Als kind van muzikale ouders kwam Marnix al jong in aanraking met muziek. Toch waren het niet zijn ouders die hem inspireerden om de muziek in te gaan, maar The Beatles. Hij was direct een grotere fan dan zijn ouders. ‘Ik trok potten en pannen uit de kast om met de muziek mee te drummen,’ zegt Marnix. ‘Na een tijdje hebben ze me maar een drumstel gegeven. Dat was waarschijnlijk wat prettiger om naar te luisteren.’ Door The Beatles wist hij zeker dat hij muziek wilde maken en uiteindelijk ook gaan schrijven.
De keuze voor het conservatorium, ondanks dat hij nog even twijfelde, was dan ook logisch. Hij wilde zich omringen met muzikanten en alleen maar met muziek bezig zijn. Op de middelbare school pasten Marnix en een paar vrienden niet bepaald tussen de andere leerlingen. ‘Wij waren altijd een beetje de vreemde eend in de bijt,’ zegt hij. ‘Op het conservatorium kom je dan met al die vreemde eendjes bij elkaar en dat is supergaaf.’
Brein achter IX speelt het best als hij zenuwachtig is
Marnix Dorrestein: ‘Het is heerlijk om iets te maken dat er gister nog niet was’
Marnix Dorrestein (24) is het creatieve brein achter IX. Hij is bijna klaar met zijn master in popmuziek aan het conservatorium in Amsterdam, waarvan hij tot de eerste lichting behoort. Op 4 juni staat hij met zijn band in Victorie tijdens Club 3voor12 NH.
Zijn eigen muziek vindt hij lastig te omschrijven. ‘Hoe lang heb je?’ vraagt hij lachend. ‘Het is eigenlijk een smeltkroes van elektronische indie. De sixties zijn een grote invloed geweest, maar dan meer voor de liedjes dan voor de sound. En dan een heel rataplan aan moderne dingen, Afrikaanse muziek, psychedelische dingen. Van alles eigenlijk.’
Wat Marnix het mooiste vindt aan het maken van muziek, is dat je iets nieuws maakt. ‘Het meest gelukzalige gevoel dat ik kan krijgen van muziek, is als ik iets heb gemaakt dat er de dag ervoor nog niet was,’ zegt hij. ‘En dan hoeft het nog niet supergoed te klinken, het gaat om het gevoel dat ik dat heb gemaakt.’
Hij kwam op de naam voor dit project doordat een vriend hem altijd IX noemt. ‘Ik zeg zelf altijd gewoon X, maar je kunt het ook zien als het Romeinse cijfer negen, of uitspreken als I-X.’ Toen hij op zoek was naar een naam en al zijn hersenspinsels op papier krabbelde, zag hij dat elk nummer of een I of een X is. ‘I is in zichzelf gekeerd, het is apathisch en desolaat,’ zegt hij. ‘X staat voor een kusje, of de liefde. Die nummers zijn juist heel open en vrij.’
Ondanks zijn jarenlange ervaring – hij speelt al sinds zijn vijftiende in verschillende bands en werkte met Herman van Veen – is hij nog voor elk optreden nerveus. En dat is ook nodig: ‘Als je niet meer nerveus bent, betekent dat dat je er niks meer om heeft en dan speel je je slechtste gigs.’ Toch probeert hij het wel een beetje los te laten als hij op het podium staat.
Dan moet je erop kunnen vertrouwen dat je het in de vingers hebt en gewoon lekker spelen. Uitstraling is misschien nog wel belangrijker. ‘Een groot deel van optreden is gewoon bluffen,’ zegt Marnix. Natuurlijk moet je ook wel iets kunnen, maar op het moment dat je het podium betreedt, kun je toch niet meer oefenen, of je het nu onder de knie hebt of niet. ‘Dan ga ik daar staan en denk ik: “Fuck it ik doe wel gewoon alsof ik de koning ben.”'
IX is te zien tijdens Club 3voor12 NH, donderdag 4 juni 2015, Podium Victorie, 20:30