Het ene nummer volgt het andere op, allemaal doordrenkt met dansbare vibes die je graag in de zomer op een festival hoort. Daardoor voelt het juist ook een beetje eentonig, elk nieuw nummer lijkt veel op het vorige en zijn zo moeilijk uit elkaar te houden. Dit komt vooral omdat er weinig interactie met het publiek tussen de nummers door plaatsvindt. Meer tijd om een nummer in te leiden zou net iets meer rust geven. Bij het nummer Limbo slaat het plots om, de gehele zaal lijkt het nummer te kennen en zingt luidkeels mee. De bassist komt hier volledig tot zijn recht, het is dan ook jammer dat hij zich de gehele avond vooral achterin op het podium bevind. Niet erg, wel jammer.
Ook de toetsenist verdient kort wat erkenning. Door de avond heen neemt hij langzaam de lead op zich. Zijn charismatische aanwezigheid geeft het concert net dat beetje extra wat aan het begin juist zo miste. De synths tijdens het nummer Opposites geven de band de funk sound die Supermoon bijzonder maakt. Ook al zijn de backing vocals van hem niet altijd even zuiver, de combinatie van hem met de ijzersterke zang van de leadzanger werkt perfect.