Mocht je nog niet bekend zijn met de Nederlandse liedschrijver, hier een korte introductie. Geboren in Amsterdam, verhuist naar Amstelveen. Liedjes geschreven, viool geleerd, die liedjes gedeeld op social media. Twee uitverkochte shows in de Melkweg, een handvol festivals. Weer verhuist. Dit keer naar Londen, om een muziekopleiding te volgen. Ze schrijft mee aan nummers van Pommelien Thijs. Twee EP’s verder, en nu speelt ze een reeks shows in Nederland, het land waar ze ooit begon. En dan vergeten we nog de helft van het verhaal.
Wat echt telt, is niet haar verleden, maar haar toekomst. Ze is namelijk pas net begonnen en heeft nu al een niche gevonden waar menig twintiger jaloers op zou zijn. Hoe ze die niche heeft weten te veroveren? Door de oprechtheid waarmee ze muziek maakt. Dat hoor je al in de eerste klanken van Rough Love, waarmee ze de avond opent. Gebaseerd op niets meer dan haar stem, en die van twee achtergrondzangeressen, betovert ze een kerk die zonder haar stem waarschijnlijk weinig goddelijks zou uitstralen. Toch is het niet alleen de stem die iets hemels oproept. Het zijn ook haar teksten. In meerdere nummers zingt Noor over haar plek in een wereld die keer op keer teleurstelt, toch weer hoop biedt, en uiteindelijk veel te vluchtig blijkt. Het vertragen van de tijd, zoals ze beschrijft op haar eerste EP Jong En Oud, werkt in deze setting uitzonderlijk goed. Door verrassende arrangementen en een zeldzame eerlijkheid weet ze een uitverkochte zaal niet alleen te boeien, maar werkelijk te raken.
Je kunt hierbij de gedachte hebben dat zo’n show in haar thuisstad niet anders heeft kunnen uitpakken, maar ook de optredens in Nijmegen en Groningen bewijzen dat haar muziek verder reikt. Het publiek haalt er herkenning, kracht en misschien zelfs troost uit. En juist die draagkracht is iets waar haar generatie zo naar snakt. In een samenleving waarin alles polariseert, huurprijzen absurd zijn, en Gen Z zich noodgedwongen verzoent met het idee nooit een huis te zullen kopen, is het verfrissend om iemand te horen die toegeeft: het is helemaal niet makkelijk om jongvolwassene te zijn. Zelfs zonder dit expliciet te benoemen, voel je het in elke toets van de piano en elke zucht van Noor zelf.
Wat hier gebeurt, is geen trivialisering van die gevoelens, maar een grondering ervan; van hopeloosheid, hebzucht, liefde, en alles wat ontbreekt, om uiteindelijk terug te keren naar wat telt. En misschien zelfs te begrijpen waarvoor we dit allemaal, met elkaar, aan het doen zijn.