Hasta pronto Eliades Ochoa!

Maar dan wel als het echt zomer is...

Tekst: Mischa Nieuwboer Foto's: Maarten Mac Gillavry, ,

Wie kent het niet, de zomerse klanken van de Bueno Vista Social Club. Zet je verwarming een paar graden hoger en een halogeenlamp vlak boven je hoofd. Doe vervolgens je ogen dicht en je waant je op Cuba. Afgelopen donderdag waren helaas niet alle elementen aanwezig om je dit gevoel te geven. De muziek was er niet minder om. Recht uit de ziel, puur en eerlijk, zoals muziek hoort te zijn.

Maar dan wel als het echt zomer is...

De afgelopen weken leek het al hoog zomer. Alleen de frisse avonden laten ons merken dat het pas lente is. P60 haalde de zomer alvast in huis met Eliades Ochoa en z'n band. Ochoa, de laatst levende van de Bueno Vista Social Club. Al decennia lang is hij een toonaangevende muzikant in de Cubaanse muziek. Een ster van internationale allure. Iemand die de traditionele muziek van zijn land brengt met passie, plezier, met toeters, maar zonder bellen. We hoeven dan ook niet een uur te wachten voordat het optreden begint. Gewoon op tijd. Zonder sterallures. Als de band van Ochoa begint te spelen, kun je Cuba bijna aanraken. De zeven koppige begeleidingsband Grupo Patria beheerst de kunst van de muzikale vertelling. Ze zijn de muziek, het verhaal, het land. Als na een kort intro Eliades Ochoa het podium opkomt, verandert dit niet. Het publiek juicht. De al wat oudere Eliades knikt, lacht en begint te spelen. Onder de rand van z'n hoed schuilt het doorleefde gezicht van een vriendelijke man. Z'n stem kraakt misschien iets meer dan vroeger. Z'n vingers zijn wat strammer en raken niet alles meer zoals hij zou willen. Het totaal is er niet minder krachtig om. De kracht van de muziek zit niet in de kwaliteit van de muzikanten, hoewel ze stuk voor stuk goed zijn. Het is de basis die het sterk maakt. De instrumenten worden in dienst van de muziek gebruikt. De muziek staat in dienst van de cultuur. De Cubaanse cultuur is de basis. Niets meer en niets minder. Is het dan allemaal perfect? Nee, dat zeker niet. Bij deze muziek hoort warmte, zodat je je ogen dicht kan doen en je je bijna in Cuba waant. De zon die brandt op je hoofd. De zwoele avond op een terras. Maar het is een frisse Hollandse lenteavond in P60. Het is nog net niet koud, zodat je wil bewegen om het bewegen en niet om de muziek te ervaren. Hierdoor komt het publiek moeilijk op gang, of liever, te geforceerd, onnatuurlijk. Dit heeft z'n weerslag op het podium. Hoe goed je ook bent als band, je bent ook afhankelijk van je publiek. De verhalen die Ochoa tussen de nummers door verteld (in het Spaans), zouden bij normale warmte een aangename adempauze zijn. Nu duurt het allemaal net te lang. Vooral omdat de meerderheid het niet verstaat en er geen vertolking is. Ook de gitaar van Ochoa heeft te lijden onder de kou in de lucht en de warmte van de lampen. Tijdens het spelen ontstemt het instrument al, zodat na ieder nummer weer even gestemd moet worden. Maar de laatste twintig minuten begint alles toch nog te kloppen. Het wordt warmer en warmer in de zaal. Na de klassieker Chan Chan was iedereen eindelijk lid van de grote familie waar Ochoa het na drie nummers al over had. Na een enkele toegift gaat de familie uit elkaar. “Omdat we een grote familie zijn, zeggen we niet tot ziens, maar tot snel! Hasta Pronto!”, mooie laatste woorden. Nu is het wachten op de zomer en het Cubaanse familiegevoel kan weer uit de koffer worden gehaald. Ik kan bijna niet wachten. Gezien: Bueno Viesta Social Club presents Eliades Ochoa P60 Amstelveen, donderdag 3 mei 2007