Negentien jaar staan er al op de teller. Misty Fields is een kleinschalig, drieduizend zielen tellend festival ergens in de mythische mistige velden in de Grote Peel tussen Asten en Heusden. We namen er vorig jaar voor het eerst een kijkje en dat beviel zo goed dat we ook dit jaar weer van de partij zijn. Niet zo vreemd als je bedenkt dat al sinds de killer line-up van de vijftiende editie, met o.a. Gilla Band, Psychedelic Porn Crumpets en Protomartyr, een soort buzz om het festival hangt. In die mate dat steeds meer landelijke media een kijkje komen nemen.

Deze vrijdag hebben we onze tent al vroeg opgezet. Want het festival opent met SØWT, de band die enkele weken geleden nog hun tweede langspeler Is This The Hard Part? dropte. Een fijne noiseplaat. Dat de dame en heren niet alleen op vinyl overtuigen bewijzen ze vandaag. De Eindhovenaren knallen vroeg in de middag uit de startblokken en laten een verschroeid podium achter. De adrenaline-rush is in ieder geval compleet. Wie dacht dat dat je Misty Fields rustig af kon trappen komt bedrogen uit...

Net als SØWT heeft Moreish Idols een nieuw album: het in maart uitgebracht All In The Game. Een fijn momentje om terug te schakelen. Want de band grossiert in lekker lome bassen en fraai uitwaaierende gitaarpartijen. De lang uitgesponnen jam aan het einde van slotsong ‘Dream Pixel’ doet zelfs de psychedelische jaren zestig herleven. Aansluitend is het in het Bos tijd voor Long Fling, liefdeskoppel Pip Blom (die van het majesteitelijke meervoud: “Hallo, wij zijn Pip Blom”) en Willem Smit van Personal Trainer hebben hun beide bands in elkaar geschoven. Met uitzondering van ‘Flung’, spelen ze enkel nieuw (nog ongereleased) materiaal. Het resulteert in een iets gepolijster geluid dan we van Pip gewend zijn, waardoor haar high pitched vocals extra opvallen, Maar de songs hebben nog wel de heerlijke chaos van Personal Trainer. Dit smaakt zeker naar meer.

Moreish Idols

Long Fling

Op het veld maakt Honeyglaze haar opwachting: het trio rond frontvrouw Anoushka Sokolow. Met 'Don’t' heeft de band gelijk een zéér dwarse opener te pakken, maar verder maakt het drietal een dromerig soort indierock (of -folk, zo je wilt). In het als tweede gespeelde ‘Cold Caller’ doet Anoushka dan juist weer een beetje denken aan Michelle Shocked, de blue grass-punkdiva die begin jaren negentig furore maakte. Met haar deelt Anouska ongetwijfeld de DIY-attitude - getuige ook haar custom made rectangular hollowbody-gitaar.

Terug op Het Veld zien we Bambara. Een New Yorks trio waarvan frontman Reid Bateh enige gelijkenis vertoond met BIJ1 voorman Tofik Dibi. Maar de jakkerende songs en de met het nodige venijn uitgespuwde teksten zijn beslist fijn. Tel daar de nauwelijks binnen het gehoorspectrum liggende bassen van bassist William Brookshire bij op en het strakke drumwerk van de achtarmige metronoom Blaze Bateh, en je krijgt een aardig beeld welke sound dit oplevert. 

Honeyglaze

Bambara

Tropical Fuck Storm, aansluitend in De Mist, kan er vandaag vandoor met de titel van meest eclectische band. De fijne noisey gitaarerupties over zaagtand-gitaren en de heerlijk hysterische jongen-meisje zang, of het marsritme dat er ineens ingegooid wordt bij derde song ‘Bloodsport’: alles lijkt dissonant aan deze band. De lead vocals worden mooi afgewisseld tussen gitarist Gareth Liddiard en bassiste Fiona Kitschin, die het dromerige ‘Who’s My Eugene?’ voor haar rekening neemt. Ze sluiten echter af met 'Stayin’ Alive', de disco-knaller van de Australische Gibb-broertjes. En hoewel die song verrassend coherent wordt uitgevoerd, is de gekte nooit ver weg.

Wij sluiten de eerste dag af met Yard Act, een band met Sports Team-vibes. Beslist een band van de maatschappijkritische soort. Het cynisme over de consumptiemaatschappij druipt ervan af in ‘Rich’, een song waarbij wij als publiek aangespoord worden om heel hard 'RICH!" te schreeuwen. Maar de lyrics van de praatzingende frontman James Smith klinken in songs als ‘The Overload’ en ‘100% Endurance’ nauwelijks vrolijker. Desondanks is hun funky rock, die ze zelf omschrijven als “synthetic rock rave music” verrassend catchy en crowdsurfers gaan er goed op. Zeker bij afsluiter ‘The Trenchcoat Museum’ dat eindigt in een lekker lange jam.

Tropical Fuck Storm

Yard Act

Op dag twee zijn we wederom vroeg van de partij. En wederom is een Eindhovense act de aanleiding. In dit geval gaat het om FIEP, de band rond de charmante frontdame Veerle Driessen. Dit keer géén alles verzengende noise, zoals bij SØWT gisteren, maar übercatchy indiepop. Het geheim bestaat uit de koortjes en de handclaps die door de overige bandleden én ook door ons, het publiek verzorgd worden. Prijsnummers zijn ‘Flowerboy’ (over een foute minnaar) en ‘Nightshop’ met praatzang. Maar ook slotsong ‘Same Boat’, waarbij Veerle en gitarist Jannes een duik in het publiek nemen is niet te versmaden. Lekker wakker worden.

TVOD (kort voor television overdose) is een bont gezelschap. Toetseniste Jenna Mark (met roze haar) lijkt nog het meest op Muppet Janice en frontman Tyler Wright spuugt zijn teksten verbeten uit alsof zijn leven ervan afhangt. Maar het klinkt allemaal lekker dissonant en aan het einde van de set leert Tyler ons nog even hoe we moeten feestvieren met ’Party Time’.

FIEP

TVOD

Je moet vervolgens even met je ogen knipperen als je het veld oploopt. Anders zou je frontman Ethan Ramon van The Sophs zomaar kunnen verwarren met Bruce Lee. Het zullen zijn looks zijn, of die tanktop en zwarte pantalon. Hij serveert zijn teksten in ieder geval met net zo’n dodelijke precisie. ‘Ohio’ van Neil Young en ‘Sweetie Pie’ (van Eddie Cochran) komen langs en muzikaal schiet het gezelschap alle kanten op, waarbij een mondharp-microfoon dienst doet voor de gesproken passages waarin Ethan zijn demonen bezweert. Intens en lekker eclectisch.

Hamish Hawk is een ironicus die fijne verhalende liedjes maakt. Vandaag is hij in ieder geval de perfecte man op de perfecte plek in het bos met zijn twangy gitaren en spooky orgeltjes. Hij vindt het bovendien een “delight” om voor ons te spelen. Ook tekstueel is het genieten. Want wat dacht je van zinnen als “She narrowed her eyes on his arrogance” uit prijsnummer ‘Bakerloo, Unbecoming’. Met hit ‘The Mauritian Badminton Doubles Champions 1973’ en het heerlijk rockende ‘Catterpillar’ sluit hij af bij de laatste restjes zon.

Na Hamish Hawk spoeden wij ons gauw naar Het Veld waar La Sécurité al begonnen is. Volgens Misty Fields een dance-punk en new-wave-collectief. Maar de invloeden van de Franse yéyé pop uit de sixties zijn ook nooit ver weg. De dames en heren jakkeren in ieder geval lekker door hun set vol retro sounds. Aanbeland bij het zeer dansbare ‘Suspens’ wil de band een moshpit zien. Een verzoek dat gretig wordt ingewilligd. Het optreden eindigt uiteindelijk met een orgie van drumfills en feedback-geluiden.

Hamish Hawk

La Sécurité

Een paar uur later trapt University hyper af op hetzelfde podium. En dan bedoelen we niet hypercatchy of hypersensueel. Maar slechts hyper. Het enige rustpunt in de band lijkt de bassist, die bijna geheel verborgen gaat onder een reusachtige bontmuts. Hij houdt het ADHD-gehalte van de rest van de band goed in het gareel met soepele baslijnen mét duidelijke hooks. Meest in het oog springend is het “vierde bandlid” dat tussen de nummers door als een duveltje uit een doosje opspringt met de songtitel van het volgende nummer op een A4-tje geschreven.

Wij hebben op de tweede avond dan nog The Horrors en DIIV voor de boeg. The Horrors zijn schaduwrijke types, die van primaire kleuren houden. (De lichtshow wijkt zelden af van het elementaire rood, groen en blauw). Maar de New Wave-met-galmvocalen en industrieel randje klinkt wel erg fijn. The Horrors imponeert met songs als ‘Sea Within A Sea’, ‘Still Life’ en ‘Something To Remember Me By’ in een soort greatest hits. Maar het opmerkelijkst blijft ‘Weeping Wall’ dat naadloos overgaat in Bowie’s ‘Heroes’.

DIIV dat aansluitend op het veld speelt is vandaag dagafsluiter. De band heeft een Fuzz Club-waardige sound met hun overstuurde gitaren en dromerige zang. Maar meest opmerkelijk zijn de visuals vol met fake commercials over een “betere wereld” - die overigens naadloos aansluiten op de songteksten. Hierin worden complotdenkers stevig op de hak genomen. Helaas zit er zoals het een fuzz-band betaamt zoveel reverb op de stembanden van boegbeeld Zachary Cole Smith dat zijn teksten moeilijk te duiden zijn. Het helpt dan ook dat sommige teksten meelopen op het scherm. Een waardige afsluiter van dag twee.

UNIVERSITY

The Horrors

DIIV

Kleine oogjes of niet, ook op dag drie zijn we weer vroeg van de partij. Want de Eindhovenaren (alwéér) van De Stekkers mogen vandaag Het Veld openen. En als Philicorda-aficionado’s moeten we daar natuurlijk bij zijn. De be-3D-brilde heren, met voorliefde voor vintage garagerock en gierende Philicorda orgels, serveren hun songs met welluidende titels als ‘Helleluja’, ‘Bikini Carwash' en ‘Surfin’ Sasquatsch’, alsof hun leven er vanaf hangt. Terwijl de toetsenist zijn orgeltje vrolijk over het podium laat galopperen en de Leslie Box achter hem overuren draait. De vintage Philips-uitvinding (hun leukste ooit) kan zelfs een koprol, zo bewijst hij tegen het einde van de set.

Voor Noors-met-uitleg moet je aansluitend in De Mist zijn. Want het Noorse duo Nonne is niet te beroerd om hun dialect van uitleg te voorzien. In tegenstelling tot de taal klinkt de muziek een stuk internationaler en zweeft ergens tussen de lounge van bands als St. Germain en de dansbare grooves van Stone Roses. Bijzonder lekker wakker worden dit. En alle lof voor de eclectische sound die de heren slechts gewapend met synths, drums, gitaar en samples creëren.

De Stekkers

NONNE

Het kleinste podiumpje met de ietwat cryptische naam “Verloren Lading” (heel toepasselijk gehuisvest in een zeecontainer) hadden wij nog niet eerder bezocht. Maar voor Quiet Hollers frontman Shadwick Wilde maken wij graag een ommetje. De melancholische troubadour zou de zon zelfs nog achter een spaarzaam wolkje laten kruipen als de lucht vandaag niet zo strak blauw zou zijn geweest. Gelukkig babbelt hij zijn droefgeestige songs met de nodige humor aan elkaar en spreekt hij zelf liever over “vrolijke liedjes over contract killers” als hij ‘Lonesome Road’ inzet. Odes zijn er ook: ‘Mont Blanc' is opgedragen aan boeker Gijs die hem vandaag speciaal voor de gelegenheid naar Nederland haalde. Een heerlijk rustpuntje in een hectisch muzikaal weekeinde.

Bij Porcelain id (het alterego van de Belgische Rwandees Hubert Tuyishime) is het Palestina protest, dat er op zo veel festivals is, vandaag het stijlvolst. Zij hebben voor de kleur rood gekozen uit de Palestijnse vlag en dragen allen een rood overhemd, dat bij Hubert wel tot het allerlaatste knoopje openhangt. Het door de dood van George Floyd geïnspireerde 'Muschel' is vandaag dan ook niet alleen opgedragen aan de Amerikaan, maar aan alle volkeren die in de verdrukking zitten. Met zijn soulvolle voordracht komt Porcelain id makkelijk weg met zoveel pathos. Alleen de meezingers krijgt hij nog niet echt op zijn hand, waarschijnlijk omdat zijn lyrics véél cryptischer zijn dan hij zelf denkt. Desondanks vindt hij ons schatjes én zelfs “Misty Babes”.

Als Buzzard Buzzard Buzzard later die middag hun ronkende rockshow aftrapt openen ze voor een half lege tent. Waarschijnlijk staat iedereen nog op Het Veld bij Friedberg, of ligt buiten de tent te genieten van het zonnetje. Gelukkig voor de heren druppelt de tent wel vol na een aantal songs. Songs waarbij ze het gas er stevig ophouden, waardoor ze enigszins eenvormig klinken. Pas tegen het einde van de set nemen ze gas terug in het lekker laidback ‘Hollywood Actors’ en ontpopt frontman Tom Rees (een soort liefdesbaby van Julian Casablancas en Josh Homme) zich als een gevat satiricus. Fijn dit! Dat zouden ze vaker moeten doen: een beetje gas terugnemen.

Shadwick Wilde

Porcelain id

Mocht de adrenaline rush na afloop van Buzzard Buzzard Buzzard toch nog niet helemaal uit je lijf verdwenen zijn dan is de set van Brown Horse, de band rond zanger Patrick Turner, het perfecte medicijn. De heerlijk nasale stem van Turner krijgt bijval van accordeon, pedal steel-gitaar en banjo. Allemaal ingrediënten om heerlijk bij weg te dromen. En als de band naast voortreffelijke eigen songs dan ook nog eens het van Sandy Denny bekende ‘Who Knows Where The Time Goes’ uit de mottenballen haalt, is het feestje compleet. Heerlijk zwelgen in melancholie.

Aan melancholie doet Gut Health, de band rond zangeres Athina Uh-Oh (Een Betty Boop look- en Souixsie Sioux sound-a-like), en de derde act uit Melbourne dit weekeinde, niet. Hun ritmisch-anarchistische muziek lijkt vooral op eighties new wave geïnspireerd. Het publiek laat de hyper-energieke set aan het einde van drie dagen festival echter gelaten over zich heen komen. Al kan dat ook liggen aan de theatrale stage antics van de frontvrouw, waardoor ze eens soort vierde wand creëert. Bij voorlaatste song ‘Beat To Beat’ is de vierde wand echter geslecht en danst het publiek enthousiast mee met 'Uh Oh'.

Voor ons komt met nog twee acts op het affiche een einde aan deze editie van Misty Field. En ja, we hadden het vooral over de optredende acts maar er viel nog veel meer te genieten: van speciaalbier, wijn en borrelplanken in Het Bos, tot theater en vintage singeltjes in het Entree Café. Maar de fraaiste backdrop blijft die nevelige bosrand aan de rand van de Grote Peel. Als we dan toch een favoriete attractie uit mogen lichten dan is het de Vibrating Music Hammok (die overigens uit meerdere hangmatten bestond) van Parker Hertzberger, waarbij Jostijn Ligtvoet regelmatig de strijkstok van zijn cello ter hand nam om de ambiënt-vibraties van een live twist te voorzien. Tot volgend jaar, de twintigste (!) editie!

Gut Health

Brown Horse