Klokslag 3VOOR12/Noord-Holland/AC

Pas op voor de Podiumvreter

Jiery van Roon, ,

Na een lange adempauze in de zomer is hij weer terug: de gezamenlijke column van de Alkmaarsche Courant en 3VOOR12/Noord-Holland. Deze week aan het woord: Jiery van Roon, redacteur van 3VOOR12/Noord-Holland. Over Mixtream, De Bakkerij, de kraak van de Voemerij en het gebruik van paardenmiddelen.

Pas op voor de Podiumvreter

Pas op voor de Podiumvreter Er waart een epidemie door Noord-Holland. Symptomen zijn avondlijke verstilling en een verhoogde productie van hangjongeren. De weerstand tegen het virus kan dalen door verschillende omstandigheden. In de meeste gevallen zijn financiële gebrekken debet aan het toeslaan van het virus, in andere gevallen gaat het om ruimtegebrek. Dodelijke slachtoffers zijn gevallen in Langedijk en Den Helder; andere besmette haarden bevinden zich in Haarlem, Heerhugowaard, Heemskerk, Heiloo, Alkmaar en Castricum. Het virus is genaamd de Podiumvreter. Zaterdag bereikte ons het bericht dat ook Mixtream is getroffen door de Podiumvreter. De kans is aanwezig dat het Heerhugowaardse festival volgend jaar in coma zal verkeren. De gemeente Heerhugowaard staat klaar om te reanimeren, maar het is de vraag of de behandeling sterk genoeg is. Door de definitieve sluiting van het pand van De Bakkerij is in Castricum een levensbedreigende situatie ontstaan. Hier is een antieke behandelmethode van stal gehaald, die vooralsnog tot een tijdelijke oplossing heeft geleid. Bezoekers van De Bakkerij hebben vakkundig het leegstaande café VoemVoem gekraakt en verkeren aldaar in de hoop op steun van buitenaf. Vooralsnog zijn de jongeren echter niet uit hun benarde situatie gered, omdat de burgemeester op vakantie is en de rest van ambtelijk Castricum blijkbaar te onwetend, te onkundig of te ongeïnteresseerd om ook maar een verbale reactie te geven. 3VOOR12/Noord-Holland nam vorige week een kijkje in het kraakpand. Met bewondering en vol goede hoop werd gadegeslagen hoe de jongeren zijn overgegaan tot actie. Als de kleinkinderen van deze jongeren later aan hun grootouders vragen of zij van voor de epidemie of van na de epidemie stammen, kunnen zij tenminste met opgeheven hoofd zeggen: ´Wij waren van tíjdens de epidemie. En we hebben gevochten. Met een oud paardenmiddel weliswaar, maar wel een beproefd paardenmiddel.´ En ik hoop vanuit de grond van mijn hart dat ze daaraan toe kunnen voegen: ´En dat paardenmiddel heeft de Podiumvreter gedood!´