UberMadsen leert eigen demonen te bezweren

Een lesje in Positief Objectivisme valt niet altijd mee

Rik Ouwens, ,

Er is een prachtige levenslesserige legende die aan Jezus, Siddartha , Mohammed en anderen is toegeschreven. De verlichte ziel loopt als jochie van twaalf over straat met z’n matties om te checken of er nog smatjes te nakken of scooters te dieselen zijn als ze plotseling een dooie hond in de goot zien liggen. De hele gang keert zich vol walging af. Maar ons Heiligste Boontje zegt: “Nee kijk ‘ns hij heeft prachtige witte tanden, stralender dan de parels van de koningin“.

Een lesje in Positief Objectivisme valt niet altijd mee

Er is een prachtige levenslesserige legende die aan Jezus, Siddartha , Mohammed en de rest van onze godsgezonden vrienden is toegeschreven. De verlichte ziel loopt als jochie van twaalf over straat met z’n matties om te checken of er nog smatjes te nakken of scooters te dieselen zijn als ze plotseling een dooie hond in de goot zien liggen. De hele gang keert zich vol walging af. Maar ons Heiligste Boontje zegt: “Nee kijk ‘ns hij heeft prachtige witte tanden, stralender dan de parels van de koningin“. De moraal van het verhaal? Probeer zelfs in het lelijkste ding iets moois te zien. Deze oefening in positief objectiviteit bekroop me toen ik de demo CD van UberMadsen voor het eerst hoorde. Dat je tegenwoordig geen punten scoort bij een recensent of boeker als je niet eens de moeite neemt om de boel een beetje netjes vorm te geven, zal ik maar even buiten beschouwing laten. En ik ben ook niet in de stemming om goedwillende enthousiaste jonge muzikanten af te kotsen. Dus laat ik het positief houden. Deze jongens hebben goed geluisterd naar hun invloeden. En ze hebben in ieder geval door hoe hun instrumenten werken. Dit soort bandjes doet het over het algemeen erg goed als openingsact voor de lokale grootheid in het plaatselijke jongerencentrum en ik kan je op een briefje geven dat de drummer vast met het leukste meisje van de stal brommers gaat kieken. Maar de eerlijkheid gebied mij om toch te zeggen dat het daar ophoudt. Natuurlijk , de songs zitten degelijk kop-hals-romp in elkaar, ondanks de zenuwen en de spanning van de opnames hoor je dat ze af en toe ook plezier hebben in het musiceren en er klinkt in de teksten zelfs af en toe een zinnetje door dat we niet al ooit zelf als 16 jarige metalheads verzonnen hebben in een dronken bui. Wat ik vooral mis? Die ene song die eruit springt. Het ‘hee goh tjee’ gevoel. Dat ene moment waarvoor je even bij de bar vandaan komt, en dat is des te teleurstellender als je hoort dat deze jongens wel De Rock Classic zouden kunnen maken. Dat hitje waarvoor je over dertig jaar City FM wat harder zet in je Willie Winterpeen Zoefmobiel. Aan uitstraling en attitude ontbreekt het UberMadsen niet. Maar post-Nirvana bandjes met metal-invloeden die boos over de wereld zingen in het tegenlicht van de ondergaande zon heb ik tot m’n spijt al voor ik een ouwe lul werd te vaak gezien en gehoord, en velen met mij. Uiteraard heb ik natuurlijk een paar nummers stiekem in een DJ set op het publiek losgelaten tussen de Jezus, Siddartha en Mohammed van de invloeden van UberMadsen door. De reactie was over het algemeen dat Ubermadsen live beter tot z’n recht zal komen. Ik hoop het snel te zien en dat de dooie hond me dan stralend toelacht.