The Garden is naast Ginton’s muzikale vertaling ook heel persoonlijk. ,,Mijn achternaam is Ginton en betekent tuin. Toen begon het in elkaar te vallen: ik bén een tuin, maar mijn naam is ook tuin.” Maar dan wel een Afro House-tuintje met een heleboel organische bloemen, vermenging van genres, muzikale invloeden, en eh, instrumenten!
Het is zeker niet de eerste keer dat hij solo is gegaan. In Het Concertgebouw neemt hij de Kleine Zaal in juni al een keer over, en op Down The Rabbit Hole heeft hij ook al een flinke solo-appearance. ,,Sinds de show in juni ben ik me alleen maar aan het doorontwikkelen. Het was toen meer een set van anderhalf uur, en nu focus ik me echt op optredens die met elkaar verbonden zijn.”
Enne, heb je dan nooit moeite met stoppen met werken aan een track? ,,Eigenlijk niet, nee. Het is meer de keuze welke track het wordt. Ik kan met verschillende artiesten en muzikanten uit andere genres en werelden werken, dat is een onuitputtende stroom van inspiratie en energie. Veel muzikanten zijn perfectionistisch en kunnen nooit iets afmaken. Ik heb daar niet zoveel last van gelukkig. Daarnaast heb ik ook voor een bepaald genre gekozen, waardoor er ook (niet verplicht, welteverstaan) regels zijn waar ik me op kan focussen. Zoals het BPM: dat zit op 122. De drums hou ik ook enigszins hetzelfde. Een goeie build-up is essentieel: dan wéét ik dat de drop exact goed valt.”
De lijst van inspiratiebronnen voor Ginton? ,,Die kan zo lang doorgaan. Ik ben sowieso heel erg geïnspireerd door artiesten uit de zeventig jaren. De tijden van Santana, dat is echt mijn holy grail. Wat ik probeer te doen met mijn muziek is een moderne versie van die sound maken. Kijk ik naar inspiratie voor de muziek die ik nu (anno 2025) maak, dan hou ik echt van Sparrow & Barbossa. Die komen uit Miami en die sound vind ik heel nice.”