Maar we zullen maar snel van de tenen stappen van de vele dedicated Jera-gangers die in eerste instantie helemaal niet zo happig waren op al die rariteiten als hiphop, blackmetal, shoegaze en dancepunk. Of zoals een collega-verslaggever van de week nog zei: "Ik ga naar jera voor de punk, metalcore en hardcore. Ik hoef al die randzaken niet". Maargoed, genoeg daarover. We trappen de dag af met VUKOVI, een trio uit Kilwinning, Schotland dat al meer dan tien jaar bestaat. Dit jaar kwam My God Has Got A Gun uit, een album dat bol staat van groteske pop en rock, met genoeg riffs die als een prima koffie zouden kunnen dienen op dag drie van een festival. Helaas worden de songs live wel erg gedragen door bas, synths en vocalen uit een doosje, waardoor het geheel wat rommelig aanvoelt. Wel een pluim voor de inzet (want binnen een kwartier tellen we al een wall of death, circle pit en een crowdsurfer). En hey: we hebben weer één van de spaarzame vrouwen aan het werk gezien.
Dat er nog genoeg leven zit in de vijver waarin Jera vist, werd de voorbije twee dagen wel bewezen. Opvallend detail: het festival denkt steeds minder in strikte genres en maakt daardoor keuzes die op papier misschien verrassend lijken, maar live vrijwel altijd goed uitpakken. Kortom: het werkt. Jera bewijst niet alleen dat het stevig met beide voeten in de scene staat, maar ook dat het durft te bewegen en vernieuwen. Als ze dit voortzetten, groeit dit festival straks nog uit tot een soort heavy Lowlands.
Sfeer
Vukovi
Dan maar door met een band die nog geeneens een debuutalbum uit heeft, namelijk Dad Magic. Deze jonge honden uit Gent bliezen ons met hun post-hardcore al omver op Get Out Of My Garage en vandaag doen ze daar nog een schepje bovenop. De sound doet met vlagen wel wat denken aan High Vis, die hier vanavond ook de boel komen afbreken. Dad Magic bewijst op dit vroege middaguur al dat de undercard ook potten kan breken. Frontman Sven Aerts smijt zich alsof z’n leven ervan afhangt - het publiek in, eruit, weer erin - en weet precies hoe je chaos creëert zonder dat het een rommeltje wordt. Nummers als ‘Bad Soup’ en ‘Ego’ zijn rammelend catchy en blijven verrassend goed hangen. Her en der wordt al voorzichtig meegezongen. Cool om te zien hoe een jonge band zonder plaat al zo’n indruk weet achter te laten. Ze zullen straks vast zelf nog even de moshpit in duiken. Geef ze een jaar - en een studio - en je ziet ze terug in een grotere tent.
Dad Magic
Dad Magic
Voordat Maria Iskariot het loeihete podium opstormt, werken we snel ons bier naar binnen, want voor je het weet heeft frontvrouw Helena Cazaerck ‘m al gejat. Want dat is zo’n beetje wat de Vlaamse punkrockers doen: ze stelen je hart, je energie en als je niet uitkijkt vast ook je pils. De vlijmscherpe Nederlandstalige teksten van Cazaerck zijn nauwelijks verstaanbaar, maar knallen zo hard door de speakers dat je geen moment je ogen van haar af durft te halen. Zonde eigenlijk, want in je ooghoeken zie je de rest van de band (die trouwens samenwoont in een kraakpand) met zichtbaar plezier losgaan. Nieuwe track ‘Waaromdaarom’ ontketent de grootste pit, maar het hoogtepunt is ‘Dat Vind Ik Lekker’, waarbij vermoeide bezoekers de microfoon onder hun snor geschoven krijgen. Schrijf dit viertal maar vast op voor Werchter en Pinkpop en alle andere festivals, want Maria Iskariot beukt zich overal - terecht - de poster op.
Nog zo'n band met een krachtige frontvrouw is PVRIS. Lynn Gunn is bekend om haar indringende stem en intense podiumpresence. Ze is een rolmodel binnen de LGBTQ+ gemeenschap en brengt samen met haar band donkere elektropop. De set kabbelt wel prima voort, maar maakt mede door de teveel aanwezige backingtrack (waarom ook? Gunn is een fantastische zangeres) eigenlijk niet echt veel indruk. Dat er twee gasten oeverloos hard staan te discussieren over welke smaak Stelz nu het lekkerst is, helpt dan ook niet. Geen beste beurt voor PVRIS.
Maria Iskariot
Maria Iskariot
Ryan Mitchel Chassels, alias Freddie Dredd, mag in de grootste tent laten zien dat er op Jera ook ruimte is voor hiphop. Maar als we de lege plekken mogen geloven, is dat nog geen gelopen race. Zijn lompe, overstuurde beats dreunen zwaar door de speakers, maar echt los komt het niet. Een handjevol fanatiekelingen vooraan springt mee, de rest kijkt vooral toe. Dredd doet zijn best, maar de klik met het publiek blijft uit - hiphop voelt op dit moment nog even als een vreemde gast op een gitaarfeestje. Later vandaag komt daar wellicht verandering in.
Nog zo'n in het oog springende naam dan: Deafheaven. De band uit San Francisco maakte een van de beste heavy albums van dit jaar met Lonely People With Power en wat ons betreft horen de Amerikanen dan ook zeker wél thuis op Jera, ondanks de misschien atypische muzikale omlijsting voor dit festival. De combi tussen blackmetal en shoegaze (noem het gerust blackgaze) gaat door merg en been: de ijzige schreeuwen van George Clarke zijn zowel angstaanjagend als bloedmooi. Hij kijkt zijn publiek recht in de ogen aan en dat schept een bijzondere connectie met de volle tent. Die intensiteit geldt net zo goed voor de muzikale omlijsting: nummers als 'Winona' en 'Doberman' worden niet alleen technisch briljant uitgevoerd, maar zitten ook vol meeslepende passages. Aan het eind van de set nodigt Clarke het publiek uit op het podium - een ontroerend en verbindend moment. En dan nog 'Dream House', misschien wel het mooiste nummer van deze hele Jera-editie: dat voelen we in elke vezel van ons lichaam. Van je botten tot je ziel - Deafheaven maakt alles fragiel.
Deafheaven
Deafheaven
Na een korte adem- en eetpauze is het tijd voor de grande finale van Jera. De aftrap is voor Model/Actriz, de New Yorkse sensatie die eerder al indruk maakte op Le Guess Who? en Lowlands. Met Cole Haden, op hakken en met een glittertasje, serveert de band gitaarmuziek doordrenkt met een flinke scheut Berlijnse clubvibes. En wat een mokerslag is die absurde mix. Op een festival als Jera On Air, waar het testosteron meestal van het podium druipt, voelt hun set als een frisse, bevrijdende onderbreking. In ‘Cinderella’ blikt Cole terug op een Assepoesterfeestje dat hij als vijfjarig jongetje afzegde uit schaamte. Vandaag schaamt hij zich nergens meer voor - hij gebruikt het podium (én de vloer) als zijn balzaal. De noise knalt door de Sparrow, en hoewel het geluid af en toe wat rommelig doorkomt, doet dat weinig af aan de intensiteit. De helft van het publiek gaat er keihard op, de andere helft lijkt zich af te vragen wat ze precies meemaken. Wedden dat ze zich over een paar jaar achter hun oren krabben?
Model/Actriz
Model/Actriz
Met een gevuld hart en langzaam vermoeide benen zetten we toch een looppas in richting de Buzzard, waar High Vis op het punt van beginnen staat. En wat puilt die tent uit zeg! Het is zo druk dat het publiek nog metersdik buiten de tent staat. High Vis wordt aangekondigd als een band die "de volgende keer in de Eagle of de Vulture staat", maar iedereen weet: daar hadden ze nu al moeten staan. De tent brult 'Choose To Lose' en 'Walking Wires' keihard mee, wat menig mens op deze laatste avond kippenvel zal bezorgen. Die rauwe mix van postpunk en posthardcore knalt zo goed binnen, dat je bijna hoopt op een extra podium speciaal voor bands als deze. Hoogtepunt? ‘Trauma Bonds’. Er worden tranen weggeveegd - ook buiten de tent. “Are we still lucky to be here?” galmt het. Absoluut.
High Vis
High Vis
Niet verbazend, wel jammer: als we bij de Eagle aankomen is de tent al propvol voor Knocked Loose. Logisch ook: dit is misschien wel dé band die het DNA van Jera dit weekend het best belichaamt. Hard, intens en met een flinke status die langzaam richting mainstream schuift. Over dat inmiddels legendarische optreden bij Jimmy Kimmel hoeven we je niets meer te vertellen. En ook hier wordt ‘Suffocate’ zó luid meegeschreeuwd dat ze het tot in Helmond ongetwijfeld gehoord hebben. Knocked Loose klinkt vandaag in de Eagle niet alleen het zwaarst, maar ook het smerigst - en we bedoelen dat als compliment. Geen band weet het publiek zó hard mee te sleuren in de chaos: er klimmen mensen in palen, er worden vuisten gekust en er is natuurlijk een méga grote wall of death. En dan die stem van Bryan Garris - schril, intens en soms ook een tikje irritant, maar live werkt het als een rode lap op een stier. Op de voorste rijen wordt elk woord meegebruld. Knocked Loose levert hier zonder twijfel voor velen een van de hoogtepunten van het weekend af.
Dat hiphop wél werkt op Jera, bewijst Denzel Curry overtuigend in de Vulture. De tent is dan misschien niet afgeladen - er is concurrentie van publiekslieveling Terror, van wie Curry vandaag ironisch genoeg een shirt draagt - maar de energie is er niet minder om. De raps zijn scherp, de beats knallen, en het publiek vooraan gaat flink los op tracks als ‘Walkin’ en ‘G’Z UP’. We willen eigenlijk richting de voorste rijen bij Turnstile, dus nemen we met lichte tegenzin afscheid. Maar één ding is zeker: als hiphop zo gebracht wordt, dan mag het wat ons betreft een vast plekje krijgen op de Jera-line-up.
Knocked Loose
Denzel Curry
Is er op dit moment een band hotter dan Turnstile? Is er een naam die meer als gedroomde headliner voelt voor Jera? En is er überhaupt een band die zo’n triomftocht neerzet als Turnstile vanavond? Drie keer nee. Je voelt het meteen: spanning in de lucht. Voor de laatste keer verzamelt iedereen zich massaal in de Eagle om te zien of de hype standhoudt. Spoiler: dat doet-ie. Degenen die Turnstile de afgelopen jaren al live zagen, weten het allang. Zoals in 2022, toen ze in een broeierig Hasselt het publiek al plat speelden - het moment waarop je voelde: dit is de laatste keer dat we ze nog in een zaal zonder airco gaan meemaken.
En zo voelt het ook vanavond. Al bij de ambient intro van ‘NEVER ENOUGH’ hangt het in de lucht: dit is de laatste keer dat Turnstile op Jera speelt. Je móét het horen: 12.000 man die uit volle borst “Running from yourself now / Can’t hear what you’re told / Never let your guard down / Anywhere you go” meebrullen alsof het al jaren een vaste waarde is in de alternatieve hitlijsten. Zo gaat dat met bands die het momentum pakken, of, zoals Charli XCX het verwoordde: bands die de zomer veroveren. Turnstile Summer voelt dus écht.
Of het nu ‘I CARE’ is met dat onweerstaanbare Johnny Marr-riffje, of het rauwere ‘Pushing Me Away’ uit de vroege Turnstile-jaren - het publiek vreet het als warme koekjes. Hardcorefanaten gaan net zo hard op de reggaetonbeat in ‘LOOK OUT FOR ME’ als de verdwaalde indie-snob op beuker ‘Drop’. Turnstile is er voor iedereen. En dat voel je. Wanneer tijdens ‘BLACKOUT’ de lichten doven en de hele tent luidkeels “Just like a blackout in the middle of the night / You know it won’t be long until the end” meeschreeuwt, weet je: we naderen het einde. Een uur vliegt voorbij en alleen ‘BIRDS’ rest nog. Vogelgeluiden vullen de tent, en voor een allerlaatste keer barst alles los.
Het publiek klimt het podium op, en samen met de band nemen ze afscheid van deze editie van Jera - met een van de meest gedenkwaardige shows van deze festivalzomer. Wat heet: misschien wel de allerbeste.
Turnstile
Turnstile
Turnstile
Sfeer