaak ziet bij de bands op 3FM of bij De Wereld Draait Door. Wat dat betreft is het bijzonder dat Sue the Night bij het laatstgenoemde programma de huisband is geworden. Het is namelijk onmogelijk om te zeggen: 'Goh Suus, jouw muziek is wel heel erg beïnvloed door die-en-die alom bekende artiest uit de jaren 70/80 hé? Laten we nu naar een stukje van de meester zelf gaan kijken.' Nee, Suus en haar vijf bandleden varen hun eigen koers binnen de popmuziek met een slimme combinatie van folk, new wave en rock.
Dit wil overigens niet zeggen dat er niks aan te merken is op het concert. Vooral de productionele keuzes in het geluid zijn bij vlagen tenenkrommend. Zo schuift de geluidsman bijna bij elke lange uithaal van de zangeres langzaam de galm open. Het wordt al snel een irritant trucje. Nergens voor nodig ook, want de stem van Suus de Groot is op zichzelf sterk genoeg om impact te maken op een publiek. Ook de klank van de drum zorgt voor een vergelijkbaar probleem. Er wordt duidelijk gekozen voor de zogenaamde 'gated reverb' klank, die in de jaren 80 belachelijk populair was bij artiesten zoals Prince en Phil Collins. Deze drumklank is momenteel weer een rage. Binnen de muziek van Sue the Night is het helaas niet altijd even passend.
Het zijn slechts kleine smetjes op een verder prachtig concert. Het is inmiddels gestopt met hagelen, dus het publiek kan tevreden en droog terug naar huis keren. Hopelijk gaat Sue the Night binnenkort in de Ziggo Dome weer zo'n strakke show spelen, zodat een nóg breder publiek met hun werk in aanraking komt. Dat zou namelijk absoluut verdiend zijn.