Staton en CUDA live in Ernesto’s Cantina

Een avond van uitersten

Ben Stam en Jos Joosten (foto's) ,

De avontuurlijke pop van Staton en de platte cowpunk van CUDA; aan contrasten geen gebrek op vrijdagavond 26 april in Ernesto’s Cantina.

Het was een rare avond. Niet alleen liggen de muziekstijlen van Staton en CUDA mijlenver uit elkaar, het bleek dat Ernesto’s Cantina de avond ervoor afscheid had genomen van Paula 'Cola' Horrichs, de geliefde bedrijfsleidster-en-wat-al-niet-meer, die zo plotseling was overleden. Dat verklaart dat het personeel niet zo vriendelijk overkwam. Wat niet verklaard werd is waarom de eerste band pas om kwart voor twaalf het podium opgaat, terwijl de tafels en stoelen om tien uur al aan de kant gingen. Bijna twee uur wachten is echt te lang. Nog maar een drankje….

Maar wanneer Staton eindelijk het podium betreedt, zijn de ergernissen snel verdwenen. Het jonge vijftal maakt pop met een snufje rock, dan weer een scheutje soul, toefje jazz. Binnen de band is een prominente rol voor de toetsenist, die ook veel van de bliepjes en spacey geluidstapijtjes verzorgt. De zangeres zingt uitstekend met een licht nerveus vibrato, dat doet denken aan Gwen Stefani (No Doubt). Het repertoire is gevarieerd, bevat onverwachte wendingen en de composities zijn sterk. Verder is de band niet onmiddellijk in een hokje te plaatsen, maar gaat het ook weer niet zover alle kanten op, dat de band geen eigen smoel meer heeft. Best knap. De verrassende cover 'Hide U' (Kosheen) is niet overal even geweldig, maar laat wel de experimenteerdrift zien. Avontuurlijk bandje. En nog even een complimentje voor het zaalgeluid in Ernesto’s Cantina! 

Na Staton is CUDA wel even andere koek. CUDA maakt rauwe punkrock/cowpunk in het straatje van  Nashville Pussy en Nine Pound Hammer. Redneckmuziek, dat voel je op je klompen aan. Geheel in stijl dragen de vier heren van CUDA ruitjesoverhemden, baardjes en baseballpetjes. Alsof ze zo uit de stal komen, waar ze repeteren. De bandnaam verwijst niet alleen naar een gespierde Amerikaanse sportauto uit de jaren zeventig, het is ook een knipoogje naar de ruige bassiste van Nashville Pussy, Karen Cuda. Maar Karen knipoogt niet terug en CUDA is eerder een op hol geslagen traktor dan een fraaigelijnde sportwagen.

CUDA bestaat nog niet zo lang en na Staton klinkt het allemaal lekker grofkorrelig en uptempo. De eerste nummers stamp je gezellig mee. De frontman is een onvermoeibare brulboei en zijn bassist en gitarist vallen hem regelmatig bij in een aanstekelijke-vuisten-in-de-lucht-koortje. Voor het podium gaan de voetjes even van de vloer, maar het is al ver na enen en het publiek druipt al gauw af. Gastoptredens van een harmonicaspeler en een trompettist (voor dat Mexicaanse tintje) en (te lange) samples tussen de nummers door kunnen niet verhullen dat de muziek te eenvormig is om te blijven boeien. Wel heel geschikt tijdens een dronken hooibalengevecht met je matties op een wild schuurfeest!