Cuban Heels als herboren

Twentse garagebluesrockers vinden bezieling terug

Geert Smeets ,

Het kan raar lopen in de muziek. Vlam slaat in de pan, gitarist vertrekt en een afscheidstournee is op handen. Cuban Heels was op sterven na dood, maar herpakte zich met een nieuwe gitarist in de gelederen. In de Bosuil bewijst de band dat het ook in zijn tweede leven nog steeds tot de meest opwindende bluesacts van Nederland behoort.

Twentse garagebluesrockers vinden bezieling terug

De avond wordt geafficheerd als ‘Bluesnight’ en voordat hoofdact Cuban Heels aan de gang gaat, mogen eerst nog Dead Revils en Lino & Friends aantreden. Dead Revils is een tribute aan de bluesman Lester Butler, bekend om zijn fenomenale mondharmonicaspel in de band Red Devils. Met die band maakte Butler één album, ‘King King’, een liveregistratie en in de blueswereld inmiddels beschouwd als klassieker. Uiteraard vormt dit album dan het repertoire van Dead Revils, aangevuld met enkele nummers uit Butlers tweede en minder bekende project ‘13’. Het blijft natuurlijk waaghalzerij om de muziek van zulke grootheden na te spelen. Het is meestal een kwestie van op je bek gaan of in de schaduw staan van het origineel. Maar als je weet dat Dead Revils stiekem Starfish Bowl is, de Red Devils van Limburg zeg maar, dan moet dat goed komen. De band uit Nederweert gaat in ieder geval niet op zijn bek. Met verve wordt een drie kwartier durend eerbetoon gespeeld, met als afsluiter uiteraard hét bluesanthem ‘Automatic’. 

Lino & Friends is de band van Lino Vishnudatt, een Spanjaard die aan het Rotterdamse conservatorium studeerde. Lino verhuist na enkele omzwervingen naar Nederland en wordt tegenwoordig bijgestaan door twee oud-studiegenoten. Een driemansband die met name put uit het wat gladdere bluesrockgenre. Denk aan Gary Moore, Whitesnake of de latere Deep Purple. Covers worden afgewisseld met eigen werk, dat voornamelijk bestaat uit langgerekte solo’s, snarengepiel, en ‘kijk-mij-eens-rare-geluiden-uit-mijn-fender-toveren’. Hoewel de band veel met dynamiek speelt, blijft het een nogal kleurloos schouwspel. Saaie en taaie kost dus, alleen weggelegd voor mensen die nog een Satrianiposter boven het bed hebben hangen. Aanvankelijk doet de 6-snarige trukendoos nog enigszins de wenkbrauwen fronsen, gaandeweg begint ook het publiek toch steeds meer te verlangen naar de rauwe energie van Cuban Heels.

Het verlangen naar rauwe energie wordt in de pauzemuziekjes in ieder geval niet beantwoord, aangezien het doorsnee bluesmuziek weinig affiniteit heeft met de playlist van sky radio. Misschien tactiek, maar het maakt de opkomst van Cuban Heels in ieder geval nog lekkerder. Afgelopen jaren maakt de band indruk met optredens op festivals als North Sea Jazz, Lowlands, Bospop, Moulin Blues en Blues festival Peer en ook studiowerk wordt lovend ontvangen.

Eind 2010 lopen de spanningen echter op en hangt het voortbestaan van de Heels aan een zijden draadje. T-99-frontman Mischa den Haring wordt ingehuurd om de inmiddels opgestapte gitarist te vervangen, omdat de band nog aan enkele contractverplichtingen moet voldoen. En die frisse wind pakt zo goed uit dat besloten wordt een doorstart te maken, met als resultaat het positief ontvangen  'Gritback'.

Dat album vormt ook de basis voor de setlist in de Bosuil. Al in de eerste nummers wordt duidelijk dat Jan Hidding als zanger misschien wel het best bewaarde geheim van Nederland is. Zijn timing en gedrevenheid zouden menig collega wel eens jaloers kunnen maken. Hoogtepunten zijn het briesende en van krachtig harmonicaspel vergezelde 'Don't Worry', de feelgood blues van 'Rosie', het sinistere 'Bonedigger' en de up-tempo blues van 'Gritbag'. Door de vele verwijzingen naar gospel, soul, garagerock en dat typische jaren '60 geluid van The Sonics, kan je Cuban Heels ook niet echt een pure bluesband noemen. Maar de belangrijkste conclusie is misschien wel dat het spelplezier en de overtuiging terug zijn in de band. Cuban Heels is in ieder geval nog lang niet uitgespeeld...