De avond begint met een beloftevolle drukte die zich al snel vertaalt naar een publiek dat gretig wacht op de muziek die hen mee zal voeren naar de hoogtijdagen van de jaren '80 en '90. Achterin de zaal, waar de spotlights net niet reiken, is nog maar weinig ruimte te vinden; zelfs daar wordt gedanst, gezongen en meegeklapt op de iconische Prince hits die door de speakers gonzen.
Maar, laten we eerlijk zijn, niet alles is perfect. De bas dreunt soms zo hard door de zaal dat het de grenzen van comfort opzoekt en enkele klachten opwekt. Dat mag de pret trouwens niet drukken, want met nummers als ‘Raspberry Beret’, ‘1999’ en ‘When Doves Cry’ is het niet eens erg dat onze trommelvliezen af en toe gekieteld worden. Een mevrouw naast ons laat zich intussen luidkeels ontvallen dat een van de gitaristen verdacht veel lijkt op Prince's originele snarenmeester, zou ze het doorhebben? Intussen staat het barpersoneel arm in arm ‘Controversy’ mee te brullen, om maar aan te geven dat echt iedereen vanavond voor de bijl gaat.