In de schaduw van het massale Lowlands, waar hij vorige maand nog duizenden festivalgangers aan zijn lippen had hangen, staat Sticks vanavond in een intiemere setting: de spiegeltent van Cultura Nova in Heerlen. Hoewel de stad misschien niet de eerste is die in je opkomt als je aan de Nederlandse hiphop denkt, klopt hier een warm hart voor het genre. Het is juist op dit soort plekken, waar de afstand tussen artiest en publiek haast verdampt, dat Sticks excelleert. De man die ooit, samen met Rico, Opgezwolle groot maakte, is na jaren nog steeds mega relevant, altijd scherp, en vanavond dichterbij dan ooit.

Al jaren staat Junte Uiterwijk - de echte naam van de Zwolse woordkunstenaar - op eenzame hoogte in de Nederlandse hiphopscene. Zijn voortdurende relevantie bewijst hij keer op keer door onafgebroken kwaliteit te leveren. Vorig jaar bracht hij maar liefst twee solo-albums uit. Op Alles Over Hoop toonde hij zijn meest persoonlijke kant, terwijl En Door juist reflecterend van toon was. Sticks bewijst dat hij nog lang niet uitgespeeld is en blijft zichzelf telkens opnieuw uitvinden, zonder zijn scherpe pen of kenmerkende stijl te verliezen. Altijd in perfecte harmonie met de beat en om de meester zelf maar eens te citeren: "een beat en Sticks is net als soja en wasabi.". Geen woord aan gelogen. 

En kijk eens aan, iets na half tien op een doordeweekse maandagavond, en de spiegeltent barst bijna uit zijn voegen als beatmaker en producer Kubus het podium op stapt, op zich al een prestatie. Ook Sticks, die er duidelijk zin in heeft, kan het waarderen. Hij knalt de set op gang met ‘Re-Up Gang’ en heeft binnen de kortste keren iedereen mee, van de die-hard fans vooraan tot de toevallige passanten achterin. Want zeg wat je wil: Uiterwijk is nooit te beroerd om ook de kleinere zalen te bespelen, al heeft hij de grootste podia van Nederland allang op zijn naam staan. Hier, op deze plekken, ligt zijn oorsprong, en dat vergeet hij niet. De beloning? Die komt snel genoeg, want bij ‘Geen Tijd Verspillen’ zingt de hele tent mee, alsof het nummer al jaren bekend is. Het is niet alleen de chemie tussen het publiek en het duo op het podium die deze show vanaf de eerste minuut bijzonder maakt: het is vooral de oprechte manier waarop Sticks het publiek telkens weer inpakt. Hij zoekt voortdurend de interactie op, en dat zegt alles. Deze man ademt hiphop, leeft voor zijn vak, en dat voel je in elk woord.

Zie hem daar staan, midden in fucking Heerlen, met een glimlach zo breed als de horizon, terwijl hij ‘Dit Is Leven!’ brengt. Sticks geniet zichtbaar van de jonge garde vooraan, die zijn lyrics moeiteloos meerapt. En het zijn niet alleen de jongeren die elk woord kunnen dromen: ook de (iets) oudere rotten staan vooraan, elke zin soepel over de lippen rollend, alsof de tijd heeft stilgestaan sinds de eerste Opgezwolle-tijden. En terwijl de jongere garde ‘Gerrit’ omarmt alsof het hét anthem van hun jeugd was - terwijl ze destijds nog aan de Olvarit zaten - spit de oudere garde moeiteloos ‘Dag tot Dag’ mee, een track die jonger is dan hun eigen kroost. Om maar aan te geven dat Sticks voor iedereen is, van jong tot oud en van hiphopliefhebber tot iemand die net uit een voorstelling van het naastgelegen theater komt rollen.

Tuurlijk, daar komt het blokje dat je van mijlenver ziet aankomen: 'Gerrit', 'Hoedenplank' en 'Spaanse Vlieg' - drie klassiekers die in het woordenboek van de Nederlandse hiphop met gouden letters zijn gedrukt. Het is dat de spiegeltent vanmiddag al een flinke hoosbui heeft doorstaan, anders zouden we serieus hebben moeten vrezen dat de springende massa tijdens deze nummers de tent haar einde had bezorgd, wát een energie. Maar het is niet alleen stampen vanavond. Sticks komt met vlagen haast ontwapenend over: zo neemt hij een cadeau van een fan aan, signeert hij na de show nog minutenlang platen, cd's en T-shirts alsof de terugreis naar Zwolle gerust een paar uur kan wachten. Het publiek houdt van Sticks, maar misschien houdt Sticks nog wel meer van zijn fans. Eén ding is zeker: na vanavond heeft hij er weer een hele lading bij.