Oude synthesizers en een platencollectie gevonden te Dorpsstraat 3 legt de basis voor de gelijknamige band. In een kelder van een leegstaand huis waar voorheen de priester uit het dorp heeft gewoond zijn deze spullen ontdekt. De post-punk/synthwave band met onheilspellende klanken en akelige teksten weet het publiek mee te nemen – rechtstreeks die kelder in.
De sfeer die ze neer weten te zetten heeft iets magisch. De snelle beats, duistere soundscapes en oosterse melodieën brengt iedereen in trans. Wat er bezongen wordt lijkt geen rol meer te spelen. Wanneer het nummer De Ballade uit de Dodencel wordt gespeeld en er wordt gezongen: “Het einde is nabij, o ja het einde is nabij” lijkt niemand zich bewust te zijn van dit einde. Iedereen deinst op de klanken mee, of het nu gaat om een grimmige executie of niet.
Een ijzersterke performance wordt hier neergezet. De bewegingen van Merlijn Breedland vloeien in de frequenties over, de energie is voelbaar. Het lijkt alsof we ons voor een moment ergens anders wanen. Een vreemde plek waar de grimmige dingen transformeren tot muziek. Waar er gedanst kan worden op spookverhalen.